141
DE HEER VAN LUNTEREN:
Waar stemmen we dan nu mee in? Dat is dan toch onduidelijk nu, als ze niet eens weten wat ze
gaan doen. En dan zegt u ons: we doen wat aan de Lovensdijk en we zien later wel wat het wordt.
Bedankt voor het vertrouwen.
DE HEER MEEUWIS:
Ja, heel goed. Vertrouwen is heel goed.
Nee wat ik zeg is dat Avans een van de belangrijkste partners is naast de gemeente in dit project.
Die 'hechten hier grote waarde en belang aan. Zij worden ook een van de grootste aandeelhouders
in het project naast de gemeente Breda. Een van de inbrengen van Avans is een toplocatie. Daar
wordt gesproken over een gebied rondom die Lovensdijkstraat. En hoe zij dat precies handen en
voeten geven, is voor mij eigenlijk niet zo van belang als het maar exact aan de voorwaarden
voldoet.
Evenwel*interruptie^voorzitter. Als ik dan toch even mag reageren. Misschien vindt u dat het voor u
niet van belang is, maar voor ons als raad, als wij vandaag vaststellen 500.000,— aan het
initiatief te verbinden, is het wel degelijk van belang. Het zou best wel eens voor de kwaliteit van
het plan zo kunnen zijn dat waar het daadwerkelijk plaats vindt en of er voor gesloopt moet
worden, dat dat voor ons belangrijke argumenten zijn. Ik vind dat u daar wel erg makkelijk over
heen stapt.
DE HEER AKINCI:
Ter interruptie voorzitter in de richting van de heer Hardorff. Wat hier volgens mij gebeurt is dat
wij al dan niet besluiten om 500.000,- beschikbaar te stellen voor een ontwikkeling, voor een
project waarin men probeert onderwijs en ondernemerschap op een innovatieve manier bij elkaar
te brengen. Overigens in die zin, - en dat heeft de wethouder aangegeven -, past het bij de
voorwaarden die aanvankelijk voor het regiofonds waren gesteld. We hebben het met over
bestemmingsplannen, bouwplannen of iets dergelijks, ervan uitgaand dat, mocht die locatie
gebruikt worden, dat dat gaat volgens het bestemmingsplan. Maar wat u vraagt, inzake locatie en
dergelijke, hoort niet bij economie thuis, maar dat is een ruimtelijke procedure. Dit is alleen de
ontwikkeling die je mogelijk maakt over de samenwerking onderwijs en ondernemerschap.
DE HEER HARDORFF:
Als ik toch even mag reageren voorzitter, op deze interruptie in onze richting. Wat volgens mij is
duidelijk dat men nog heel veel vragen heeft bij de kwaliteit van dit plan, juist als er zoiets
complex als een incubator functie is: hoe zaken wel werken, niet werken, de manier waarop er
begeleid wordt, de manier waarop je het netwerk organiseert, maar dus ook de locatie waar het
plaats vindt en wat de setting van het gebouw moet zijn. Ik denk dat dat wel degelijk van belang
is En natuurlijk zitten er op een gegeven moment ook RO aspecten aan. Maar daar praat je later
over. Het is alleen wel zo dat wij nu eigenlijk groen licht aan dit voorstel geven terwijl we gewoon
moeten vaststellen dat er volgens mij bij alle partijen nog heel veel vragen zijn.
DE VOORZITTER:
Goed. Ik stel voor dat de wethouder het woord neemt en tracht naar een afronding te komen.
WETHOUDER MEEUWIS:
Voorzitter, het doet me in ieder geval deugd dat de heer Hardorff namens de Partij van de Arbeid
de woorden groen licht in de mond neemt. Dan zijn we toch in ieder geval een klein stukje
opgeschoten. Ik vind het wel van belang dat het duidelijk is. Er ligt een plan over een concept en
dat concept heeft als doel economische activiteit, verdiencapaciteit en werkgelegenheid. Dat ziet er
heel mooi uit. Dat kost relatief weinig ten opzichte van de hefboom van de overige
financieringsbronnen. Dat is het uitgangspunt. Dat concept is inhoudelijk verwoord in het plan. Dat
heeft u allemaal kunnen lezen. U heeft een aantal voorstellen en een aantal brieven van ons gehad
waarin dat nader wordt geduid en toegelicht. Dat is wel het plan. En over of dat nou 100 meter
naar links of naar rechts gebeurt, kunnen we de hele avond van gedachten wisselen, maar het plan
zal aan de voorwaarden moeten voldoen die zijn verwoord en zoals die hier voorliggen. Als het er
heel anders uit gaat zien, gaat het ook wat ons betreft niet door. We zitten daar als partners in met
Avans. Die hebben daar een voorstel in gedaan, een voorzet in gedaan. Die hebben, - dat wordt
door de heer Van Lunteren aangegeven -, misschien een overweging om daar iets anders tegen
aan te kijken. Dat kan zo zijn. Dat is overigens niet iets waar met mij over gesproken is.
DE HEER VAN LUNTEREN: