168
Dank u voorzitter. Dan ga ik even aansluiten bij de woorden van de heer Lips. In de commissie
hebben we het inderdaad ook nog over het Bergschot gehad. Ik heb u toen gevraagd hoe u stond
tegenover het invoeren van een blauwe zone. U heeft toen toegezegd dat u het met uw collega
wethouder Willems zou bespreken. Heeft u al iets besproken en hoe staat hij er eigenlijk
tegenover?
DE VOORZITTER:
Dank u zeer. Het woord is aan wethouder Arbouw.
WETHOUDER ARBOUW:
Dank u wel voorzitter.
Waar zullen we beginnen? Ik ben het eens met de heer Lips en mevrouw Van Hasselt, als het gaat
over het parkeerdrama in Bergschot. Dat is helder. Dat werd destijds nog eens prominent duidelijk
toen het waterschap in dat gebouw trok.
Inderdaad, er liggen onherroepelijke bouwvergunningen voor die 4 kantoren. Er zijn in het
raadsvoorstel al een aantal maatregelen aangekondigd die we zouden kunnen doen maar ik heb u
toegezegd dat we het totale gebied nog eens goed bekijken. Wat dat betreft, is het wel jammer dat
mijnheer Willems net even naar buiten is. Maar natuurlijk spreek ik dat goed met hem door. Maar
we zijn net drie weken bezig. Er liggen heel veel andere zaken die ook nog besproken moeten
worden. Maar dat gaan we heel snel doen. En ik zeg niet mijnheer Lips dat ik het ga oplossen,
maar wat ik gezegd heb, is dat we eens even goed kunnen kijken wat we nog meer kunnen doen
aan andere maatregelen, een beetje creatieve maatregelen, om daar de parkeerdruk te verlichten.
Dat hebben we toegezegd. En dat gaan we met u bespreken. En wellicht dat als er straks een
andere huurder voor het pand komt waar het waterschap nu in zit, dat we daar misschien ook weer
wat mogelijkheden hebben om bij te sturen. Dat wil ik graag naar u toe brengen. En wellicht dat u
zelf ook nog creatieve ideeën heeft op dat gebied.
DE HEER LIPS:
Is dat een uitnodiging wethouder?
WETHOUDER ARBOUW:
We komen er sowieso op terug. Dus ik zou zeggen, begin maar vast met verzinnen. Tegen die tijd
zijn we dan zover.
Dan over het amendement van de heer Stubenitsky. Ik heb, ondanks dat we nu een
wijzigingsbevoegdheid hebben opgenomen, eigenlijk er dus niet over hoeven te praten want ik heb
u toegezegd dat als het concrete bouwplan er is, dat we dan eerst even in de commissie met u
zouden overleggen over wat dat nou precies betekent. Dan heb ik toch in de brief al vast mijn
eerste ideeën neergelegd. Ik heb inderdaad gekeken naar die bezonningsdiagrammen. Die hebben
ook ter inzage gelegen voor u. Dus u heeft zelf ook zich daarvan op de hoogte kunnen stellen. Ik
heb gekeken en trapsgewijze - als je daar iets van zou kunnen draaien - zou dat tot een snelle
oplossing leiden. Mijn conclusie is dat dat dus niet zo erg helpt. Mevrouw Heerkens en mevrouw
Van Hasselt hebben dat ook goed weergegeven. Ook vanuit de historie, wat waren de
mogelijkheden in het vorige bestemmingsplan, als je naar al die zaken kijkt, ook
stedenbouwkundig, dan kom je op dit plan uit. Maar goed, mijn voorstel zou zijn, het amendement
van de heer Stubenitsky, hoe sympathiek ook, wat mij betreft haalt u hem even terug, dan laten
we die discussie in de commissie doen. Als het concrete plan er straks ligt, - want ook de
bewoners hebben natuurlijk goed geluisterd naar uw zorgen -, wellicht dat zij zelf of de
initiatiefnemer nog met een paar aanpassingen komen. En dan kunnen we dan tegen die tijd kijken
wat de mogelijkheden zijn. Ik zie die op dit moment eigenlijk niet. Met dit plan denk ik dat het
optimale bereikt is. Dus als u uw amendement zou doorzetten, zou ik hem aan de raad ontraden.
Tot zover.
DE VOORZITTER:
Dank u zeer. Behoefte aan een tweede termijn?
De heer Stubenitsky.
DE HEER STUBENITSKY:
Ja voorzitter, ik ga niet met één vingertje omhoog zitten met een amendement waarvan ik de
enige ben die het steunt. Ik hoop dat we in de toekomst nog kunnen praten over het bouwplan en
dat de wethouder dan ook naar de argumenten van zowel de bewoners als van mij zal luisteren. De
heer Scheltens wil ik nog meegeven inzake de visboer, dat op nummer 28 Ricky woont en op
nummer 30 Arjan Jonk.
DE VOORZITTER: