416 DE HEER ERNST: Even ter interruptie. Het is dat ik heel goed zit, maar ik val echt bijna van mijn stoel. We bespreken een historisch tekort en u komt domweg met een wensenlijstje. Volgens mij MEVROUW HAAGH: U heeft geen wensenlijstje van mij gehoord. U heeft een beschouwing van mij gehoord en een heel concreet.... DE HEER ERNST: Een beschouwing die heel duur kan worden. MEVROUW HAAGH: Dat ligt er aan of u naar het ROC wilt luisteren of niet. Het ligt eraan of u wilt kijken hoe zij nu met man en macht bezig zijn om ook te kijken of er een meer versoberd voorstel kan komen. Het is dus helemaal aan u om te kijken hoe duur dat wordt en wij hebben het daar met de begrotingsbehandeling absoluut over. DE VOORZITTER: Goed. Ik stel voor dat ik het woord nu geef aan de heer Voorn, CDA. Gaat uw gang. DE HEER VOORN: Geachte voorzitter, bijna 500 pagina's vol met interessante feiten uit het verleden, de historische jaarrekening van de gemeente Breda. Dit jaar is voor het eerst in jaren een enorm tekort gepresenteerd. De reden voor het tekort is duidelijk geformuleerd. We hebben een tekort. Het komt door incidentele uitgaven en de crisis. Het is pas in de laatste maanden zichtbaar geworden en we konden er niets aan doen. Punt. Toen kwam de discussie over de techniek en de financiële methodieken. Deze is uitgebreid gevoerd in de werkgroep cyclische producten en ook in de commissie Bestuur kwam de techniek ruimschoots aan bod. Goed is het om te melden dat er van alle kanten initiatieven zijn om de kwaliteit van de jaarrekening en de rapportages te verbeteren. Opvallend in de jaarrekeningdiscussie was dat de slordigheden in de presentatie van de jaarrekening geaccepteerd bleken te zijn. Het CDA was in de veronderstelling dat er een ondubbelzinnig en helder toegankelijk document zou komen te liggen. Jammer dat de wethouder afwijzend reageerde op de vragen vanuit de commissie om de slordigheden recht te zetten. Misschien kan de wethouder dit nog eens heroverwegen. Het is crisis in dit land. Het is crisis in de stad, het is crisis bij bedrijven en het is crisis bij mensen. Onze stadsgenoten maken op dit moment een zware tijd door. Er is veel onzekerheid bij ondernemers. Jarenlang opbouwen ziet men door de vingers glippen. Vragen als behoud ik mijn baan en ga ik niet failliet, kan ik mijn huis nog betalen, kan ik de studiekosten van mijn kinderen nog betalen, zijn vragen die mensen bezig houden. Deze crisis moet het leidend uitgangspunt zijn van de begroting 2011. Het is alle hens aan dek. De crisis maakt ook dat je nog beter op je financiële planning moet letten dan voorheen. Helaas zien wij en de accountant nog een gemeentelijke bedrijfsvoering waarin dit nog niet helemaal dagelijkse gang van zaken is. Wat maakt dat het zo moeilijk is voor de gemeente om in control te zijn? Waarom is een strakke risicobeheersing geen integraal onderdeel van de gehele bedrijfsvoering? En hoe kan het dat de budgetten zo heftig afwijken? De wethouder was duidelijk. Zij wil hier best aan werken maar dan moeten we als raad accepteren dat er andere zaken niet worden gedaan. Je kan niet en, en hebben. Dat zou een te grote belasting geven op het ambtelijke apparaat. Het CDA ziet dit toch anders. In control zijn gaat over de bedrijfscultuur en de manier van werken. Misschien kan de wethouder hier nog eens op reageren. Wat heeft de gemeente wel ondernomen? Het afwaarderen van de bezittingen van het grondbedrijf. Was deze afwaardering genoeg en de laatste? Het CDA Breda heeft de winstwaarschuwing van de wethouder gehoord en door geredeneerd. De afwaardering van de bezittingen van het grondbedrijf kan waarschijnlijk niet eenmalig zijn, zeker als in de raad opnieuw een indeling zal worden vastgesteld van primaire, secundaire en tertiaire projecten, zal dit zijn weerslag hebben op de daarbij horende grond, als projecten later of niet gerealiseerd gaan worden, levert dat minder geld op en is ook de daarbij horende projectgrond minder waard. Er zal waarschijnlijk dus in de toekomst nogmaals afgewaardeerd moeten worden wat dan mogelijkerwijze opnieuw zal leiden tot miljoenentekorten. Zou de wethouder hier nog iets over kunnen zeggen? Als laatste: wie kunnen er nog meer iets aan doen om in de toekomst een meer kwalitatief jaarverslag te hebben, daar waar het gaat om het gepresenteerde beleid en om de jaarrekening? Dat zijn wij zelf, de gemeenteraad van Breda. Nemen wij ons zelf de maat. Zorgen wij er zelf voor dat voorstellen duidelijk zijn. Belasten wij het ambtelijke apparaat met nuttige vragen. De werkgroep cyclische producten heeft nadrukkelijk aangegeven ook te willen kijken naar het eigen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2010 | | pagina 16