130
worden en zoals we die gaan uitwerken, ook richting de begroting 2011, niet noodzakelijk om de
stad in te gaan. Maar waar dat wel noodzakelijk voor is, dat is de kerntakendiscussie. En dan leg ik
ook meteen de bal weer even terug bij u zelf. Want wij hebben natuurlijk ook gekeken naar hoe we
dat met elkaar gaan doen. Want dat is een behoorlijke opgave die we bewust nog niet met elkaar
hebben ingevuld. Wij hebben vanuit de coalitie als college de opdracht meegekregen om te kijken
hoe we dat gaan doen en we hebben met elkaar geconstateerd dat het iets is wat de raad ook zelf
zou moeten oppakken, juist om ook regie te houden op het eigen proces. Want ik vind dat ook heel
belangrijk dat we de mensen in de stad erbij betrekken. Aan de andere kant hebben mensen ook
behoefte aan helderheid. En een van de besluiten die wij als college in ieder geval genomen
hebben, is om helderheid te scheppen in datgene wat collega Meeuwis net verteld heeft. Maar er
zijn natuurlijk veel meer dingen. En we hopen in de kaderbrief een aantal dingen die we dus niet
meer doen, helder te krijgen. Maar waar het gaat om die brede kerntakendiscussie, zou ik het toch
heel prettig vinden om dat samen met u te doen. Want volgens mij bent u ook uiteindelijk aan zet
waar het gaat om controlerende en kaderstellende taken.
DE VOORZITTER:
Akkoord. Ik denk dat we hier over gesproken hebben in de context van het vragenuur en de orde
daarvoor.
Ik stel aan de orde in diezelfde context, de subsidieverstrekking 2010 Breda Actief.
Wie van D66? Mijnheer De Beer, gaat uw gang.
DE HEER DE BEER:
Dank u wel voorzitter.
De fractie van D66 heeft de eerste weken van deze raadsperiode heel veel met de organisaties
gepraat, onder andere over het coalitieakkoord, naderende bezuinigingen, maar ook
kennismakingen en het bespreken van de ambities van onze fractie, ook met de gesprekspartners
in de stad. Daarnaast gaan we juist ook het gesprek aan over de ervaringen van de afgelopen
jaren bij de gesprekspartners. Wij stellen hierbij graag vragen over de situatie van Breda Actief
waarmee wij onlangs spraken. Deze organisatie richt zich op het bevorderen van vrijwilligerswerk
en sport en kan ook een grote rol spelen bij het realiseren van de beleidsdoelen zoals die in
@Breda staan beschreven. Enerzijds passen die werkzaamheden van Breda Actief in het
uitgangspunt: iedereen kan iets, iedereen doet iets. Anderzijds kan Breda Actief ook een goede
bijdrage leveren aan het realiseren van de sportparagraaf van @Breda. De D66 fractie heeft
zodoende verder gekeken naar die financiële achtergronden van Breda Actief om ook een beter
inzicht in de positie van Breda Actief te krijgen. Verbaasd hebben wij moeten constateren dat op
het moment dat wij hen spraken, de subsidiebeschikking 2010 nog niet aan Breda Actief verstrekt
was. In februari 2010 heeft Breda Actief zelf het initiatief genomen om een voorschot aan te
vragen, hetgeen uiteindelijk ook is overgemaakt. Belangrijk is om te vermelden dat Breda Actief
zelf wel aan haar verplichtingen heeft voldaan om voor 1 oktober 2009 alle relevante informatie
voor de subsidie aan te leveren. Naar aanleiding daarvan stellen wij u graag de volgende vragen:
Klopt het dat Breda Actief de relevante informatie tijdig aan het stadskantoor heeft verstrekt?
Klopt het dat de subsidiebeschikking 2010 door Breda Actief momenteel nog niet is ontvangen en
zo ja, wat is hiervan dan de reden?
Klopt het dat op initiatief van Breda Actief in februari 2010 een voorschot is verstrekt en wat waren
de gevolgen geweest als dat voorschot niet was verstrekt? Wat is de aanleiding tot het aanvragen
van dat voorschot? Zo kan ik de vraag ook formuleren, voorzitter.
Vervolgens nog het volgende. D66 is van mening dat juist die subsidieverstrekking een goed
instrument is om beleidsdoelen te realiseren Op zo'n moment spreek je af welke inspanningen of
resultaten de organisatie probeert te bewerkstelligen voor de subsidie. Niet die omvang van de
subsidie geeft aan hoe belangrijk dat beleidsdoel is, maar juist de verhouding tussen de subsidie en
hetgeen de organisatie daarmee bewerkstelligt. Dat vindt D66 van belang: met zo min mogelijk
middelen zo veel mogelijk bereiken. Het uitblijven van de subsidiebeschikking tot een moment ver
in de periode waarop die beschikking betrekking heeft, doet ons vermoeden dat er sprake is
geweest van geen of onvoldoende sturing daarop. De partners in de stad worden bij een dergelijke
gang van zaken niet of onvoldoende uitgedaagd. Daarom nog de volgende vragen:
Is er bij de subsidieverstrekking voor het kalenderjaar 2010 bij meerdere organisaties sprake
geweest van een ontvangst van de subsidiebeschikking na 1 januari 2010? Bent u met D66 Breda
van mening dat het van groot belang is om voorafgaand aan een kalenderjaar tot een
subsidiebeschikking te komen? En bent u bereid om op dit punt aanvullend actie te ondernemen en
bent u vervolgens ook bereid om de commissie Maatschappij van uw acties op de hoogte te
houden?
Dank u wel voorzitter.
DE VOORZITTER: