89 Dank u wel voorzitter. Er is genoeg om op te reageren. Ik zal het meeste proberen te behandelen maar ik heb er alle vertrouwen in dat, wanneer ik iets over het hoofd zie wat andere partijen toch erg graag opgehelderd willen hebben, de interruptieknop snel gevonden wordt. Dat wilde ik even zeggen. Daar maak ik me niet zo druk om. Ik zal meteen met de Partij van de Arbeid beginnen. U hebt een dubbel gevoel. Laat ik u dan in ieder geval bedanken voor de goede helft daarvan. Ik had ook wat vragen over dat het u nog steeds spijt en nog steeds niet helemaal duidelijk is waarom het nou zo gelopen is. U zei een beetje: dat was uiteindelijk op gevoel. Dat was op gevoel, maar op een gevoel dat er inhoudelijk beter zaken voor ons te doen zou zijn en sneller overeenkomsten te vinden zouden zijn met het CDA. Zo zat het wat ons betreft toen wel. Het was een gevoel, maar wel een inhoudelijk gericht gevoel. Dat wil ik er toch wel even bij zeggen. Wij doen een beroep op de sociale netwerken en u vraagt zich af of we niet te veel een beroep doen op zaken die er misschien niet zijn, niet meer of niet in voldoende mate. Dan klinkt het net alsof we de hele fundamenten onder het sociale beleid en dat soort zaken wegslaan. Dat doen we in onze ogen niet. Het klopt dat we daarvoor als partijen verschillende woorden hebben. We hebben ook verschillende middelen, en ik denken er wat anders over hoe je het beste die doelen bereikt maar het uiteindelijke doel, namelijk mensen volwaardig laten deelnemen aan de samenleving is volgens mij niet iets wat ons heel erg uiteen drijft. Maar over de middelen denken we wat anders en dat gaan we nu dus op een wat andere manier doen. Omdat ik merk dat het heel erg in woorden en middelen zit, maak ik me er nu niet zo'n zorgen over dat dit op de lange termijn grote problemen oplevert omdat we langs een andere weg op dezelfde plek willen komen: een samenleving waar iedereen het beste uit zichzelf kan halen en mee kan doen. En als het niet op eigen kracht kan, word je daarbij gestimuleerd en geholpen. Over communicatie valt veel te zeggen. Dat is altijd met communicatie. Wij denken dat er niet een methode is die zaligmakend of heilig is. Wij hebben over een aantal zaken ook al eerder gezegd dat we vaak goede dingen willen behouden die geleerd zijn, maar misschien niet met de middelen die daar nu voor staan. Bij communicatie zijn er ook een aantal zaken waar wij als oppositie ook altijd kritiek op hebben gehad en waarbij wij onze kanttekeningen en vraagtekens hebben gesteld. Dan zult u inderdaad zien dat dat niet zo snel terug komt in dezelfde vorm als u het gewend was. De langdurigheidstoeslag heb ik een paar keer gehoord vandaag. Maar ik zie niet helemaal wat we daar zo schandalig of schokkend mee zouden doen. Ik weet de inzet van de onderhandelingen nog en ik weet ook wat ik niet heb gehaald. En op dit punt dacht ik eigenlijk dat ik het niet had gehaald. Als u dan toch zegt dat er zoveel verandert, dan heb ik of nog iets extra binnen voor mijn leden, of er is een misverstand gerezen. MEVROUW HAAGH: Mag ik daar meteen op reageren? Er staat versoberen in.. DE HEER DIJKHOFF: De uitvoering. MEVROUW HAAGH: De uitvoering. En dan moet dat iets impliceren in de richting van de termijn of de hoogte en dat is meestal niet echt voordelig voor die mensen. DE HEER DIJKHOFF: Fijn dat u het vraagt. Het zit hem niet in de grondslag. Het zit hem niet in de termijn. Het zit hem niet in de hoogte. Het zit hem in de mate waarin het wordt toegekend en het is meegenomen als onderdeel van het idee om mensen nog actiever aan het werk te helpen. MEVROUW HAAGH: U was nou zo helder in uw eerste termijn en zo vaag bent u met dit antwoord. Want wat bedoelt u er nou mee? DE HEER DIJKHOFF: Ik heb eerst al gezegd wat het allemaal niet is. Dat kunt u dus met een gerust hart afstrepen. Maar als wij aan de slag gaan om mensen aan het werk te helpen, - nog actiever dan we al deden -, en mensen hebben daar wat minder zin in dan wij willen en zij ook zouden kunnen, en ze hebben langdurigheidstoeslag, dan kun je in de uitvoering daarvan wat doen. Je kunt hem dus korten. Ik heb ook niet gezien dat hij als bezuiniging is ingeboekt. Dat scheelt dus. MEVROUW HEERKENS:

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2010 | | pagina 16