11
DE VOORZITTER:
Dank u zeer. Het woord is aan mevrouw Vossenaar, Breda'97.
MEVROUW VOSSENAAR:
Voorzitter, ik ben ook kort. Dus als u het me niet kwalijk neemt, blijf ik ook maar even zitten. Ik
heb in de commissie gesproken over een Echternach processie, waar het gaat om de
besluitvorming rondom dit onderwerp: drie stappen vooruit en twee stappen terug. Het schiet niet
op maar uiteindelijk kom je er dan toch. Nu daagt in de verte dat gemeentelijk sportcentrum en wij
zijn daar blij mee. Blij, omdat het bestaande centrum echt versleten is. Blij, omdat onze scholen en
verenigingen zicht krijgen op een volwaardige sportaccommodatie, een accommodatie die bij de
tijd is. Blij ook, omdat de samenwerking met het ROC, zowel inhoudelijk als financiële synergie
oplevert.
Voorzitter, in allerlei bijdragen is er niet alleen door onze partij in deze raad gezegd dat het
beoefenen van sport door zoveel mogelijk deelnemers een uitstekende zaak is. Activiteiten op dat
terrein moeten worden gepromoot en hoe kan dat nu beter dan door goede en aantrekkelijke
accommodatie aan te bieden? Breda'97 heeft altijd gepleit voor een breedtesportcentrum. Dat er
nu mogelijk een plus boven op kan komen, waardoor er net iets meer kan, is uiteraard een prima
zaak. Het sportcentrum staat er overigens nog niet. Maar de eerste voorbereidingen kunnen
worden getroffen. Desondanks zal er nog heel wat water door onze singel stromen voordat alle
problemen er omheen zijn opgelost. Maar laten we die problemen nu met een positieve insteek het
hoofd bieden en proberen flinke vaart te maken, in het belang van onze sporters, van onze scholen
en zeker in het belang van onze stad. Daar wilde ik het even bij laten, wat dit punt betreft.
DE VOORZITTER:
Dank u zeer. Het woord is aan mevrouw Van Maanen, VVD.
MEVROUW VAN MAANEN:
Dit dossier is een aardig hoofdpijndossier geworden. De afgelopen vier jaar is er eigenlijk
nauwelijks iets opgeschoten vergeleken bij vier jaar geleden. Ik kan me nog herinneren dat wij het
hadden over een PPS constructie en dat we de wethouder op pad hebben gestuurd. En nu wordt er
dan een klein stapje gezet. Wat ons betreft is dit bij lange na nog niet een definitieve go voor het
sportcentrum in deze vorm en op deze plek. Dat er iets met het sportcentrum moet gebeuren, daar
is de VVD het wel over eens. Dan kunnen wij hier met goed fatsoen niet tegen stemmen; een groot
deel van deze middelen zijn al uitgegeven. Wat dat betreft, zullen wij hier dan ook niet voor gaan
liggen. Wij vinden wel dat er nog gekeken moet worden naar synergie met andere initiatieven in de
stad. Wij zouden ook meer willen kijken naar het beleid, de visie die nog vastgesteld gaat worden
in het begin van de volgende periode en het feit dat de sporthal daarop aan moet sluiten. En dan
hebben wij ook altijd gezegd dat wij de PPS constructie wilden zien waarbij financiële risico's
verdeeld worden over meerdere partijen. Dus in dat opzicht voorlopig even nog geen definitieve
go, maar voor nu het voordeel van de twijfel.
DE VOORZITTER:
Dank u zeer. Het woord is aan de heer Ugerler, CDA.
DE HEER UCERLER:
Dank u wel voorzitter. Ook een korte reactie. Ik sluit me graag aan bij de woorden van de heer
Jackson. Ook mijn fractie hoopt dat er straks een goede samenwerkingsovereenkomst is met het
ROC en dat Breda eindelijk een fatsoenlijke sporthal kan krijgen. Maar aanvullend is misschien nog
belangrijker dat alleen een sporthal niet voldoende is. Mijn fractie hoopt ook dat we uiteindelijk een
goed en slagvaardig sportbeleid in Breda krijgen.
DE VOORZITTER:
Dank u zeer. Het woord is aan de heer Vos, D66.
DE HEER VOS:
Dank u wel voorzitter. Ook ik ga de commissievergadering niet over doen, maar ik wil er toch wel
iets meer woorden aan wijden. Vorige week woensdag heb ik tijdens de commissievergadering
namens onze fractie uitgesproken dat wij op dit moment geen positief besluit willen nemen over de
nieuwbouw van de sporthal. De belangrijkste reden hiervoor is dat er zeer zware financiële tijden
aan gaan komen, ook bezuinigingen van tientallen miljoenen. Met de dag wordt daar meer over
gesproken, ook in de media. De omvang daarvan is nog steeds niet precies bekend. Dat weten we
pas na de verkiezingen. Het college kiest er voor om dat pas na 3 maart bekend te maken, in
tegenstelling tot de buren in Tilburg overigens. En daar tegenover staat een groot aantal financiële