39 DE HEER BOER: Daar staat duidelijk in dat ze het er niet mee eens zijn. DE HEER VUIJK: Maar als er een traject van anderhalfjaar is en er dan om half zes nog een mail wordt verstuurd, dan kan het zijn dat er mensen zijn die dat missen. Ik weet ook dat er ook andere stromingen in het dorp zijn die op dit moment zeggen: kom jongens, we gaan eens door want we staan stil op dit moment. En als wij inderdaad in Ulvenhout mensen willen laten wonen, zullen we ook met enige verdichting rekening moeten houden. Dat maakt dit bestemmingsplan ook mogelijk. En als er inderdaad projecten zijn die van start komen, moeten we inderdaad goede stedenbouwkundige plannen maken en overeenkomsten, waar alle partijen mee uit de voeten kunnen en waar we dan inderdaad dingen bouwen die we in het dorp nodig hebben. Dank u wel. DE VOORZITTER: Ik dank u zeer. Het woord is aan de heer Vos, D66. DE HEER VOS: Ja voorzitter, dank u wel. Ik wil eigenlijk verder gaan waar mijnheer Vuijk gebleven was en dat is bij de vraag of wij dingen bouwen die een dorp nodig zou hebben. De gemeenteraadsfractie D66 kan zich op hoofdlijnen vinden in het voorliggende bestemmingsplan, met uitzondering van een locatie. En dat betreft de Kraaijenbergsestraat. Uw college stelt voor om daar een stacaravan te legaliseren als permanente woning op een meter van de grens van de buurman. Dat is uitzonderlijk. Naar onze overtuiging moetje dan wel hele goede redenen in huis hebben om daar als gemeenteraad mee akkoord te gaan. Over die redenen wil ik nog het een en ander zeggen, mede in het licht van de brief die we gisteren van u ontvangen hebben. We hebben hier te maken met een eigenaar van een bedrijf die in 1999 een vergunning heeft aangevraagd voor het tijdelijk plaatsen van een stacaravan. Daar heeft de familie zelf voor gekozen, anders dan in uw brief staat vermeld. Het was voor maximaal 5 jaar. De aanvraag die door de familie zelf is ondertekend, is daar heel helder over. Wanneer een andere procedure zou zijn gevolgd, bijvoorbeeld een artikel 19 procedure voor de realisering van een permanente woning, dan zou die stacaravan daar nooit gekomen zijn. Laat dat heel helder zijn. Dan was er gewoon geen woning gebouwd, zeker niet op een meter van de grens van de buren. Dus ook die argumentatie in uw brief gaat mank. Na 5 jaar ruimt de eigenaar de caravan niet op maar laat deze staan. En de buurman vraagt terecht in 2008 om handhaving. Als gemeente begrijpt u dat. U stuurt ook een brief naar de eigenaar van de caravan om deze op te ruimen want, - zo meldt u aan de gemeenteraad -, de vergunning was verlopen en de woning zou niet alsnog gelegaliseerd kunnen worden. En dan, schrijft u in het overzicht, vindt er een gesprek plaats tussen de eigenaar en de gemeente, - niet de omwonenden, alleen de eigenaar en de gemeente -, en dan besluit u als gemeente, als college, om de woning te gaan legaliseren. En de reden daarvan is tot op heden nog steeds niet helder. We staan hier voor de besluitvorming in de laatste raadsvergadering. Ik doe dus nog een laatste poging, ook al hebben we het er al heelvaak over gehad, zoals mevrouw Van Hasselt zei. Waarom kiest u als college, als wethouder Ruimtelijke Ordening, nou voor legalisatie van die caravan op een meter van de grens van de buren en waarom wilt u ten koste van alles voorkomen dat er gehandhaafd gaat worden door de gemeente? Aanvullend daarop stelt u als college voor om te voorzien in de mogelijkheid om op het perceel 3 woningen te bouwen. U spreekt zelf over een financiële stimulans. Ik heb in de commissie gezegd: een klein miljoen of meerdere tonnen. Het hangt daar ongeveer tussen in. Maar de aanleiding vormt de illegaal geplaatste caravan. En nu later wordt er als argument bijgehaald dat daarmee heel Ulvenhout mooier wordt. Maar goed, als we gaan fietsen door Breda, komen we wel meer locaties tegen, met name bedrijfslocaties, die erop vooruit zouden gaan als we als gemeente zouden meewerken aan het realiseren van woningen. Wat is nu precies uw argumentatie om als college in dit geval mee te werken? In onze overtuiging is het gewoon rechtsongelijkheid. En in het verlengde daarvan schrijft u dan aan de gemeenteraad dat u verwacht dat de familie op korte termijn de caravan zal opruimen, evenals de loods en daar dan 3 woningen zal realiseren. Maar mijn vraag is: hoe zeker is dat nu? Welke afspraken zijn daarover gemaakt? Want wanneer ik de eigenaar zou zijn van de grond, zou ik denken: de woningmarkt is slecht, vindt nog maar eens een projectontwikkelaar, ik heb toch de bouwrechten, waarom zou ik niet gewoon 3, 4, 5, 6, 7 of misschien wel 8 jaar wachten, als ik op dit moment het geld toch niet nodig heb. Graag een reactie daarop. Waarom weet u dan zo zeker dat we hiermee moeten instemmen en dat daarmee het probleem is opgelost. Dan tot slot een passage uit de brief die bij onze fractie het meest opviel. Die passage noemde u ook al ter overweging aan ons als gemeenteraad om in te stemmen met het voorstel. En dan citeer ik: ik - en dat is dan dus de wethouder - wil wijzen op de enorme onzekerheid die ontstaat voor de betrokken familie. En dat gaat dus over de vraag of we wel of niet gaan handhaven. En dan citeer ik weer: de familie wordt daarmee heen en weer

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2010 | | pagina 40