50 MEVROUW VAN DER BRUGGEN: Waar we uiteraard minder over te spreken zijn, is de communicatie met en de betrokkenheid van het dorp Teteringen. Want zowel de dorpsraad, inwoners maar zeker ook de bedrijven niet te vergeten, zijn niet op de hoogte van deze plannen. En als je niet goed communiceert van tevoren, betekent dat eigenlijk het kweken van argwaan en dat is jammer. Wat dat betreft, is dat gedurende deze collegeperiode helaas de zoveelste keer dat we het weer over communicatie hebben met belanghebbenden en daarin weer tekort schieten. Daar moeten we toch echt in de volgende periode met zijn allen van leren. Wellicht dat de wethouder vanavond op een aantal van die zorgen, die onder andere in de brief van de dorpsraad hebben gestaan, nog snel kan ingaan. Mevrouw Vossenaar heeft een aantal van die punten genoemd. Te verwachten geluidsoverlast, is dat nou wel of niet van toepassing. U praat in uw brief over minder geluid. Dat betekent dat er misschien toch wat overlast is. De mogelijke uitstoot van gassen, eventueel stank, negatieve effecten op de dichtstbij geplande woningbouw, want anders worden die onverkoopbaar, allemaal belangen voor Teteringen. Ik hoor de antwoorden liever uit uw mond dan van de raadsleden die zich daar in verdiept schijnen te hebben. Voorzitter, de VVD heeft bij de bespreking in de fractie daarnaast nog een drietal vragen. Waarom doen we deze analyse voor deze energievoorziening voor de nieuwbouw in Teteringen niet vanuit een soort van integrale afweging tussen meerdere alternatieven die we hebben. En kies je dan op grond van de informatie die je dan hebt, het beste als je er een aantal criteria tegenaan hebt geplakt. Want in plaats van nu is het een soort van doelredenering die we dan gaan toepassen. We gaan sowieso voor een biomassacentrale omdat het toevallig goed uit komt vanwege de problematiek ten aanzien van de composteerinrichting die we daar hebben. Kortom, doen we het niet op de verkeerde manier? Hadden we niet eerst die alternatieven tegen elkaar af moeten zetten in plaats van te zeggen: als we de business case niet rond krijgen, gaan we naar de alternatieven kijken. Ter interruptie mijnheer de voorzitter. Het is niet dat dit nu pas ter sprake komt omdat er geen alternatieven zijn met betrekking tot dit dossier. De keuze is in 2007 gemaakt bij de Energievisie in Teteringen. We hebben een haalbaarheidsonderzoek in 2008 gedaan. Het is dus niet dat we nu nog een keer gaan terug kijken of we nu KWO of de biomassacentrale gaan doen. Dat lijkt me volslagen overbodig. DE HEER ARBOUW: Ja, maar toch is ook door het college aangegeven dat die alternatieven wel degelijk nog opties zijn. En ik vind toch dat de afweging die in de Energievisie gedaan is, te weinig doordacht is op de verschillende mogelijkheden die hier aan de orde zouden kunnen zijn. Onder andere wordt toegegeven dat koude en warmte opslag, - dat is natuurlijk een andere vorm van energievoorziening -, een reële optie zou zijn waarbij hetzelfde systeem gebruikt zou kunnen worden voor die 6000 woningen. Alleen de visie is dus niet voldoende. Daar moet je toch iets verder doorgaan op de verschillende opties om die in ieder geval in een soort van eerste globale berekening naast elkaar te kunnen zetten. Voorzitter, de tweede vraag die we hebben is: als we deze business case niet rond krijgen, wat is dan het totale financiële risico voor de gemeente? En de laatste vraag is: hoe wordt nou de relatie tussen gemeente en Essent in deze samenwerking? Hoe is de rolverdeling, ook juridisch gesproken? Wordt nou de gemeente straks een soort van energieleverancier en daarmee een soort van concurrent van Nuon? En is het dan niet logischer dat bij wijze van spreken Essent de investering doet die nu de gemeente gaat doen? Dan is dus de rol van de overheid wel een belangrijke vraag in dit stadium. Afhankelijk van de beantwoording van de wethouder, zal de VVD haar positie bepalen. Dank u wel. DE VOORZITTER: Dank u zeer. Het woord is aan mevrouw Schokker, GroenLinks. MEVROUW SCHOKKER: Ja voorzitter, aansluitend op wat mevrouw Van der Bruggen van de PvdA net heeft gezegd, wil ik ook nog even duidelijk maken dat dit een logische vervolgstap is in het traject waar we al sinds 2007 mee bezig zijn. In 2008 stelde de gemeente de nota "Steek positieve energie in het klimaat" vast en een halfjaar later, het uitvoeringsprogramma van 2009 tot 2012, met daarin 24 projecten, waaronder de biomassacentrale. Toen hebben we dus het kader vastgesteld. En daarvoor was een meerderheid in deze raad. De biomassacentrale is naar onze mening een financieel aantrekkelijke investering, omdat zowel de gemeente als de woningbouwcorporaties, daar met minder geld hogere C02 reducties kunnen binnen halen. Naast het financiële voordeel zijn er ook energievoordelen te behalen. Waarschijnlijk kunnen de bewoners ook nog voor een meer aantrekkelijke prijs dan de gangbare, energie ontvangen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2010 | | pagina 51