Dan de planregels. Daarover blijven twijfels bestaan of die nu wel of niet voldoende bescherming bieden aan het historische lint. Daarom denken wij dat een beeldkwaliteitplan verhelderend kan werken omdat iedereen dan ziet wat er werkelijk kan gebeuren binnen dit bestemmingsplan. Voor andere plannen maken we ook beeldkwaliteitplannen. Dus ook voor dit plan zien wij een toegevoegde waarde, terwijl er geen belemmeringen uit kunnen voortvloeien. En nu de Chaamse Beek. In de commissievergadering hebben we vragen gesteld over de Chaamse Beek, een belangrijke ecologische waterverbinding van het Ulvenhoutse Bos naar het Mastbos. Hierop hebben wij eigenlijk geen goed antwoord gekregen. Een belangrijk perceel in deze verbinding staat al als EHS, als ecologische hoofdstructuur in de provinciale plannen, onder andere in het reconstructieplan waar we ons als gemeente ook aan gecommitteerd hebben. Recent heeft de provincie de waarde van deze waterverbinding weer bevestigd door het als ecologische hoofdstructuur op te nemen in de nieuwe Verordening Ruimte. Dan is het toch wel teleurstellend dat u dit bestemmingsplan, deze belangrijke natuurschakel, uitsluitend bestemt voor Wonen. Graag willen wij van het college weten waarom er geen wijzigingsbevoegdheid opgenomen is naar Natuur. Voor veel planontwikkelingen die nog niet zeker zijn, nemen we wijzigingsbevoegdheden op. Waarom hier niet? Ook een dubbele bestemming zou een oplossing kunnen zijn. Een ding is zeker, deze natuurverbinding zal er komen. En door deze nu niet in het bestemmingsplan veilig te stellen, kunnen ongewenste ontwikkelingen de realisatie van deze belangrijke waterverbindingen moeilijker maar vooral duurder maken. DE VOORZITTER: Ik dank u zeer, mevrouw Schokker. De heer Gansevoort, CDA. DE HEER GANSEVOORT: Dank u wel voorzitter, geacht college. Voor ons ligt het bestemmingsplan Ulvenhout, een bestemmingsplan, zoals we ook in de commissie hebben besproken, wat is gebaseerd op de Nota van Uitgangspunten die samen met de Dorpsraad Ulvenhout is opgesteld. Een bestemmingsplan wat uitgebreid is besproken met de bewoners en de Dorpsraad van Ulvenhout. We kunnen dan ook met recht spreken van een gedragen voorstel. Desondanks waren er naar aanleiding van een commissievergadering toch nog een aantal punten waar mogelijk nog nader over van gedachten moet worden gewisseld. Voor het CDA zijn er dat eigenlijk drie, waarmee we even kort ons stadpunt hier willen weergeven. Dat is het Hertenspoor, het historisch dorpslint en de Kraaijenbergsestraat, zoals ook door mevrouw Schokker aangehaald. Aangaande het Hertenspoor kunnen wij kort en krachtig zijn. Wij zijn van mening als CDA dat de partiële herziening, inclusief de antwoorden zoals gegeven door het college, voldoende zekerheid bieden om de toekomstige ontwikkelingen daar in goede banen te leiden. Dan het historisch dorpslint. Naar onze inzichten biedt het bestemmingsplan voldoende maatregelen om ongewenste toekomstige ontwikkelingen daar tegen te gaan. Het aangehaalde beeldkwaliteitplan zou natuurlijk een alternatief kunnen zijn maar biedt juridisch gezien geen enkele onderbouwing om dit soort mogelijkheden tegen te gaan. Dat is in onze ogen dan ook weinig zinvol op dit moment. Daarnaast is gebleken dat vanuit het ambtelijk apparaat onderzoek is gedaan samen met het rijk, om te kijken of eventueel een beschermd dorpsgezicht mogelijk was in Ulvenhout. Helaas is men op dat moment tot de conclusie gekomen dat het geen haalbare kaart is. Aan de ene kant betreuren we dat, maar aan de andere kant zijn we ook realistisch. Willen we dat wel bereiken, dan gaat dat veel tijd vergen en een dergelijk onderzoek zal minstens een jaar of vijf op zich laten wachten. De CDA fractie is dan ook van mening dat de huidige voorstellen en maatregelen in het bestemmingsplan voldoende zijn, maar spreekt wel de hoop uit dat het college na de herziening van het bestemmingsplan toch wil kijken om het beschermd dorpsgezicht nog eens te onderzoeken. MEVROUW SCHOKKER: Voorzitter, DE VOORZITTER: Mevrouw Schokker. MEVROUW SCHOKKER: Ik zou toch graag een vraag willen stellen. Het is een tijdje geleden, maar het lukte me niet om er tussen te komen. Ik zou aan de heer Gansevoort de vraag willen stellen of hij dan altijd een beeldkwaliteitplan niet een goed instrument vindt om kwaliteit in een deel van de stad te verbeteren. Ik vind dat toch wel weinig onderbouwd wat hij nu zegt. DE HEER GANSEVOORT:

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2010 | | pagina 36