485
invulling van de koopzondagen zien. Daar is enige tijd voor nodig om iedereen daar op een lijn te
krijgen, dus de snelheid zit er in en de verwachting is dat dat niet voor 1 januari 2011 zal lukken.
De ambitie en het streven is er wel om dat eerder te krijgen, de materie als zodanig en het
afstemmen met iedereen, om iedereen op een lijn te krijgen, zal dat waarschijnlijk niet toestaan en
de zorgvuldigheid om het goed in te voeren is wel van groot belang.
Daar ligt ook meteen een relatie naar de vraag over het parkeren die ik namens collega Willems
meteen maar even in de heupzwaai meeneem. Daar ligt een vergelijkbare ambitie. Er moeten nog
wel een aantal zaken aangepast worden. In de campagne die ik mij kan herinneren, was het
motto: winkels dicht, parkeermeters dicht. Dat staat mij nog helder voor de geest. En dat geldt
dan ook andersom. Winkels open, parkeermeters open. Dat vraagt enige logistieke afstemming en
heeft ook consequenties met betrekking tot personele inzet. En we willen het wel op een
fatsoenlijke en nette manier doen. Vandaar dat die termijnen ongeveer parallel lopen. De urgentie
en de vraag zijn duidelijk. We doen het graag goed en zorgvuldig.
Dan is er een vraag over de economische impulsnota gesteld door het CDA. Daar is een afspraak
over gemaakt door de coalitiepartijen om dat in zijn huidige vorm te laten vallen. Daar staat
tegenover dat een aantal zaken die incidenteel gefinancierd waren, voor zover dat het werkterrein
van economische zaken betreft, om die structureel te maken. Dat heeft tot gevolg dat een aantal
taken die - ik denk breed gedragen - als belangrijk, strategisch gezien, nu dus wel uitgevoerd
kunnen worden. Het betekent ook dat een aantal zaken op een andere manier moet worden
gefinancierd, dat er anders naar moet worden gekeken, ook samen met partners zaken moeten
worden opgepakt, als het gaat om onderzoek en dat soort zaken. En dan kent u mij als wethouder
die ook graag in de regio kijkt hoe we zaken voor elkaar kunnen krijgen.
Er is veel gezegd over werkgelegenheid. De heer Van Yperen maakte daar expliciet een punt van,
het belang van werkgelegenheid, ik lees er niks over. Er is veel goed werk verricht in Breda, dat
geef ik u graag mee. Er moet nog een hoop gebeuren. We hebben veel werkgelegenheid nodig. Ik
denk dat het college zich terdege bewust is van de uitdaging die er ligt. Als het gaat om werk, gaat
het er niet alleen om vanuit die mensen in die achterstandspositie of in die kaartenbak zo u wilt,
om die aan de bak te krijgen. Dat heeft een hoge prioriteit, daar zijn ook belangrijke getallen over
opgenomen in het coalitieakkoord. Die ambitie om mensen aan de slag te krijgen en te activeren is
heel concreet. Maar het werk moet er natuurlijk wel zijn. We gaan vanuit onze
verantwoordelijkheid als overheid daar zo creatief als mogelijk mee om. Ik wil daar nu niet op
vooruit lopen. Dus de vraag van de heer Dijkhoff, namelijk wanneer we dat no nonsens beleid
vanuit dat werkbeleid kunnen zien, ja dat voor mei 2011, daarop is het antwoord: ja. Dat kunt u
zeker zien en ik hoop dat dit onderwerp ook al veel eerder in dit gezelschap besproken en
bediscussieerd kan worden.
De inzet op werkgelegenheid, dus het aantrekken van bedrijvigheid, staat ook bij mij persoonlijk
hoog op de agenda. We hebben, ook in overleg met het strategisch beraad, een aantal interessante
speerpunten als Breda gedefinieerd. Daar is hard op ingezet en hard aan gewerkt. We hebben een
aantal interessante strategische focusgebieden aangewezen. De hele logistiek, de logistieke
dienstverlening waar een prachtige hoeveelheid werkgelegenheid omheen gecreëerd zal gaan
worden met de ambitie en de budgetten die daarvoor zijn. Maintenance is een activiteit waar zwaar
op wordt ingezet. Wat mij betreft zijn er ook andere terreinen op het gebied van de zorg, ook
zaken die aansluiten, - en dan spreek ik even vanuit mijn portefeuille -, die aansluiten bij de
capaciteiten die wij als stad ontwikkelen, met onze opleidingsinstellingen en dat soort zaken.
DE VOORZITTER:
Wilt u even aan de tijd denken want er zijn nog twee bestuurders die het woord mogen nemen.
WETHOUDER MEEUWIS:
Er kwam ook nog een vraag over de Bredapas. Het ging over: kunnen er nog wat voorzieningen
van internet bij. Ik wil vanavond niet met u de menulijst doornemen. Armoedebeleid gaat over
meer zaken dan alleen de Bredapas. Er zijn meer instrumenten die het armoedebeleid bestieren. U
heeft in het coalitieakkoord twee uitgangspunten van dit college kunnen lezen, namelijk dat we de
drempel waarbij je voor het armoedebeleid in aanmerking komt niet veranderen en dat we een
focus leggen op de allerzwaksten. Dat zijn namelijk de kinderen die zich in deze doelgroep
bevinden. Daar zullen we dus het beleid omheen richten. We hebben het wel aangewezen als
gebied waar we wel wat efficiency denken te kunnen behalen. Het risico van een dergelijke
discussie hier is datje al snel in voorbeelden spreekt en dat wou ik even zien te voorkomen. Maar
ik wil dit beleid wel in balans bediscussiëren en uitontwikkelen omdat je namelijk moet voorkomen
dat als je hier wat weg haalt, het ergens anders weer vrolijk bij komt. Dat wou ik daar nog even
over kwijt.
En dan zal de heer Bergkamp op de WMO ingaan, voor wat betreft de vragen, als die daarover
gesteld zijn.