All
Het woord is aan de heer Van Yperen, Breda'97.
DE HEER VAN YPEREN:
Mijnheer de voorzitter, transparantie, duidelijkheid en samenwerking is het motto van dit nieuwe
college in deze crisistijd. Dat is geen eenvoudige opgave. Breda'97 heeft respect voor
bezuinigingsplannen die de burger zo min mogelijk treffen. Maar we moeten er ook voor zorgen dat
we met investeringen de maatschappij mede aan de gang houden. Alles op slot zetten is vaak het
paard achter de wagen spannen. In de begeleidende brief bij de kaderbrief geeft u aan dat we tot
de begroting moeten wachten voordat Breda kennis kan nemen van alle meerjaren
uitvoeringsprogramma's. Dit in tegenstelling tot de plannen die er al bij de formatie waren.
Breda'97 vindt dat de stad recht heeft op die duidelijkheid. De inwoners, de wijken, de dorpsraden,
ondernemers, organisaties en instellingen wachten op die plannen. Geen pre kadernota, tot nu toe
geen mening van de burgers, de brief die nu uitgaat van de raad richting de wijk- en dorpsraden is
het minste wat we op kunnen pakken. Iedereen moet het nu doen met de suggesties uit de
paragraaf Zuinig en Doen@Breda. Maar het is wel die burger die de bezuinigingsmaatregelen moet
begrijpen, wilt u begrip krijgen voor uw toekomstige plannen.
In het hoofdstuk Zuinig@Breda kondigt u een kerntakendiscussie aan en wij geven u bij voorbaat
aan dat wij alleen met die discussie meedoen als alles aan bod mag komen. Het moet een open
zaak zijn, geen voorwaarden en geen uitzonderingen vooraf. Alles moet bespreekbaar zijn. Ook
hier is de motie ingediend door de Partij van de Arbeid samen met anderen, duidelijk.
Het college zet in op verhoging van de woningproductie. Wij vragen ons af hoe u dat wilt doen in
een tijd dat de huizenmarkt is ingestort en er door projectontwikkelaars nauwelijks wordt
gebouwd, in een tijd dat we blij mogen zijn dat de drie Bredase woningcorporaties, waarmee Breda
prestatie afspraken heeft gemaakt, nog steeds in staat zijn om te bouwen. De subsidiestromen van
het ministerie en ook van de provincie, zijn gestopt waardoor de startersleningen, die een succes
waren, op dezelfde basis niet meer mogelijk zijn. Maatregelen om scheef wonen tegen te gaan zijn
tot nu toe volledig mislukt. Hoe denkt u, ondanks dat gegeven, de productie te verhogen. De
bouwaanvragen lopen drastisch terug. De prestatieafspraken handhaven lijkt ons in ieder geval
heel verstandig. Ook de wijkontwikkeling, die samen wordt aangepakt met die corporaties vraagt
om continuering. Ermee stoppen of verminderde aanpak zou voor delen van de stad verdergaande
gevolgen hebben. Veel van wat tot nu toe is opgebouwd, vraagt om continuering. Wijkontwikkeling
koppelen aan de stedelijke herprogrammering lijkt ons niet voor de hand liggen. We hebben te
maken met belangrijke lopende processen, met veel investeringen waar u veel op verliest wanneer
u ergens mee gaat stoppen.
Het tweede onderwerp wat ik aan wil snijden, is sport. Uitgangsbasis van het nieuwe sportbeleid is
het verslag van het gesprek met de stad, de Nota Klaar voor de Start. Kijk dat is nou een manier
zoals Breda'97 graag ziet dat men omgaat met de betrokken burger. Duidelijk zijn de gebruikers
hier aan het woord. Ook dan kan duidelijk gemaakt worden wat er vandaag wel en niet kan. Dat
zou met de wijk- en dorpsraden en met alle andere instanties die vragen om duidelijkheid over de
bezuinigingen, ook opgepakt moeten kunnen worden. Gisteravond hebben we daar een prima
voorbeeld van gehad. Ook met de sportverenigingen is duidelijk gesproken over wat hen te
wachten staat. Hoe zijn die bezuinigingen. Het kan wel degelijk. Daar ligt nu al een stukje begrip.
In het hoofdstuk Samen@Breda legt u de verantwoordelijkheid bij burgers, terug naar de
nabuurplicht, terug naar mijn broeders hoeder. Op zichzelf is daar niets mis mee. Maar die trap die
u af gaat, heeft glibberige treden, treden waarbij wij vraagtekens plaatsen over de uitvoerbaarheid.
Wij vragen ons af of men daar niet over uitglijdt. Om vandaag aan vrijwilligers te komen, is
bepaald niet eenvoudig. De kwaliteit van de samenleving kan men afmeten aan hoe men omgaat
met degenen die het minder getroffen hebben in de maatschappij.
DE VOORZITTER:
Wilt u de tijd in de gaten houden?
DE HEER VAN YPEREN:
Niemand kiest vrijwillig voor zorg of voor armoede. Dan is er altijd iets mis.
Tot slot vragen wij ons af waar de maatregelen zijn die het college neemt om de werkgelegenheid
te bevorderen. We hebben gezocht maar investeringen, zowel in het kader van de arbeidsmarkt als
in het vestigingsbeleid. Het enige wat wij kunnen vinden is het station, en inderdaad, ook de
biomassacentrale.
Mijnheer de voorzitter, de kaderbrief heeft ons nog niet die duidelijkheid gebracht waar we op
gehoopt hadden.
We stellen de discrepantie vast tussen de daadkracht die werd bejubeld bij de start van dit college
en de stand van zaken van vandaag. Maar desalniettemin wil ik het college voor de komende tijd
veel wijsheid toewensen. Ik besef ook terdege dat het stellen van vragen en opmerkingen veel
eenvoudiger is dan het geven van oplossingen voor alle problemen van de dag van vandaag.