163 halen en ook om de zorg van de bewoners nog eens weg te halen, een extra regel inplannen, want ook dat heb ik met de ontwikkelaar besproken en wat daar de consequenties van zijn. Hij heeft daar ook geen problemen mee, dan zeg ik, wat let ons dan, als dat een stukje meer vertrouwen geeft in het plan, om uiteindelijk in de planregels van het bestemmingsplan een maximum aantal hotelkamers aan te geven waarbij natuurlijk wat flexibiliteit geboden wordt. Dus dan stel ik voor om ongeveer 135 kamers te zetten. Het zijn er nu in het plan 119. Dan heb je iets flexibiliteit, zo'n 10%. Als dat iedereen die rust geeft die men graag heeft als het gaat om de toekomstige ontwikkelingen, dan denk ik dat we dat met elkaar kunnen afspreken. Dat zeg ik u dus toe. En om nou de tweede termijn maar helemaal te voorkomen voorzitter, - want er komen hierna nog wat andere onderwerpen -, wil ik ook de raad toezeggen, want in feite heb ik dat bij het vorige onderwerp ook aangegeven, dat ik nadrukkelijk aan het nadenken ben over zowel beleidsmatig als qua instrumenten, hoe wij nou om gaan met die crisis. Wat betekent dat nou voor alle plannen en dynamiek die we in de stad hebben? En hoe zouden we daar nou een aantal instrumenten voor kunnen ontwikkelen waardoor we als gemeentelijke overheid ook daadwerkelijk die regie kunnen pakken, zowel qua aansturing als bij het stimuleren van bepaalde ontwikkelingen, als ervoor zorgen dat bepaalde ongewenste ontwikkelingen in de stad in ieder geval niet plaats vinden. En ik zeg u toe dat ik met een notitie zal komen om dat debat met u aan te gaan over hoe we dat vorm zouden kunnen geven in de commissie Ruimte. En dan denk ik dat we voor de toekomst beter beslagen ten ijs zullen komen. Tot zover voorzitter. DE VOORZITTER: Dank u zeer. Zijn er nieuwe gezichtspunten voor een tweede termijn? DE HEER VAN LUNTEREN: Er is een vraag niet beantwoord over die bomenkweker. Misschien dat daar nog... DE VOORZITTER: De bomenkweker. WETHOUDER ARBOUW: Voorzitter, de bomenkweker heb ik volgens mij in de brief beantwoord. Daar zit een afweging in. Wat ons betreft kan hij uit de voeten. Als je een stapje verder zou gaan, kom je dus op detailhandel uit. En dat geeft nou juist die ongewenste verkeersontwikkeling in dat gebied want het geeft veel verkeer, veel van dat soort zaken. En dat is op die locatie wat ons betreft een niet gewenste ontwikkeling. Volgens mij heb ik dat in de brief duidelijk uitgelegd. DE VOORZITTER: Tweede termijn. Mevrouw Schokker. MEVROUW SCHOKKER: Ja voorzitter, de wethouder danken we voor de beantwoording en de toezeggingen. Daar ben ik heel erg blij mee want dan kunnen we in de toekomst hier heel veel goede dingen mee doen. Er zijn twee punten die ik echter niet zo direct heb gehoord. Dat is de vraag over hoe we nou kunnen voorkomen, als het toch onverhoopt lang gaat duren, dat er leegstand blijft in het klooster, hoe we dan die verpaupering kunnen voorkomen, omdat het nu echt helemaal leeg staat. En ik heb de wethouder niet gehoord of er misschien sprake is van een omissie in verband met de buitenplaats. DE VOORZITTER: Dank u zeer. Anderen nog? Dan is het woord aan de wethouder. O, de heer Hardorff, gaat uw gang. DE HEER HARDORFF: Even heel kort en tegelijk ook de stemverklaring. Volgens mij kunnen we niet meer dan tevreden zijn met de toezeggingen van de wethouder. Volgens mij is dit de manier waarop je als college met de raad en ook bewoners moet samenwerken om te komen tot optimale plannen. Dus, complimenten daarvoor. DE VOORZITTER: Dank u zeer. Dan is het woord aan de wethouder. WETHOUDER ARBOUW:

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2010 | | pagina 41