461
college kan toezeggen dan we binnen dit tijdspad, of liefst nog eerder, de gevraagde informatie
kunnen krijgen zodat we in de raad hierover een gedegen discussie kunnen voeren.
Het tweede concrete punt betreft de parkeermeters die dicht gaan na winkelsluiting en de
openstelling van winkels op zondag en de keuzevrijheid van ondernemers om dat te doen. Wij zijn
natuurlijk blij om te zien dat dit snel wordt opgepakt. Wel vragen we ons af waarom het
parkeermeterverhaal bij 2011 staat. Wat ons betreft kan dat met de detailhandelsnota in 2010. We
zouden het op prijs stellen als het college dit kan toezeggen.
De wijkveiligheid. Dat is prima. We waren even bang dat het 2011 zou worden, maar het kopje
2010 waaronder de stadsmariniers vielen, was niet vet gedrukt. In een breder verband verwachten
we wel dat het college dan ook de aanzet geeft voor de discussie over toezicht en handhaving in
wijken om de veiligheid te verbeteren en ook de discussie van gemeentelijke toezichthouders,
zodat we de stadsmariniers en de inbedding daarvan goed kunnen plaatsen in een breder
perspectief van toezicht en handhaving. We zouden graag een toezegging van het college in deze
richting willen horen.
Het laatste concrete punt betreft de nieuwe website. We zullen als VVD niet het pleidooi gaan
houden dat er niks hoeft te gebeuren en dat het allemaal prachtig is wat er nu is. Ik wil graag
geloofwaardig blijven. Wel vragen we ons af of de hoogste prioriteit gegeven moet worden hieraan
in deze tijd van bezuinigingen, tenzij dit natuurlijk op andere manieren tot kostenbesparingen leidt.
Bij de begroting verwacht de VVD dan ook een motivatie hierover waarom dit er nu moet komen en
wat het gaat kosten. Tenzij u in de uitvoering hiervan deze zomer al wilt starten, horen wij graag
hoe het college denkt dit proces in de hand te houden om onnodige uitgaven te voorkomen. Veel te
vaak zien we dat overheden bakken met geld uitgeven aan ICT systemen, terwijl buiten de deur
een whizzkid, open source of een klein bedrijfje het voor een prikje veel beter heeft gedaan. En als
ik het twittergedrag van het gemiddelde raadslid bekijk, zou ik het college willen adviseren om op
dit punt de raad nog serieuzer te nemen dan u op alle andere punten al doet.
Terug naar de grote lijnen.
DE VOORZITTER:
Wilt u denken aan de tijd? U bent de 5 minuten voorbij. Ik zou u willen vragen tot een afronding te
komen.
DE HEER DIJKHOFF:
Dat is perfect. Voorzitter, ik rond af. Deze kaderbrief is voor de VVD een goede tweede stap. Het
college toont zich realistisch in wat wel kan en ook duidelijk in wat niet kan. Niet: we weten het
niet precies dus we doen maar even niks maar: we weten het niet precies dus we nemen het
zekere voor het onzekere nemen. De kaderbrief biedt niet het antwoord op alle vragen, maar wekt
bij de VVD wel het vertrouwen dat we de goede lijn kunnen voort zetten, het college op schema ligt
met het orde op zaken stellen en dat we bij de begroting weer een volgende mooie stap in de juiste
richting kunnen zien.
DE VOORZITTER:
Dank u zeer. Wie heeft er behoefte aan een reactie?
De heer Hardorff, Partij van de Arbeid.
DE HEER HARDORFF:
Ik zou eigenlijk heel veel vragen willen stellen maar ik zal me beheersen en ik pak er twee uit.
Allereerst de stadsmariniers. U zei daar zelf wat over. U heeft met die stadsmariniers fanatiek
campagne gevoerd. Het is ook opgenomen in het coalitieakkoord. En wederom staat hier: de
functie gaan we vorm geven en we kijken naar de relatie met bestaande functies van
verbindingsregisseurs en veiligheidsregisseurs. Wij vragen ons ondertussen af of we eigenlijk zelf
wel weten wat een stadsmarinier is want de uitleg hebben we eigenlijk nog steeds niet gehoord.
Maar misschien kunt u het ons uitleggen.
De andere vraag heeft betrekking op uw eigen opmerking rondom zorgvuldigheid. U zegt: je moet
een omslag zorgvuldig maken en in dat opzicht is de VVD fractie tevreden met het handelen van dit
college. Aan de andere kant hebben wij niet anders dan kunnen waarnemen dat bijvoorbeeld
corporaties uit de krant moesten horen dat de wethouder niet tevreden was over de aanpak van
wachtlijsten en heeft het ROC bijvoorbeeld uit de krant moeten horen dat de sporthal was
afgeblazen en heeft de buurtmeester uit Tuinzigt uit de krant moeten horen dat hij zijn baan kwijt
is. De vraag is even hoe u tegen die vorm van communicatie aan kijkt en of u dat nog steeds
zorgvuldig vindt.
DE VOORZITTER:
Mijnheer Dijkhoff.
