18 Dan geef ik het woord aan wethouder Van Yperen. WETHOUDER VAN YPEREN: De heer Spapens is begonnen met het feit aan te geven dat ik niet was ingegaan op de functie van inderdaad de tweede hal. Ik heb wel degelijk op een gegeven moment naar aanleiding van een vraag van de heer Akinci gezegd: luister, we gaan dat heel duidelijk nog een keer aangeven op een moment dat beslist moet worden. Er zijn nu twee hallen in de planning, een van 9 meter en een van 11 meter. Die ene van 11 is de plus. Die kan er eventueel, wanneer de raad daarvoor kiest, af, waardoor er een winst kan ontstaan. Maar dan is er ook een verlies. Dan kan je niet meer meedoen met nationale wedstrijden. Dat is de andere kant van het verhaal. Maar dat is ter beoordeling op het moment dat de SOK voorligt. De heer Ugerler gaf aan dat we wel degelijk rekening moeten houden met het Amphia en de plannen daarvan. Ik denk dat het een dossier is wat daar compleet los van staat. We weten zeker dat we alles in het werk zullen stellen om ook daar voldoende naar te kijken en de mogelijkheden goed te bezien. Maar ook daar geldt natuurlijk de stedelijke programmering. De heer Akinci vroeg hoe ver het staat het met het oude sportcentrum inzake het tot monument verklaren. Daar is nog geen besluit over genomen. De eerstkomende jaren, dat heeft u gezien met betrekking tot de planning, blijft het nog intact. En op een van die momenten, zodra het niet meer die functie heeft, zal dat moment zijn waarop we dat besluit moeten nemen. Het komt dus altijd bij u op tafel, alleen niet vandaag omdat we nog een aantal jaren daarmee verder moeten. Mijnheer Boer, u heeft het moeilijk met het woord SOK. In wezen is er altijd een SOK nodig om een start te beginnen. Een samenwerkingsovereenkomst is de basis van elk verder gesprek als je samen iets wil oprichten. We hebben die SOK dus echt nodig. We maken er geen oude SOK van. Het is een nieuwe SOK die we op willen pakken en we hopen daarmee inderdaad resultaat te bereiken. DE HEER BOER: Een maliënkoldersok. DE HEER AKINCI: Misschien nog even ter interruptie in de richting van de heer Boer. U hoeft niet zo heel veel problemen te hebben met sokken in het algemeen, alleen sokken stoppen is wat lastiger. Maar dit wordt geen gestopte sok. DE HEER BOER: Die worden vanzelf gestopt omdat ze snel te duur zijn. WETHOUDER VAN YPEREN: De heer Vos had het over het verkeer. Natuurlijk is er een toename van verkeer bij bepaalde sportevenementen. Dat is ongetwijfeld zo. Natuurlijk komt er een mobiliteitsplan en natuurlijk komt er op het moment dat de SOK er ligt een overzicht met de mogelijkheden en onmogelijkheden met betrekking tot het verkeer. Dat maakt onderdeel uit van de SOK. Met betrekking tot de planning wil ik het volgende zeggen. Ik denk dat ik u heel duidelijk aangegeven heb dat de onderhandelingen zorgen voor de basis van de planning en meer kunnen we niet. We kunnen niet in het verleden leven. DE VOORZITTER: Goed. We hebben in twee termijnen gesproken. Ik zou naar een afronding willen. Wie is voor het voorstel? Wie is tegen het voorstel? De fractie D66 en de SP. MEVROUW BOELEMA. Ik zou daar nog wel een stemverklaring over willen afleggen. DE VOORZITTER: Dat had ik u moeten vragen. Gaat uw gang. Stemverklaring. MEVROUW BOELEMA: Ik ben zo assertief om dat zelf dan maar te doen. Dat D66 tegen is, heeft te maken met het feit dat wij geen vertrouwen hebben in het plan wat er nu ligt. Er is geld gevoteerd wat eerst goedgekeurd had moeten zijn en D66 heeft gewoon geen vertrouwen, in ieder geval niet op dit moment, in een juiste afhandeling, zeker niet in het licht van het feit dat vragen van ons continu niet beantwoord worden. Wij willen daarom deze beslissing opschuiven naar een volgende periode.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2010 | | pagina 19