DE HEER VOS: Voorzitter, ik wil daar nog kort een vraag over stellen. In de brief van gisteren schrijft de wethouder dat hij een oplossing op korte termijn verwacht. Ik heb daar een vraag over gesteld die niet beantwoord is. Hoe weet de wethouder nou zeker dat er op korte termijn een oplossing is, dat die caravan weggaat, dat daar woningen komen. Het kan ook nog 4, 5, 6, 7 of 8 jaar duren. Welke afspraken heeft u daarover gemaakt? WETHOUDER OOMEN: Mijnheer Vos, daar kun je toch geen afspraken over maken. Dat kan toch niet. Het is toch de markt die bepaalt wanneer dat geëffectueerd wordt. Wat ik alleen maar aan wil geve is dat we de mogelijkheid bieden tot. Dat doen we. We bieden de mogelijkheid voor de eigenaar om het perceel te ontwikkelen zodat de mensen in ieder geval ook financieel hier niet door benadeeld worden. Wantje kunt ook niet zomaar de bedrijfsbestemming weg stemmen. Dat kan niet. Dus wij bieden de mogelijkheid. Maar ik kan u geen garantie geven dat het vandaag is of morgen. En de eerlijkheid gebiedt natuurlijk te zeggen dat ook in de huidige tijd, waar het met de economie niet makkelijk is, dat het toch, als het gaat om woningbouw, om wat grotere percelen, niet eenvoudig is. Dat geef ik dus toe. Ik kan niet zeggen vandaag of morgen. Ik kan alleen de mogelijkheid bieden tot, namens het college. En voorzitter, daar wil ik het bij laten. DE HEER BOER: Voorzitter, de motie.... DE VOORZITTER: Ik stel voor: de tweede termijn. DE HEER BOER: De motie. DE VOORZITTER: Wethouder, de motie nog. WETHOUDER OOMEN: Ja voorzitter, ik denk als ik naar het dictum kijk, dat ik voldoende duidelijk heb gemaakt dat datgene wat hier door de heer Boer door Leefbaar Breda/Parel van het Zuiden wordt gevraagd, dat we dat in ieder geval af moeten wijzen. DE VOORZITTER: Goed. Aan de orde is de tweede termijn. Wie van u voor een tweede termijn. Het woord is aan mevrouw Schokker. MEVROUW SCHOKKER: Voorzitter, we hebben in onze eerste termijn ervoor gepleit om de besluitvorming over de Kraaijenbergsestraat, volgens het voorstel wat de wethouder zelf heeft gedaan, naar de toekomst te verschuiven. Dat hadden we toch liever gezien omdat er toch nog wel heel veel haken en ogen aan zitten. Dat gebeurt nu niet en dat vinden wij jammer. Terugkomend op de ecologische waterverbinding, begrijpen wij dat nu op dit moment nog realiseren van de dubbelbestemming of de wijzigingsbevoegdheid, inderdaad heel erg moeilijk is omdat daar geen contact over is geweest met de eigenaar. Maar wij denken toch dat het heel belangrijk is om te proberen om ook nog in dit stadium te kijken of dit perceel verworven kan worden, in ieder geval dat er overleg komt binnenkort. Misschien dat de wethouder dat kan toezeggen. Misschien dat het nog wel te redden is. Want als er eenmaal woningbouw komt, wordt dat gewoon heel erg moeilijk. Dan zitten we in een later stadium met meer kosten en moeite om dat nog te kunnen doen. Ik begrijp dat het op dit moment niet kan omdat er geen overleg is geweest. Dat is jammer. De kans is dus voorbij gegaan om dit in de aanvang van het bestemmingsplan te regelen. Maar dan doe ik de oproep om alsnog te proberen om in gesprek te gaan. DE VOORZITTER: Dank u zeer. Het woord is aan de heer Gansevoort. DE HEER GANSEVOORT:

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2010 | | pagina 46