440
kaasschaaf. Zo werkt het niet en in tijden van nood moet je heldere keuzes maken en die worden
hier volgens mij met het minimaal weg nemen van maatschappelijke dynamiek gemaakt.
Dat brengt mij meteen bij het eerste amendement van de PvdA, mede ondertekend door de heer
Van Lunteren van de SP over het minder afromen van de reservepositie van de BSW. Ik heb het er
in de eerste termijn ook al even over gehad. Het lijkt me niet verstandig om dat af te zetten
tegenover de BrIM, maar wel, - en dat heeft u mij ook horen zeggen, mevrouw Haagh -, met de
voorwaarde waar er zich onverhoopt een heleboel ingeschatte risico's bij de BSW zouden mogen
voordoen, - en Deloitte heeft al gezegd dat die kans tamelijk klein is, maar stel dat het toch
gebeurt -, dan is er altijd nog een hele gemeentelijke organisatie met een eigen reservepositie die
op basis van die risico's kan beoordelen die aan te vullen.
DE HEER SZABLEWSKI:
Dat geldt voor de BrIM net zo als voor de BSW en dat bedoel ik met gelijke monniken gelijke
kappen.
DE HEER AKINCI:
bedoelt niet gelijke monniken, gelijke kappen maar: met de BrIM gelijk kappen en dat willen wij
liever niet.
DE HEER SZABLEWSKI:
Het is een hele grappige opmerking maar volstrekt onzinnig. Het is een volstrekte onzinnige
interpretatie van wat ik heb gezegd.
DE HEER AKINCI: iit.
U heeft de woorden van de wethouder net gehoord. U kunt er voor kiezen. Het is een keuze om de
BrIM te liquideren. Dan is het einde BrIM. Dat waren de woorden van de wethouder bij de
beantwoording van de eerste termijn. Die keuze maakt u wel. Die keuze maken wij ten behoeve
van de economische dynamiek en het ondernemerschap in de stad, wat uiteindelijk ook gewoon
banen moet opleveren, en een aanjaageffect moet hebben voor de economie in Breda, wel. Wij
willen dat graag behouden omdat wij willen properen vooraan te staan daar waar de economie
aantrekt zorgen dat er banen bij komen, zorgen dat mensen die nou zonder baan zitten zo snel
mogelijk weer aan de slag kunnen. Daar hoort die BrIM ook bij. Dat is een onderdeel van dat beleid
en dat zou u ook moeten aanspreken.
DE HEER ERNST: n i
Even ter interruptie voorzitter. We hebben het ook over verschillende budgetten. De BrIM is ook
een investeringsmaatschappij. Dus het geld wat daar staat, is ook om te investeren terwijl we bij
de BSW praten over een reserve. Dat is voor risico's.
MEVROUW HAAGH:
Daar heeft u helemaal gelijk in. We praten over twee heel verschillende organisaties, maar wij
hadden tot vanavond de informatie dat er gewoon 2,5 miljoen vermogensreserve in de BrIM zit.
Waarom mag die wel in de BrIM zitten en niet in de BSW? Dan hebben we gelijke monniken, gelijke
kappen.
DE HEER ERNST:
Ik dacht ook nog tot kort voor de tweede bestuursrapportage dat we geen tekorten zouden hebben
en dat is nu ook heel anders.
MEVROUW HAAGH: DC...
Nou maakt u zich er weer heel makkelijk van af. U kiest er duidelijk voor om liever alles bij de BSW
neer te leggen en niet bij de BrIM. Dat is uw keuze. Wij hebben gewoon een andere keuze aan u
voorgelegd.
DE HEER ERNST:
De BSW....
DE VOORZITTER:
Nee, nee, het woord is aan de heer Akinci. Gaat u verder.
Anders vallen we toch langzaam maar zeker in herhalingen. Het nodige is gewisseld. Ik vraag u tot
opvattingen te komen zodat we dit punt kunnen gaan afronden en naar het andere agendapunt
kunnen gaan.
DE HEER AKINCI: