152
DE HEER VOS:
Voorzitter, dank u wel. Ik kan mij eigenlijk volledig aansluiten bij mijn collega van GroenLinks,
mevrouw Schokker. Ook als fractie van D66 hebben wij de wens dat u als dagelijks bestuur van
deze stad, uw college, anders dan in de afgelopen vier jaar het geval is geweest, zich intensiever
gaat bezig houden met deze ontwikkeling. Het kan niet zo zijn dat de bewoners steeds degenen
moeten zijn die de ontwikkelaar op de toezeggingen en de beloften op de succesvolle ontwikkeling
moeten controleren. U als dagelijks bestuur van de stad heeft ook een verantwoordelijkheid om de
leefbaarheid in het gebied op een goed niveau te houden. En dat is eigenlijk de samenvatting: de
regie op een ontwikkeling van het terrein moet terug. Want als je kijkt naar de afgelopen periode,
dan is het duidelijk dat die er toen niet is geweest. Dat zie je ook terug in de met spoed doorlopen
ruimtelijke procedure 2007 en 2008 toen door de ontwikkelaar de verwachting werd geschapen
van: wij hebben een marktpartij gevonden die zich hier wil vestigen, wij willen een zogenoemde
artikel 19 procedure, wij gaan dit terrein ontwikkelen. En nu blijft men daarbij achter. De regie van
het dagelijks bestuur op het terrein moet terug en dan in het bijzonder voor de onderwerpen die
ook al uitvoerig in de commissie Ruimte zijn genoemd, de tijdelijke inrichting van het terrein, je
ziet dat in de hele stad terug. Bewoners ervaren dat terecht als grote kale vlaktes. Je zal er zelf
maar naast wonen. Hoe gaan we daar mee om? Maar ook: hoe gaan we om met bouwprojecten als
deze waarbij de marktvraag toch achter blijft bij de verwachting als gevolg van de financiële crisis
en de economische recessie? In aansluiting eigenlijk tot al mijn collega's, verzoeken wij u om als
college en als dagelijks bestuur frequent contact te houden met de ontwikkelaar om dit terrein tot
een succes te ontwikkelen en als dat niet lukt op een hele zorgvuldige manier, waarbij u de
belangen van de bewoners betrekt, zorg draagt voor een alternatieve ontwikkeling van dit stukje
Breda. Dank u wel.
DE VOORZITTER:
Ik dank u zeer.
Mijnheer Stubenitsky.
DE HEER STUBENITSKY:
Dank u voorzitter.
Net als andere sprekers, maken wij ons ook zorgen over de communicatie. Het is ook zonde dat
het terrein er al zoveel jaren zo onverzorgd bij ligt. Een van de problemen die er spelen en waar de
mensen bang voor zijn, is het parkeerprobleem. Dat zien we eigenlijk in de hele stad. We hebben
gebouwd in de 70er jaren naar de parkeernorm van 1970 terwijl we nou in 2010 wonen en leven
en eigenlijk de parkeernorm van 2040 zouden moeten hanteren. Een voorbeeld waar het ook
helemaal fout is gegaan, is ook de Takkebijsters. Hier bij Digit Pare zou je kunnen denken aan het
reserveren van een plek waar je in de toekomst, misschien over 20 of 30 jaar, parkeerruimte zou
kunnen creëren. Maar in het algemeen praten we al een paar jaar over de aanpassing van de
parkeernormen en ik denk dan dat we eens een thema avond over parkeren moeten organiseren.
Daardoor kunnen we de komende jaren heel veel tijd besparen bij de behandeling van
bestemmingsplannen en bij wijkbezoeken. Want die klacht komt zo vaak voor dat ik vind dat we
daar maar eens een keertje over moeten praten.
DE VOORZITTER:
Dank u zeer. Andere leden nog van uw raad?
Mevrouw Van Hasselt, VVD. Gaat uw gang.
MEVROUW VAN HASSELT:
Ja voorzitter, ik had ook mijn hand opgestoken. Maar goed, dank u wel.
Ik wil om te beginnen even reageren op een opmerking van de PvdA want de bestemmingsplannen
worden inderdaad uitgevoerd door dit college, maar deze bestemmingsplannen die we nu gaan
behandelen, lopen al heel erg lang en die zijn geïnitieerd en voorbereid door het vorige college.
Dus wat dat betreft kun je niet zeggen dat deze plannen nu echt een product zijn van dit college.
Het is natuurlijk wel zo dat de besluitvorming nu plaats vindt.
Het Digit Pare waarover we vandaag besluiten, is volgens de VVD een prachtig plan, een
hoogwaardig bedrijventerrein met veel groen. Daar is echt geen discussie over. Ik denk dat de
meerderheid het met ons eens zal zijn. Het is natuurlijk wel een feit dat de omwonenden ongerust
zijn over de haalbaarheid van dit plan. Het terrein ligt al jaren braak en de omwonenden zijn
eigenlijk bang dat het de komende jaren niet zal veranderen, ook niet als we vandaag positief
besluiten. Als we vandaag positief besluiten, dan kunnen de initiatiefnemers wel aan de slag want
ze kunnen afspraken maken met ondernemers voor de vestiging van bedrijven en dat zijn dan
hoogwaardige bedrijven op het gebied van ontwikkeling, research en ICT. Er kan ook begonnen
worden met gras zaaien en bomen planten en dan ziet het terrein er natuurlijk veel aantrekkelijker
uit. Maar de omwonenden hebben de zorg of dit ook gaat gebeuren. En daarbij kan ik me toch ook