DE VOORZITTER:
Mevrouw Lucassen-van Oosterhout.
MEVROUW LUCASSEN:
Dat verklaar en beloof ik.
DE VOORZITTER:
De heer Van Lunteren.
DE HEER VAN LUNTEREN:
Dat verklaar en beloof ik.
DE VOORZITTER:
Mevrouw Van Maanen.
MEVROUW VAN MAANEN:
Dat verklaar en beloof ik.
DE VOORZITTER:
Mevrouw Van Mourik-Van der Bruggen.
MEVROUW VAN DER BRUGGEN:
Dat verklaar en beloof ik.
DE VOORZITTER:
De heer Nouhi.
DE HEER NOUHI:
Zo waarlijk helpe mij God almachtig.
DE VOORZITTER:
De heer Quaars.
DE HEER QUAARS:
Dat verklaar en beloof ik.
DE VOORZITTER:
Mevrouw Van der Sanden.
MEVROUW VAN DER SANDEN:
Dat verklaar en beloof ik.
DE VOORZITTER:
De heer Scheltens.
DE HEER SCHELTENS:
Dat verklaar en beloof ik.
DE VOORZITTER:
Mevrouw Schokker.
MEVROUW SCHOKKER:
Zo waarlijk helpe mij God almachtig.
DE VOORZITTER:
De heer Spapens.
DE HEER SPAPENS:
Dat verklaar en beloof ik.
DE VOORZITTER:
De heer Stubenitsky.
DE HEER STUBENITSKY:
