Voorzitter, even ter interruptie. U heeft het over uitkijken. Bedoelt u dan direct uitkijken of na afloop? DE HEER TAKS: In eerste instantie direct uitkijken. Bovendien blijven de beelden een paar dagen bewaard. Dan kunnen ze nog een rol spelen bij een opsporingsonderzoek, zowel het een als het ander. Dan heb je een kwalitatief goed instrument in het cameratoezicht gevonden. Zo bedoelen wij het ook. Niet de hele stad vol zetten met camera's waar geen enkel effect van uitgaat. Daar is niemand mee gebaat. Maar als je het op de goede manier doet, zoals ik net beschreven heb, dan wordt het veiligheidsgevoel van de burger bevorderd maar ook de objectieve veiligheid en dat is voor ons nog veel belangrijker. Camera's hebben een preventieve werking als ze zo gebruikt worden en ze vergroten de pakkans. En daar gaat het met name ook om. Het probleem is wel dat er situaties zijn waarbij camera's worden gezien als een inbreuk op de persoonlijke levenssfeer. Bovendien is cameratoezicht uitermate kostbaar. Om die reden is de VVD terughoudend in het plaatsen van camera's. Maar wij vinden wel dat de huidige APV, die wij sinds 2006 kennen, onnodig terughoudend is. Als gevolg van het toen aangenomen amendement van de heer Akinci, moet voor elke plaatsing van camera's op locaties die in de verordening met name genoemd zijn, eerst via een raadsvoorstel de APV worden gewijzigd, zoals dat twee jaar geleden ook is gebeurd met het cameratoezicht op bedrijventerreinen. Het gaat ten koste van de slagvaardigheid als steeds weer voor elke plaatsing de procedure van het raadsvoorstel moet worden gevolgd. Het initiatiefvoorstel legt de bevoegdheid voor het plaatsen van de vaste camera's voortaan bij de burgemeester, zoals het in het oorspronkelijke voorstel van 2006 ook bedoeld was. De burgemeester handelt daarbij onder politieke controle van de gemeenteraad en in democratisch opzicht laat een dergelijke regeling niets te wensen over. Het klopt in democratisch opzicht volledig. De burgemeester kan ter verantwoording worden geroepen door de gemeenteraad als hij inderdaad zijn bevoegdheid te gretig zou gebruiken. Dan kan de gemeenteraad interveniëren via een interpellatie. Voorzitter, sinds 2006 heeft het denken over dit onderwerp niet stil gestaan. Het is verheugend dat nu ook de PvdA fractie en ook de voltallige ongedeelde CDA fractie er voor kiezen de bevoegdheid om camera's te plaatsen bij de burgemeester te leggen. Herstel het foutje van 26 oktober 2006 nu, dankzij het voorstel van de heer Ugerler. Voor alle duidelijkheid het volgende. Het betekent uitbreidingsbevoegdheid van de burgemeester maar het betekent geen uitbreiding van het cameratoezicht. Want daar is geld voor nodig. De hartstochtelijke pleidooien van het CDA en de PvdA betekenen ook dat die partijen in de toekomst meer geld gaan voteren voor cameratoezicht. Op plaatsen waar het effectief is en onder bepaalde voorwaarden vindt de VVD dat een belangrijke zaak voor de Bredase burgers. DE WAARNEMEND VOORZITTER: Mijnheer Taks, ik dank u zeer. Dan wil ik nu eerst het woord geven aan de burgemeester. Er zijn niet echt veel vragen gesteld maar ik kan mij voorstellen dat u toch een eerste reactie wilt geven. Even een punt van orde. Ik krijg net van de bode een briefje. Er staat een auto in de weg. Dat is een Fiat Bravo SH ST 53. DE HEER AKINCI: Dan durft er echt niemand op te stappen. Dat weet ik zeker. DE WAARNEMEND VOORZITTER: Dat zou wel moeten want ik heb begrepen dat hij hopeloos in de weg staat. DE HEER SZABLEWSKI: Als hij op staat, krijgt hij een bravo. DE WAARNEMEND VOORZITTER: Goed. Die mededeling heb ik gedaan. Dan geef ik nu graag het woord aan de burgemeester. DE BURGEMEESTER: Ik sluit niet uit dat het in ieder geval ook door de camera is geregistreerd en opgenomen. Mevrouw de voorzitter, ik wil het toch, gezien datgene wat in de commissie al uitgebreid is besproken, kort houden. Als het gaat kan ik mij vinden, - de heer Taks noem het een reparatie -, in datgene wat in het initiatiefvoorstel is neergelegd. Ten tweede denk ik dat het van grote betekenis is om dat ook zeer nadrukkelijk te delen met de gemeenteraad, verantwoording af te leggen. Ten derde, als het gaat om een zekere heftigheid en gretigheid waarin het tegen verwoord wordt, met name door de heer

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2010 | | pagina 30