80
zich soms problemen voordoen, krijgen de komende bestuursperiode aandacht, maar alle wijken
en dorpen in Breda.
Een goed beheer en onderhoud van de openbare ruimte hoort er bij. Dat geldt ook voor meer
vraaggericht bouwen, dus ook voor specifieke doelgroepen zoals studenten, starters en ouderen.
Het CDA wil met name dat ouderen in hun vertrouwde omgeving kunnen blijven wonen. Samen
met de wijk- en dorpsraden willen wij zorgen voor meer veiligheid op straat.
Sport is voor het CDA belangrijk. Het is gezond en het versterkt de sociale samenhang in de stad.
Veel Bredanaars zijn actief in sportverenigingen en er zijn goede initiatieven in sportverenigingen,
gericht op verdere integratie van allochtonen.
Een keuze dus voor inzet op breedtesport. Keuzes maken doet zeer. Dat geldt ook voor ons.
Natuurlijk had ook het CDA liever een nieuw sportcentrum gezien samen met het ROC. De
financiële situatie is op dit moment echter zo ernstig dat wij het niet verantwoord vinden om hier
zoveel gemeenschapsgeld in te stoppen en eerder kiezen voor breedtesport.
In de komende jaren zullen we in de raad voor meer moeilijke keuzes staan, keuzes die we, als het
aan het CDA ligt, in gezamenlijkheid zullen maken als coalitie en oppositie. We hebben veel
vertrouwen in de coalitie met VVD, D66 en GroenLinks. Besturen in Breda doen we echter met de
hele gemeenteraad en eenieder in de raad kan dan ook een constructieve samenwerking
verwachten van het CDA. Bewust hebben we gekozen voor het opstellen van een
meerjarenbeleidsprogramma dat wordt besproken en vastgesteld in de raad. Er is ook nog
behoorlijk wat investeringsruimte die nog niet is ingevuld. Wij roepen de oppositiepartijen op om in
een open en positieve dialoog de schouders te zetten onder de opgave waar we voor staan.
Het besturen van deze stad doen we met z'n allen.
DE VOORZITTER:
Dank u zeer.
Het woord is aan mevrouw Boelema namens D66.
MEVROUW BOELEMA:
Anders? Ja, D66! Dat was ons verkiezingsmotto en volgens mij is dat wel uitgekomen want dit
coalitieakkoord staat voor vernieuwing, voor anders doen en voor lef hebben, het woord wat ik ook
al eens eerder in de mond nam. En dan bedoel ik het lef om de dingen ook anders te doen.
Onze Bredase stippen heb ik met de algemene beschouwingen van 2010 al geschetst. Dit akkoord
bevat die stippen. Waar het gaat om de visie op Breda, gaat het om een democratische, open en
integere bestuurscultuur, een kwaliteit van besturen die eerlijkheid uitstraalt en die Breda beter
maakt. Want er komen zware financiële tijden aan. De bezuinigingen voor Breda zijn 28 tot 30
miljoen. En dat geld hebben we dus gewoon niet meer. D66 loopt ook niet voor die
verantwoordelijkheid weg. Dat gaat u volgens mij straks ook merken bij mijzelf. Maar wij willen die
verantwoordelijkheid met elkaar nemen, ook als coalitie om te kijken hoe we de overheid beter
kunnen maken, hoe we het beter kunnen doen voor de samenleving maar wel met minder geld.
Dat is wel de boodschap die het akkoord uitstraalt.
Maar, zoals collega Dijkhoff al zei, het is niet alleen die financiële crisis die ons heeft genoodzaakt
om op een andere manier naar de samenleving te kijken, meer op een eenentwintigste eeuwse
manier, meer als een netwerksamenleving. En deze keuzes worden door ons gemaakt, niet alleen
door ons als coalitie maar ook in gezamenlijkheid met de stad en met de oppositie. Want dat
betekent ook democratie: dat je aanspreekbaar bent op keuzes en dat je elkaar de ruimte laat en
samen als coalitie en oppositie de stad bestuurt. Gedurende de afgelopen vier jaar hebben wij ook
vanuit die rol dat geprobeerd. En op het moment, - dat zeg ik dan even tegen de collega's -, op het
moment datje die zoekt dan vindt je die ook. Ik reik ook de hand aan de oppositie om dat ook
samen te doen. Dat is waar D66 voor staat, het politieke primaat bij de raad, niet bij het college
dat tenslotte alleen uitvoert.
Deze coalitie wil een stadsbestuur zijn wat vertrouwt op de eigen kracht van mensen. Al tijdens de
algemene beschouwingen zei ik: koester je partners in de stad en help die vooruit. En dit akkoord
ademt dat volgens mij uit. Wij gaan er samen voor om met inwoners, instellingen en bedrijven
allianties aan te gaan.
Dat doen we op het gebied van leren@Breda. We ontwikkelen kansen voor jeugd samen met
onderwijsbesturen. We decentraliseren om die reden de onderwijshuisvestingsgelden want we gaan
er van uit dat scholen best zelf in staat zijn om te bekijken wat goed is voor die leerlingen die zij
bedienen. Scholen worden het hart voor de buurt en elke nieuwe school wordt een Brede school.
We gaan voor passend onderwijs voor elke leerling.
Wonen@Breda. Het woningbouwprogramma in Breda is te groot. Daarvan hebben we een opdracht
gegeven aan het college om dat anders te doen. Ook hebben we gezegd dat er meer zeggenschap
moet komen voor bewoners om over hun eigen woning een keuze te kunnen te kunnen maken.