459
DE VOORZITTER:
Wie wenst hierover het woord?
De heer Scheltens en de heer Stubenitsky. Het woord is aan de heer Scheltens, GroenLinks. Gaat
uw gang.
DE HEER SCHELTENS:
Voorzitter, gezien het gt karakter van deze vergadering zal ik het vanaf mijn plaats doen. Ik heb
drie puntjes.
Dubbelbestemming waarde archeologie, de Emerput en de wijzigingsbevoegdheid.
Waarde archeologie. Wij steunen uw beleid en ook de brief die u hierover aan ons heeft gestuurd.
Inventarisatie door de Kamer van Koophandel van alle uitbreidingsplannen en dan een eventueel
gezamenlijk onderzoek met gedeelde kosten. Dat is een voordeel. De gemeente rest niet meer dan
een regierol in deze. Nadrukkelijk wil ik nog een keer benadrukken dat wij niet kiezen voor het
achterwege laten van alles wat met archeologie heeft te maken in verband met de economische
crisis.
Emerput. Koesteren van flora en fauna staat bij ons voorop. Juist bij de verbinding met de
Markzone ligt een prachtig stuk natuur. Wat ons betreft, liefst handen ervan af. Elders op het
terrein is er nog meer dan genoeg ruimte.
Tenslotte de wijzigingsbevoegdheid. Wij hebben naar mijn idee toch afgesproken dat als die ooit
gebruikt wordt ten behoeve van een eventuele ontsluitingsweg, dat dat via de commissie gebeurt.
Dat hoor ik graag nogmaals bevestigd. Overigens zijn wij voor het vaststellen van dit
bestemmingsplan. Daar kan ik het bij laten.
DE VOORZITTER:
Ik dank u zeer. Ik geef het woord aan de heer Stubenitsky. Gaat uw gang.
DE HEER STUBENITSKY:
Dank u wel voorzitter. Door die directe afslag te maken van de Noordelijke Rondweg naar het
industrieterrein, bespaart het verkeer dat van de A27 en de A58 af komt, 2 kilometer omrijden plus
drie stoplichten. Dat scheelt bij een vrachtwagen ongeveer 2 liter. Dat vinden wij dus een zeer
goed voorstel.
Wat betreft de archeologie kan ik me aansluiten bij de heer Scheltens.
DE VOORZITTER:
Mijnheer Lips, CDA.
DE HEER LIPS:
Dank u wel voorzitter. De CDA fractie had het stuk mee terug genomen, met name door de brief
die van de Kamer van Koophandel was gekomen. Wij hadden toch wel, als het om kleine
ondernemers ging, waarvoor dat moeilijk was om dat te kunnen financieren, was dat voor ons toch
wel een belangrijk punt. We hebben nog eens goed gekeken naar het Verdrag van Malta, de
erfgoednota en we hebben besloten om in te stemmen met het voorstel.
DE VOORZITTER:
Nog andere leden? Behoefte aan een reactie van de zijde van het college? Wethouder Arbouw.
WETHOUDER ARBOUW:
Een korte reactie voorzitter.
Ten aanzien van de vraag van de heer Scheltens over flora en fauna. Als je daar een ontwikkeling
doet, wordt sowieso altijd eerst gekeken wat de consequenties zijn voor flora en fauna. Die borging
is ook vastgelegd en daar houden wij ons ook aan.
Ten aanzien van uw vraag over de wijzigingsbevoegdheid. Het is een bevoegdheid die wel bij het
college ligt, maar als het een majeure iets is, wordt u als commissie daar uiteraard bij betrokken.
Dat wil niet zeggen dat dat per definitie dan ook besluitvorming in de raad moet betekenen; het
uiteindelijke besluit ligt uiteraard bij het college. Tot zover voorzitter.
DE VOORZITTER:
Goed, ik denk dat hiermee de reacties voldoende zijn beantwoord. We gaan over tot stemming.
Wenst iemand aantekening tegen? Mag ik hieruit concluderen dat uw raad akkoord is? Dan is aldus
vastgesteld.
4 KOERS@BREDA - KADERBRIEF 2011.
DE VOORZITTER: