1 158 DE VOORZITTER: Ik geef het woord aan mijnheer Van Lunteren en daarna aan mevrouw Schokker. Mijnheer Van Lunteren. DE HEER VAN LUNTEREN: Ik kan voor de vragen allemaal weer aansluiten bij de heer Hardorff met de hoop dat de wethouder heel veel wil leren en dat hij dat leerproces ingaat. En daarover ben ik positief gestemd. En ik zou mijnheer Van Xanten zeker uitnodigen voor dat gesprek, want het is hard nodig. We kunnen er met omheen dat we nog moeten leren om onherstelbare fouten te maken. Ik ben bang dat de SP toch tegen dit plan moet stemmen. Ik bedoel dat je wel kunt toegeven dat je fouten maakt, maar dan ook de consequenties daarvan moet trekken. Dank u wel. DE VOORZITTER: Mevrouw Schokker, GroenLinks. MEVROUW SCHOKKER: 3a voorzitter, wij kunnen ons aansluiten bij D66 om later nog over dit plan en de voortgang qeïnformeerd te worden. Ik ben wel blij met de toezegging van de wethouder en het feit dat hij ook onmiddellijk actie heeft ondernomen, zodat er toch al wel wat meer duidelijkheid is gekomen. Van de toezeggingen over verkeer en de lering wat betreft de kaalslag, zouden we dus ook concree willen zien wat dat dan ook inhoudt en hoe we dat in de toekomst gaan invullen zodat inderdaad die lering omgezet wordt in automatisch beleid. Tot zover. DE VOORZITTER: Dank u zeer. Andere leden nog van uw raad? Dan is het woord aan de wethouder. WETHOUDER ARBOUW: Dank u wel voorzitter. Het voetpad, mijnheer Hardorff, dat zal ik echt even moeten uitzoeken, beantwoord hoe dat precies zit. De heer Vos.... U krijgt van mij schriftelijk DE HEER HARDORFF: Mag ik daar misschien toch nog even op ingaan. Ik snap dat u dat wilt uitzoeken, maar ik denk dit juist is een illustratie is waarom de bewoners geen vertrouwen hebben en dit soort situaties ontstaan. We vinden het heel erg prettig dat u het vertrouwen hebt op basis van het gesprek maar de bewoners hebben dat nog niet. Dus wellicht kunt u toezeggen dat u op korte termijn met de bewoners in gesprek gaat om in ieder geval ook de uitkomst van het gesprek met de ontwikkelaar te delen en aan hen transparant en helder te maken hoe u samen met hen gaat bewaken hoe het gebied zich ontwikkelt in het tempo en de manier waarop we daar met z'n allen op zich wel positief tegenover staan. WETHOUDER ARBOUW: Dat laatste lijkt me geen probleem. Uiteraard wil ik de bewoners informeren over hoe ik er in sta en wat ik geconstateerd heb. Maar als het specifiek over het voetpad gaat, hadden we dat in de commissie moeten bespreken. Ik heb dat uiteraard nu niet bij de hand. Dus dat krijgt u schriftelijk van mij te horen. Ik ben het met u eens dat dat vertrouwen uiteindelijk weer opgebouwd moet worden. Maar nogmaals, ik denk dat het vertrouwen beter en sneller gestalte krijgt als we ook kunnen laten zien dat er ook iets gebeurt en het de goede kant op gaat. Dat heb ik ook aan de ontwikkelaar en directie meegegeven. Ik denk dat dat het beste signaal is wat ook naar de buurt gegeven kan worden. Want laten we wel wezen, de heer Van Lunteren schuift het makkelijk mijn richting uit, maar ik wil u meegeven dat de raad lering moet trekken uit wat er de afgelopen periode is qebeurd, en het college met u. Het gaat uiteindelijk om het leren van fouten die in bepaalde projecten door beide organen gemaakt worden of gemaakt zijn. En ik denk dat we de komende periode elkaar hard nodig hebben om lering te trekken uit dat soort fouten, waardoor we uiteindelijk de volgende keer onze inwoners niet hoeven te vertellen: ja sorry, maar het heeft zo lanq qeduurd, het heeft zo lang braak gelegen, maar ja. Ik zal even een voorbeeld noemen want uiteindelijk hebben we het in de commissie gehad over die boom in de buurt van de woningen die er niet kwamen. Toen zei de heer Geene hier in de commissie: de gemeente heeft tegen mij qezegd dat ik die nog niet moet neerzetten, want dat mag pas als het bestemmingsplan is goedgekeurd. Wij spelen daar dus zelf als gemeentelijke overheid een hele belangrijke rol in. Dat is

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2010 | | pagina 36