157 Gun nou even dit project de kans om die synergie ook daadwerkelijk gestalte te geven in het En^dan' aMaatste voorzatter, want anders gaan we echt over de tijd heen, begon mijnheer Van Lunteren over de gevaarlijke stoffen. Ik denk dat het beter is dat we op een apart moment n°9 eens even gaan bijpraten, misschien ook met de heer Willems erbij over wat er allemaal al gebeurd is op dat gebied in Breda. Want als uw opmerkingen waar zouden zijn, zouden we geen station kunnen bouwen. Tot zover. DE HEER VAN LUNTEREN: Graag. afstel voor dat we beginnen met de tweede termijn. Ik vraag u om enige discipline in acht te nemen en die punten naar voren te brengen die nog niet belicht zijn of aanvullende vraagstelling behoeven. Wie van u? De heer Hardorff, de heer Van Lunteren en mevrouw Schokker. Mijnheer Hardorff. DE HEER HARDORFF: Dank u. Ik kan heel kort zijn voorzitter. We zijn blij en tevreden met de toezegging van de wethouder met betrekking tot de maatregelen die qenomen zullen worden wanneer blijkt dat er toch problemen ontstaan met die Oosterhoutseweg. Dat is in de notulen vastgelegd. Dus het is wat ons betreft een harde toezegging waar we hem aan zullen houden, mocht dat toch het geval blijken te zijn. Een vraag die we nog wel hebben, is de volgende. Als er nog geen bomen geplant zijn en die gaan wel qeplant worden, maar er bijvoorbeeld al wel een voetpad is aangelegd op de p aats waar bijvoorbeeld groen gepland was, is dat op zich een beetje tegenstrijdig met het hele verhaal wat we over de afgelopen periode gehoord hebben. Wellicht kunt u dat nog verhekleren. En de laatste opmerking is eigenlijk in de richting van de VVD. Mevrouw Van H^SS^'t ^W^ de voriqe collegeperiode waarin dat inderdaad natuurlijk al in gang was gezet. U maakte toen deel uft van de opposite en de heer Arbouw zat toen nog niet op de stoel van wethouder. Volgens mij hebben we in de commissie Ruimte forse kritiek gehoord van de heer Lips, namelijk over hoe dat proces was gelopen onder leiding van de voormalige wethouder RO en wij waren het toen met hem eens. Dus volgens mij vinden wij elkaar en kunnen wij elkaar de hand geven. DE VOORZITTER: Ik geef het woord aan mijnheer Vos, D66. Voonzitter^dank u wel. Ik denk dat de wethouder het gevoelen van de commissie op 14 april goed heeft meegenomen richting de marktpartijen. Wij hadden inderdaad, - en dat hebben wnog steeds laat daar geen onduidelijkheid over bestaan -, grote twijfels over de haalbaarheid van dit plan en ook of deze ontwikkelaar in staat is om de ambitie die op tafel is gelegd wel gerealiseerd gaat worden. Wij zouden dan ook graag geïnformeerd worden over de uitkomsten van dat gesprek. U heeft daar zelf een goed gevoel aan over gehouden. Maar ik vind dat wij als volksvertegenwoordiging ook in staat moeten worden gesteld als wij die resultateni ontvangen^om te weten: wat is het tijdspad, in hoeverre is er nu concrete marktvraag, zodat we dat ook kunnen terugkoppelen aan de bewoners die ons voorafgaand aan deze raadsvergadering ook hebben benaderd en hebben geïnformeerd. En wat daarbij echt heel belangrijk is, is dat er ook op korte termijn concrete resultaten zichtbaar zijn in de fysieke omgeving in de buurt waar de bewoners zelf En dan komen we bij het dilemma wat ik ook besproken heb. Tegen dit plan stemmen leidt zeker niet tot meer perspectief op verbetering. Ja, hoe zeg je dat? Kijk, als je grote twijfels kent en het alternatief leidt niet tot meer perspectief, dan heet dat geloof ik het geven van het voordeel van de twijfel. En dat bestaat bij het gegeven dat er nu toezeggingen worden gedaan dat er op korte termijn perspectief is. We willen ook graag deelgenoot worden van datgene wat is toegezegd, zodat we dat ook kunnen bespreken met de bewoners. Dat gaan we ook volgen als volksvertegenwoordiging. Dat is wel heel belangrijk, ook in aanvulling van mijnheer Hardorff. Dit is natuurlijk niet van vandaag of gisteren en ik kan me niet herinneren dat we de afgelopen vier jaar als volksvertegenwoordiging heel vaak en frequent over dit bouwplan hebben 9esP™ten. Daarin zijn we dus ook tekort geschoten. En ik denk dat we daarvan mogen Ieren en op het moment dat er dus geen verbetering zichtbaar is, zullen wij geen twijfel kennen om dit bouwplan, dit project, alsnog in het najaar opnieuw te agenderen. En dan kent onze fractie geen twijfel meer. Nee, ik moet nog wat wennen in de nieuwe rolverdeling hierin. Maar de boodschap is, denk ik, overgekomen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2010 | | pagina 35