487 wat betreft het Grondbedrijf op zichzelf en het vloeit voort uit de discussie en besluitvorming die collega Arbouw aangeeft over de herprogrammering rond de woningbouw, zal ook die besluitvorming, afhankelijk van zijn uitkomst, onherroepelijk effect hebben voor de afspraken die we met de corporaties gaan maken. Dat onderdeel komt nog terug als het gaat om het herzien en het vernieuwen van de alliantieafspraken. Maar dat zullen we doen in goed en nauw overleg en de consequenties van die afspraken leggen we natuurlijk ook weer bij u terug. En de laatste opmerking die ik wil maken, is naar aanleiding van een vraag van de heer De Jong, die de paragraaf Ouderen mist. Dat klopt op zichzelf omdat we besloten hebben om geen doelgroepinvullingen te geven. Maar tegelijkertijd hebben we ook in deze kaderbrief aangegeven dat we vol doorgaan met het geschikt wonen voor iedereen. En dat is een onderwerp wat niet expliciet en alleen, maar toch in belangrijke mate ook zijn weerslag vindt in de groep oudere inwoners van Breda. En u weet dat we volgende week woensdag een brede brainstorming hebben met alle betrokkenen rond het GWI en rondom de verdere verdieping van dat beleid. Dat onderwerp komt dus nog uitgebreid aan de orde. DE VOORZITTER: Heel kort. DE HEER HARDORFF: Ja voorzitter, ik heb even gewacht tot het einde van het betoog, maar wil toch even terug naar het begin toen u het had over de mensen in Tuinzigt en Brabantpark. Van dat verhaal klopt vrij weinig. U gebruikt namelijk selectief het argument dat het incidenteel geld betrof terwijl bijvoorbeeld bij de economische paragraaf wel degelijk incidenteel geld structureel wordt gemaakt. Dus het kan wel, alleen maakt u een keuze om dat niet te doen. En het is natuurlijk wel opmerkelijk dat er een aantal zaken zijn die heel abstract en algemeen worden gehouden, - wethouder Boelema bevestigde dat ook -, maar dat juist hier de keuze wordt gemaakt om zo concreet deze twee functies in deze twee wijken te schrappen, twee wijken waarvan we allemaal weten dat het keihard nodig is. En als blijkt dat meer mensen daar problemen mee hebben, dan wordt ineens de stadsmarinier erbij gehaald als de oplossing. Als we dat gaan doen kunnen we de stadsmarinier beter superman noemen. Overal waar we een puinhoop maken, wordt de stadsmarinier ingezet. DE VOORZITTER: Wethouder. WETHOUDER BERGKAMP: Als dat het voorstel wordt van de Partij van de Arbeid, komt daar misschien nog een amendement van, maar zo heb ik dat niet proberen aan te geven. Het is inderdaad een keus om op basis van de richting en de visie vanuit het coalitieakkoord nu een streep te zetten onder deze activiteiten omdat in onze ogen de financiering ophoudt. Maar ik bied ook ruimte, - en ik had eigenlijk gehoopt dat u dat ook hoorde om in de verdere uitwerking, als blijkt dat in het kader van de prioriteitstelling in die twee wijken er toch activiteiten moeten plaats vinden, om langs de lijn van de invulling zoals collega Arbouw die gegeven heeft en aan de andere kant langs de prioriteitstelling zoals u die zelf bepaalt in de loop van het jaar, alsnog tot een invulling te komen, onder voorwaarden dat daar dan financiering voor gevonden wordt, in andere terreinen. Als we met elkaar besluiten a en b te doen, dan kunnen we andere onderdelen niet doen. Maar de ruimte op zichzelf om die discussie te hebben is er nog. Dus wat mij betreft, komt dat onderwerp in de loop van het jaar nog een keer terug. DE HEER HARDORFF: Maar het is en blijft opmerkelijk als we ook het CDA het afgelopen jaar steeds horen zeggen, ook het Brabantpark is een wijk die heel veel nodig heeft in aanvulling op de wijkontwikkelingswijken en hier de keuze maakt om tegen Brabantpark te zeggen: dit vinden wij niet nodig in uw wijk want het betreft eenmalig geld. Als het echt moet zijn er oplossingen voor. DE VOORZITTER: U krijgt een tweede termijn. Ik geef het woord aan wethouder Willems. WETHOUDER WILLEMS: Voorzitter, mijn collega's hebben al een groot aantal vragen die op mijn portefeuille betrekking hebben, beantwoord, bijvoorbeeld de vraag van de heer Dijkhoff over parkeren en van mevrouw Haagh over mondiaal beleid. Hieraan wil ik nog toevoegen dat niet het mondiaal beleid geschrapt wordt, maar alleen datgene wat incidenteel wordt gefinancierd. Het structurele bedrag wat er voor staat, blijft gewoon staan en daarvoor gaan we met elkaar in de evaluatie die beloofd is, verder.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2010 | | pagina 35