23 bijvoorbeeld bij voetbalwedstrijden, waar helaas soms ook supporters de fout in gaan, en die dan wel later opgespoord kunnen worden. Heeft dat dan volgens GroenLinks geen enkel nut? DE WAARNEMEND VOORZITTER: De heer Akinci. DE HEER AKINCI: Maar kom nou, mevrouw Haagh, verdiept u zich in de materie alstublieft. De camera s die de politie agenten in Hoek van Holland meenamen, waren mobiele installaties waarvan de burgemeester nu al het volledige recht en de volledige bevoegdheid heeft om die waar het hem belieft, in te zetten. Daar hebben we dit amendement niet voor nodig en daar gaat het amendement ook niet over. De camera's bij NAC, - een ander voorbeeld -, worden direct uitgelezen. Daar is veiligheidspersoneel in de buurt wat dus ook direct naar de plaats van het delict gestuurd kan worden. Dat zijn dus al die zaken waarvan u zegt, en waarvan ook GroenLinks zegt: prima dat er camera's staan. Sterker nog, het gebied van NAC is bij het amendement wat wij als GroenLinks enkele jaren geleden hebben ingediend, en waarbij een beperkte bevoegdheid aan de burgemeester werd gegeven, en werd het uitgaanscentrum en de omgeving van het stadion al meegenomen als gebied waarbij de burgemeester deze bevoegdheden al wel had. Wij zijn het dus op dat punt nog volstrekt met elkaar eens, alleen niet over het feit dat nu de hele stad wordt vrijgegeven en dat de burgemeester, - ik denk dat hij verstandig genoeg is om het niet te doen -, in principe nu overal camera's zou kunnen gaan neerhangen. MEVROUW HAAGH: Mag ik even een aanvullende vraag stellen, los van de voorbeelden die ik noemde. Ik noemde even voorbeelden die voor iedereen herkenbaar zijn en die mensen aanspreken, los van die voorbeelden die ik noem, herkent u dus wel het nut van de camera's als opsporing? DE WAARNEMEND VOORZITTER: De heer Ugerler. Correctie, de heer Akinci. DE HEER AKINCI: Ach, twee Turkse namen, dat kan gebeuren. Die grap wil ik al acht jaar maken. Eerst noemt u heel pompeus twee voorbeelden die natuurlijk de aandacht trekken bij de kiezer en vervolgens zegt u: ach, het waren maar twee voorbeelden en sorry dat ik er naast zat. Prima. Kijk, ik ben het volstrekt met u eens dat camera's de veiligheid kunnen dienen, daar waar direct ingegrepen kan worden. Als opsporingsmiddel kunnen ze af en toe ook nuttig zijn. Dat kan. Waar het hier om gaat, is dat de veiligheid op straat hier verbeterd wordt. Het is ons allemaal te doen om de veiligheid, om er voor te zorgen dat het aantal incidenten naar beneden gaat. En dat is dus alleen maar als die camera's gebruikt worden in combinatie met de fysieke aanwezigheid van veiligheidspersoneel in de buurt en dus ook het direct uitlezen. Alle andere voorbeelden, zie de onlangs gehouden literatuurstudie in Engeland, waar 60 onderzoeken die ooit naar cameratoezicht zijn gepleegd, naast elkaar zijn gelegd. En de enige conclusie die mogelijk te trekken is, is: jongens het heeft geen zin, tenzij. En dan kom ik weer bij die twee punten die ik aan het begin van mijn betoog ook al heb genoemd. DE WAARNEMEND VOORZITTER: Goed. Ik zie nog een paar mensen die vragen hebben. Dat is de heer Ugerler, dat is volgens mij de heer Gouka, of niet, en de heer Boer. De heer Ugerler. DE HEER UCERLER: Voorzitter, de bijdrage van de heer Akinci verbaast mij want die is bijna totaal anders dan wat hij in de commissie heeft verwoord. Wij spreken namelijk niet over wel of geen cameratoezicht of het nut en de noodzaak van het cameratoezicht, maar wij praten over een wijziging van de APV. En u heeft in de commissie gezegd, - ik heb aan u en aan de SP gevraagd -, u beiden bent blijkbaar niet overtuigd van het nut van het cameratoezicht. U heeft letterlijk ontkend. Alleen de SP heeft gezegd: Wij geloven niet in het cameratoezicht. U heeft in de commissie gezegd: van cameratoezicht zijn we overtuigd; dat kan de veiligheid en het schrikeffect bevorderen. En nu hoor ik van u een heel ander verhaal. Maar los daarvan, gaat het voorstel niet om wel of geen cameratoezicht. Het gaat om de wijziging van de APV. En wat vind ik van uw argumentatie? U wilt zowel de rechter als de aanklager spelen. DE WAARNEMEND VOORZITTER: Mijnheer Akinci, kunt u een kort antwoord geven?

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2010 | | pagina 24