91
Even ter interruptie. Dat is een beleid van jaren. Jarenlang heeft Breda in wezen voor de sport
weinig gedaan.
DE HEER AKINCI:
Ter interruptie voorzitter: volgens mij bedoelt de heer Dijkhoff dat u dan de afgelopen twee jaar
een heel beroerd sportbeleid heeft gevoerd. Laat ik dat dan maar gewoon even zeggen.
DE HEER LIPS:
Bij interruptie mijnheer Van Yperen. Mijnheer Van Yperen, ik vond u vanavond 180 graden anders
dan Breda'97 de afgelopen vier jaren met de sportportefeuille. U zou zoveel verder zijn geweest
wanneer u de afgelopen vier jaren net zo fanatiek geweest was als u nu vanavond geweest bent.
DE HEER VAN YPEREN:
Mag ik daarop interrumperen? Investeren in sport kost geld. En als dat geld niet beschikbaar is,
dan kunnen we niks. Als er vanuit de gelden die we vanuit Essent hebben gekregen een bedrag
staat om een sportcentrum te realiseren, zouden we daar gebruik van moeten maken. En het
opknappen van een oude sporthal met miljoenen, is weggegooid geld. U gooit daarmee geld weg in
plaats van dat u verstandig investeert.
DE VOORZITTER:
Mijnheer Dijkhoff, gaat u verder.
DE HEER DIJKHOFF:
Ik neem de felle kritiek die de afscheid nemende wethouder heeft op het gevoerde sportbeleid voor
kennisgeving aan. Ik kan daar verder weinig aan toevoegen.
DE HEER VAN YPEREN:
Had u van mij wat anders verwacht dan?
DE HEER DIJKHOFF:
Laten we het niet over eikaars verwachtingen hebben maar het verbaast mij. Ik neem het ter
kennisgeving aan. Dank u wel.
Een punt wat ook door meerderen is genoemd, onder andere door Leefbaar Breda, PvdA, SP en
Breda'97, is de stadsmarinier. Dat is blijkbaar nogal een eye catcher. Volgens de een zijn ze te
soft, volgens de ander zijn ze streng. Laten we eerst maar eens kijken welke taken we hen als raad
meegeven. Dan kunnen we alsnog gaan bepalen of we dat te streng of te soft hebben gedaan.
Verder wordt er gezegd dat een marinier een soldaat is en dat daarom een stadsmarinier ook een
soldaat is. Dat is dan logica die niet opgaat. Een marinier is een militair, geen soldaat en een
stadsmarinier is geen militair. Hij heeft ook geen uniform. Zij hebben al wel jaren gefunctioneerd
en doen dat nog steeds in Rotterdam. Dus als wij even googelen, weten we al meteen een paar
eerste vooroordelen weg te nemen. Misschien heel erg modern maar het bespaart mij weer het
uitleggen van elk detail. En boven de wet staan zullen ze nooit. En over de rol van de politie wil ik
het volgende zeggen. Natuurlijk vragen wij ook in het veiligheidsgebied, voordat we met zulke
plannen komen, of dat wel of niet goed zal vallen. En de politie heb ik hier niet hard over horen
klagen. Datgene waar ik de politie wel terecht over hoor klagen, is de werkdruk.
DE HEER VAN LUNTEREN:
Ter interruptie voorzitter. Twittert de politie al wel, of heeft u daar wel mee gesproken?
DE HEER DIJKHOFF:
Je loopt wel eens een nacht mee op straat tijdens zo'n horecanacht. Dan is het gelukkig niet
constant heisa, dus dan kun je ook nog wel eens een goed gesprek voeren.
DE HEER VAN LUNTEREN:
U hebt daarover een agent op straat gesproken?
DE HEER DIJKHOFF:
Nee, ik heb gewoon lang meegelopen. Ik wil u best een kijk geven in mijn agenda inzake welke
gesprek ik hierover heb gevoerd maar u heeft hen, neem ik aan, zelf ook gesproken en u heeft dan
ook vernomen dat zij hier niet echt veel problemen mee hebben.
DE HEER VAN LUNTEREN:
U zei dat u niet met het ROC had gesproken, dus ik dacht: ik zal even checken of dit dan wel goed
doorgesproken is. Dus in een avondje meelopen in Breda is dat even besloten.