19 DE VOORZITTER: Een stemverklaring van de SP. Mijnheer Spapens. DE HEER SPAPENS: Ik zal het kort houden. Mevrouw Boelema heeft inmiddels mijn woorden uitgesproken, zij het iets langer. Dat was ook onze verklaring. DE VOORZITTER: Waarvan akte. Dan is het voorstel aangenomen minus de fracties SP en D66. 3. le SERIE BEGROTINGSWIJZIGINGEN 2010. DE VOORZITTER: Een kleine tekstuele correctie: onder de kopjes inleiding en uitvoering van het besluit staat vermeld dat de raad gevraagd wordt in te stemmen met de wijzigingen 1 tot en met 4. Dit moet uiteraard zijn 1 tot en met 5. Wie van u wenst het woord? Mijnheer Vos en Mevrouw Van Maanen. Het woord is aan de heer Vos, D66. DE HEER VOS: Voorzitter, we hebben daar uitvoerig over gesproken in de commissie. We waren tegen en dat zijn we vandaag nog steeds. DE VOORZITTER: Mevrouw Van Maanen. MEVROUW VAN MAANEN: Voorzitter, het college stelt onder andere voor om 10 miljoen over te hevelen van 2009 naar 2010. En waarom doet zij dat? Dat doet zij omdat het beleid niet in 2009 uitgevoerd kon worden en dus de uitvoering en de besteding van de middelen naar 2010 schuiven. Met andere woorden: het is eigenlijk een onderuitnutting van 10 miljoen. En de afgelopen jaren is deze onderuitnutting al fors opgelopen van 2 naar 4 naar 10 miljoen. Daarom heeft vorig jaar het college ook al ingezien dat dit geen goede ontwikkeling is en criteria opgesteld om de overheveling aan banden te leggen. Ook zou daarmee tegelijkertijd de overheveling geobjectiveerd kunnen worden. Dan heb je de objectieve criteria en vervolgens leg je alles langs dezelfde meetlat. Dan heb je een objectieve norm of je al dan niet iets kan doorschuiven naar een jaar later. Nou zijn wij van mening, ook zeker na de discussie in de commissie, dat deze overhevelingen toch niet zo heel erg objectief zijn als wij dat wel zouden willen. Daar zijn drie redenen voor. In de eerste plaats zijn er overhevelingen die bij coalitieakkoord geregeld zijn, waarbij per definitie geld wat overblijft in bepaalde portefeuilles, met name sociale portefeuilles, altijd automatisch overgeheveld wordt en dus niet hoeft te voldoen aan de criteria. Dat is een. Dat is sowieso al een politieke keus die in het coalitieakkoord is afgestemd en waar wij geen voorstander van zijn. Bovendien is het dan nog zo dat verschillende overhevelingen niet voldoen aan een aantal criteria en toch de toestemming krijgen om overgeheveld te worden. Daarnaast wordt er op sommige beleidsterreinen subsidie toegekend, waar al geld voor gereserveerd was. En dan blijft zowel de subsidie als het al gereserveerde geld toch staan binnen de portefeuille. Wat ons betreft, zijn dat politieke keuzes. Dat zij niet onze keuzes en daarom stemmen wij tegen dit voorstel. DE VOORZITTER: Dank u zeer. Andere leden nog van uw raad? Dan geef ik het woord aan de wethouder. Wethouder Snier. WETHOUDER SNIER: Dank u wel voorzitter. Ik denk dat ik kort kan reageren. Ik denk dat met name op dat wat mevrouw Van Maanen zegt ten aanzien van de manier waarop er getoetst is. Voor al deze overhevelingen geldt dat wij getoetst hebben op de criteria. Natuurlijk is het zo dat als je een coalitieakkoord met elkaar afspreekt, dat dat leidend is. Maar voor al deze elementen is er op dezelfde criteria getoetst. Ik denk dat het belangrijk is om dat nog even heel expliciet vast te stellen. Wel is het zo, - en daarom hebben wij deze koninklijke weg willen bewandelen -, dat toetsen mensenwerk is. Daarom hebben wij gekozen voor deze procedure. We willen daarover heel expliciet naar de raad verantwoording afleggen. Wij hebben niet gestuurd op de financiële omvang van de overheveling. Dat hebben we in de commissie ook zo besproken. Dat is niet waar wij op hebben gestuurd. Dat is een resultante van de toetsing op deze criteria, die wij met elkaar afgesproken hebben. We hebben dat zo transparant en open mogelijk gedaan en in de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2010 | | pagina 20