135 Even terug naar het regiofonds en de motie die we op 25 juni 2009 met elkaar hebben aangenomen. Hierin stond dat de 500.000,-- gereserveerd zou moeten worden voor het regiofonds met het idee dat Breda erbij gediend is als op economisch vlak meer wordt samengewerkt met de overige gemeenten. De CDA fractie staat nog steeds achter dit idee. En niet voor niets dachten wij, staat ook in het coalitieakkoord dat samenwerking op beleid en uitvoering met omliggende gemeenten, nadrukkelijk onderdeel is van het stadsbestuur. Juist nu in deze economisch moeilijke tijd zullen veel sectoren nu pas echt de effecten van deze crisis gaan voelen. Regionale inzet om het vestigingsklimaat op peil te houden en de werkgelegenheid te stimuleren, is cruciaal, zoals ook de Kamers van Koophandel in een brief aan de raad hebben aangegeven. De geest van de motie was om 500.000,- te reserveren om gezamenlijk innovatieve initiatieven te kunnen ondersteunen, gericht op meer werkgelegenheid in de regio en ook om te inventariseren of er meer gemeenten interesse zouden hebben in deze gezamenlijke aanpak. De CDA fractie ziet hier nog steeds de noodzaak van in. Als andere gemeenten nu geen bijdrage leveren, betekent dat dat er op dit moment eigenlijk geen regiofonds is. Maar dat betekent niet dat de goede intentie ervan ook over de schutting gegooid kan worden. Mochten de overige gemeenten, wanneer deze hun college hebben geïnstalleerd en hun coalitieakkoord hebben opgemaakt, - niet iedereen is zo snel geweest als Breda -, Breda toch nog benaderen voor zo'n gezamenlijke aanpak van de werkeloosheid in de regio, dan kan het toch niet zo zijn dat Breda hier niet aan mee kan doen omdat het geld al is uitgegeven aan Connex. Ik verwacht dan ook als hier sprake van zal zijn, dat het college opnieuw bij de raad hiermee terug komt. Daarnaast verwacht ik een actieve inzet van het college ten aanzien van regionale samenwerking. Ik kom tot een eind. Connex klinkt als een plan met echte potentie, wat ook van belang wordt gevonden door het college. En ook het rijk en de provincie zouden dit initiatief door middel van subsidie kunnen ondersteunen. In dat geval zal de CDA fractie dit plan niet tegenhouden. Maar dat betekent niet het einde van de stimulering van de regionale economie die wij voor ogen hadden. Graag verneem ik hierover de visie van het college. DE VOORZITTER: Ik dank u zeer. Ook u van harte proficiat met uw maidenspeech. Ik geef het woord aan de heer Kluijtmans, D66. DE HEER KLUIJTMANS: Voorzitter, dank u wel. D66 heeft zich in haar afwegingen rondom dit voorstel, steeds afgevraagd: zijn we voor de weg die leidt naar het regiofonds? En zo ja, dan stem je tegen dit voorstel en draai je vervolgens de spreekwoordelijke nek van Connex om. Andersom geldt: als we zijn voor de weg die naar Connex leidt, dan nemen we dus niet de afslag regiofonds. Dit is het dilemma in het voorstel waarvan we in de commissiebehandeling al hebben geconstateerd dat de koppeling van deze onderwerpen nou niet bepaald de schoonheidsprijs verdient. In de raadsbrief van de wethouder wordt gesproken over dat praktisch handelen de doorslag heeft gegeven voor dit voorstel. Maar we kunnen ook lezen dat de plannen voor Connex al enkele jaren geleden bekend zijn gemaakt, althans bij de gemeente. Hoe praktisch zou het zijn geweest als deze plannen al eerder in bespreking zouden zijn genomen, zodat de toenmalige raad al eerder de kans zou hebben gehad om daarover te praten. Op die manier had er zonder ballast en met een andere te maken afweging, zoals bijvoorbeeld een regiofonds, over Connex gesproken kunnen worden. Extra bijkomstigheid is de tijdsdruk. Voor 17 mei moet namelijk het subsidieverzoek de deur uit zijn op weg naar OP-Zuid om zo niet achter het net te vissen. D66 had zich kunnen voorstellen dat een en ander anders had kunnen verlopen waardoor we hier niet zouden praten over de combinatie regiofonds en Connex. We zijn daarom ook van mening dat de genoemde mogelijkheid van alternatieve inzet van middelen in de motie van 25 juni van vorig jaar op zijn minst ongelukkig is te noemen. Wij trekken ons dit ook zeker zelf aan. En we hopen dat de raad dit ook doet en dat we in de toekomst dergelijke constructies en combinaties kunnen voorkomen. Vervolgens het voorstel, het regiofonds. Allereerst is D66 de wethouder erkentelijk, - complimenten laten we aan de VVD -, voor zijn gepleegde belronde en de teruggekoppelde informatie. Wij zien dit als de manier om de bestuurlijke samenwerking te optimaliseren en tot stand te brengen. We kunnen constateren dat de bereidheid tot samenwerking in West Brabant groot is. Dat is van belang voor de toekomst. Maar de bereidheid om middelen te verbinden aan een dergelijk fonds, stuit op problemen, vooral vanuit de kleinere gemeenten. Als we deze uitkomsten leggen naast de inzet, gepleegd door het vorige college, kunnen we concluderen dat er weinig is veranderd in de bereidheid tot deelname van diverse gemeenten en dat er dus draagvlak ontbreekt voor een dergelijk fonds. En dat is voor een instrument wat in crisestijd moet functioneren, op korte termijn slagvaardig moet zijn, ronduit zorgelijk. Als we nu met deze gegevens als uitgangspunt in de regio moeten gaan werken aan verder draagvlak, kan het wel eens een erg lang verhaal gaan worden. In een tijd dat daadkrachtig

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2010 | | pagina 13