103
DE VOORZITTER:
Goed. Dan geef ik het woord aan de heer Akinci, GroenLinks.
DE HEER AKINCI:
Mevrouw Van Mourik- van der Bruggen vroeg of ik nog voor haar ging zingen omdat ze vandaag
jarig is. Misschien straks na de vergadering. Ik vind dat niet gepast om dat nu hier te doen, maar
van harte gefeliciteerd Solveig.
Ja mevrouw Haagh, een dubbel gevoel. Dat idee had ik al een beetje want eerst spreek u over een
hoopvol akkoord, daarna bent u teleurgesteld, daarna probeert u onze leden nog te overtuigen van
het feit dat ze absoluut niet met dit asociale akkoord in zee moeten gaan en nu bent u weer wat
milder. Ik zie dus een ontwikkelingsproces bij de Partij van de Arbeid wat ik met zeer veel
interesse volg. Dat bedoel ik niet vervelend, want u heeft van andere partijen ook al gehoord dat
wij de handschoen wel degelijk aanreiken aan andere partijen die buiten de coalitie vallen om de
komende jaren invulling te geven aan de bezuinigingstaakstelling en de opgave die we hebben als
stad.
U zegt: deze coalitie gaat er te gemakkelijk van uit dat iedereen een sterk sociaal netwerk heeft.
Nee, dat doen we niet. We gaan wel uit van het feit dat een heleboel mensen dat hebben. En
natuurlijk constateren en beseffen we dat dat niet voor iedereen geldt. En dan is die overheid er
met professionele hulp en met voorzieningen, daar waar nodig. Het is alleen niet meer het eerste
uitgangspunt. Dat is een van de manieren waarop wij proberen die veranderende rol van de
overheid in de 21e eeuw vorm te geven: niet een overheid die met confectieoplossingen komt voor
iedereen, maar een overheid die nog veel meer dan in de afgelopen jaren de ontwikkeling van
maatwerk probeert in te zetten en precies die voorziening en begeleiding biedt die nodig is. En dat
kan vaak best een stuk minder.
Is dat rechts? Nee dat komt nota bene uit het RMO document Sociaal bezuinigen waarvan u zelf
ook kennis heeft kunnen nemen. Dus we hebben dat advies wat naar ons toekwam met veel
interesse overgenomen.
Waarderend vernieuwen heeft heel veel bereikt. Vervolgens zegt u: wij gaan als achtmans fractie
de stad in om met iedereen te praten en die signalen uit de stad hier neer te leggen. Als u dan de
komende vier jaar het waarderend vernieuwen uitvoert, dan hoeven wij het niet meer te doen. Dat
is natuurlijk te makkelijk.
DE HEER SZABLEWSKI:
Dat is niet alleen te makkelijk, dat is zelfs heel flauw.
DE HEER AKINCI:
Communiceren hoeft niet altijd maar meer en beter. Je kan met diezelfde interesse en met
diezelfde overgave de stad in zonder datje daar hele dure programma's op zet. De waardering van
het land ten spijt, de 30 miljoen zal ergens vandaan gehaald moeten worden.
MEVROUW HEERKENS:
Als u voor draagvlak in de stad wilt zorgen, - en ik denk dat GroenLinks dat ook pro actief wil doen
-, is het dan niet zo dat de kost voor de baat uitgaat. Ik geloof ook dat waarderend vernieuwen in
de pioniersfase wat meer geld heeft gevergd. Dat kan effectiever, dat denk ik ook. Maar daarom
hoeft de methodiek nog niet verkeerd te zijn. En ik daag u uit om daar nog eens echt oprecht
serieus naar te kijken om juist het gesprek met de stad aan te gaan en dat niet alleen aan de Partij
van de Arbeid over te laten, maar met de hele raad en ook met het college. De collegeleden
hebben ook veel rechtstreekse bevoegdheden. Wij zijn toe aan een zware hervormingsagenda. Dat
beseft ook de Partij van de Arbeid. Dus ik daag u uit om met wat minder geld toch de revenuen
van waarderend vernieuwen tot u te nemen en verder te voeren.
DE HEER AKINCI:
Laat ik het beeld even weg nemen dat deze coalitie niet met de stad zou communiceren,
integendeel. Volgens mij ga je daar als gemeente mee door, daar ga je ook als politieke partij en
als individueel raadslid mee door. Waar ik niet, koste wat het kost, aan vast wil houden, is de
methodiek waarmee dat zou moeten gebeuren, want dat vind ik geen politiek op hoofdlijnen. Er
zijn wat twijfels over de methode van de afgelopen jaren bij de mensen. Nou, laat dat maar door
het college uitgevoerd worden.
MEVROUW HEERKENS:
Welke twijfels zijn dat? Kunt u dat zeggen?
DE HEER AKINCI:
Dat vind ik niet zo heel interessant.