Dan pak ik even een geluid van Trots op Nederland, wat ik een heel goed en afwijkend geluid vond,
maar een heel helder geluid, namelijk oog voor de vergrijzing van Breda. Dat is iets wat wel staat
genoemd, de demografische ontwikkeling van Breda, maar dat hangt veel samen met een aantal
beleidsterreinen, is moeilijk te vatten in een amendement, moeilijk te vatten in een motie. Maar ik
denk dat ik uw geluid wel wat kan versterken door ook het college onder de aandacht te brengen
dat dat beleidsbreed ingezet kan worden. Dan kun je denken aan levensloopbestendig bouwen,
focussen binnen de WMO, oog hebben voor het snel stijgend aantal dementerenden, GWI beleid,
mantelzorg, zorginnovatie en inzet van ICT in de zorg. Dat vinden wij belangrijk en dit goede
geluid wil ik even versterken.
Dan zou ik graag nog even de moties en amendementen aflopen. Dat kan hopelijk in
sneltreinvaart. Heb ik nog tijd?
DE VOORZITTER:
Op zich niet.
DE HEER DE BEER:
O.
DE VOORZITTER:
U krijgt straks natuurlijk de ruimte voor stemverklaringen.
Misschien, als u zegt: ik wil nog even een motie of amendement aanpassen met name als het gaat
over de richting, ik meen over de LED verlichting, kunt u misschien even uw opinie daar over
geven.
DE HEER DE BEER:
Ja, laat ik dan beginnen met cultuur. Ik denk dat de wethouder daar een helder verhaal over had.
Er zat wat weerstand om daar nu al kaderstellend aandacht aan te geven. Ik heb daar begrip voor
maar wil wel even benadrukken dat het ons niet gaat om landelijke subsidieregelingen die al bij
organisaties zitten, maar het gaat ons om die landelijke erkenning. Daar ligt een directe relatie met
de kwaliteit, een uniek stukje cultuur wat we in Breda hebben. Dat heeft een uitstraling naar de
rest van het culturele veld en dat was de boodschap die we daarin wilden geven. We wachten met
smart op de exercitie die vanuit het college komt om de gelden binnen cultuur structureel te
maken. Dit amendement houden we daarmee aan.
Dan de LED verlichting. Daar ga ik dan toch niet in mee, met het beleid van de wethouder. De
bedoeling van het amendement is met name om de gelden die door de besparing door de inzet van
LED verlichting beschikbaar komen, dat die ook bij het sportveld terecht komen. Dus als u geld
nodig heeft vanuit die klimaatnota om te investeren in die LED verlichting is dat prima, maar ik
denk dat het nadrukkelijk een koppeling met die sport moet houden. Temeer omdat LED verlichting
niet in alle toepassingen even rendabel is. En ik zou toch echt voor die afbakening willen pleiten om
het even bij sport te houden.
Dat is denk ik het belangrijkste.
DE VOORZITTER:
Ik dank u zeer. Nog vragen? Dan ga ik naar mijnheer Akinci, GroenLinks.
DE HEER AKINCI:
Voorzitter, allereerst dank ik het lid Dijkhoff, zoals hij dan tegenwoordig genoemd moet worden,
voor zijn behartenswaardige woorden in zijn tweede termijn. Onze partijen zijn het over een
heleboel dingen niet eens, over een heleboel dingen ook wel. En een paar van die dingen waar we
het in ieder geval over eens zijn, is dat alles wat we nu in de komende vier jaar gaan neerzetten,
ook structureel moet zijn. Dus geen impulsen meer voor belangrijke zaken die vervolgens weer
opnieuw in een soort afweging gezet moeten worden omdat de financiering niet structureel
geregeld is. En zo moet volgens mij die tabel op pagina 12 en 13 ook gelezen worden en niet
anders. Dit zijn de zaken die incidenteel gefinancierd zijn en waarvan alsnog op voorhand voor
2011 niet van gezegd wordt dat die expliciet doorgang vinden met die gelabelde bedragen erbij. En
daar is al de kanttekening bij gezet, bijvoorbeeld bij het mondiaal beleid, dat het beleid an sich niet
stopt, dat daar ook nog geld voor is. Want die 94.000,-- die wegvalt, was niet het complete
bedrag. Vervolgens is het volgens mij de uitdaging om te gaan kijken hoe je dat beleid zo veel
mogelijk nog steeds vorm kan geven met allerlei financieringsmogelijkheden. En wat mij betreft,
gaat de stad daarbij ook heel actief op zoek naar partners en andere subsidiemogelijkheden via
externen. Zo zou ik het in eerste instantie willen neerzetten. En met de hele
heroverwegingsdiscussie zullen we dit onderwerp vast nog wel een aantal keren bespreken.
Voorzitter, in de richting van het antwoord van het college, is er een ding waar ik niet tevreden
over ben en dat is vooralsnog toch nog de beantwoording over de buurtmeester en de