16 twee jaar opgeschoven. Wat is nu in uw beleving toch de oorzaak dat er vertraging op vertraging op vertraging is? WETHOUDER VAN YPEREN: Ik heb u duidelijk een planning gegeven en de planning is aangehaakt op de situatie van vandaag, op de onderhandelingen en de samenspraak en het vinden van uiteindelijk een plan waar we samen mee verder gaan. DE HEER VOS: Maar wat is de oorzaak dat die planning steeds opschuift? WETHOUDER VAN YPEREN: Dat is in wezen de basis van de start van de bouw. En je kan de planning niet zo aanpassen dat je in het verleden gaat praten. Je moet altijd gaan naar het feit dat je in staat bent met elkaar verder te gaan. De heer Boer had het over de Scharen. Ik denk dat de eerstkomende jaren daarvan totaal geen sprake is. Want het sportcentrum wat we nu hebben, blijft de eerstkomende jaren, - u hebt het van de heer Vos gehoord -, voorlopig nog in tact. En ik denk dat dat dan op het laatst wel degelijk een punt van overweging moet zijn. DE HEER BOER: Even een korte opmerking als dat mag, voorzitter. Ik heb er al vaker naar gevraagd. Het moet ook niet per ongeluk omver gereden worden. Het moet worden beschermd en in de gaten worden gehouden. WETHOUDER VAN YPEREN: Ik denk dat ik hiermee de meeste vragen heb beantwoord. Ik hoor het nog wel. DE VOORZITTER: Is er behoefte aan een tweede termijn? De heer Spapens, de heer Ugerler, de heer Vos en de heer Akinci. Ik begin bij de heer Spapens. DE HEER SPAPENS: De wethouder was erg snel weg. Hij zei wel dat hij alles beantwoord had maar ik geef nog maar een keer aan, ook al is er groot ongeloof hier vóór mij, dat het in de commissie wel degelijk gegaan is over 'de kwestie of de hal wel zo hoog moest zijn. En in de verlaging, - en mijnheer Akinci zei dat heel duidelijk -, zitten toch miljoenen winst in de uitgaven. Dat vinden wij dusdanig belangrijk dat wij nog steeds vinden dat daar naar gekeken moet worden. Ik kan mij niet herinneren dat u er in uw antwoord iets over gezegd heeft of u dat meeneemt in de SOK. Graag dus uw antwoord daar op. DE VOORZITTER: De heer Ugerler. DE HEER UCERLER: Voorzitter, we praten over de samenwerkingsovereenkomst maar ik heb een vraag naar aanleiding van het initiatief van het Amphia ziekenhuis. Mijn fractie maakt zich zorgen dat de ontwikkelingen van het Amphia eventueel in de problemen komen door deze ontwikkeling. DE VOORZITTER: De heer Akinci. DE HEER AKINICI: Voorzitter, allereerst een reactie op de heer Spapens en zijn vraag met betrekking tot de hoogte. Volgens mij hoeft die hoogte geen onderdeel van de SOK te zijn maar een onderdeel van de afweging die een volgende gemeenteraad maakt bij het VO. We hebben het over twee zalen, waarvan er een in principe - heel plat gezegd - er een van de gemeente is en een van het ROC. Nou, van die zaal van de gemeente en dus van de gemeenschap kunnen wij dus nog afwegen wat daar de hoogte van moet zijn. Met de breedtematen wordt dat wat lastiger want hij kan moeilijk smaller zijn. Dat kan misschien wel maar dan wordt de constructie wel wat duurder, denk ik. Voorzitter verder heb ik nog een min of meer afgeleide vraag naar aanleiding van de opmerking van de heer Boer over de Scharen. Niet alleen het kunstwerk, wat natuurlijk onderdeel is van de 1% norm die destijds gold bij de bouw van dit pand en nog steeds geldt, maar ook het pand zelf is

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2010 | | pagina 17