513
Dat is van de laatste week. Maar als iets vandaag binnen gekomen is en op tijd ingeleverd is bij de
gemeente, ligt het nog niet bij de betreffende ambtenaar. We weten hoe dat werkt. Morgen zal
helder zijn wat er vandaag is binnen gekomen. Dat weet ik vandaag ook niet. Daarom kan ik u er
op dit moment nog geen antwoord op geven. Het kan zijn dat op het laatste moment voor de
inwerkingtreding van het voorbereidingsbesluit toch alsnog dingen rechtsgeldig bij de gemeente
ingediend zijn en dat aantal kan ik u dus nu niet noemen maar volgende week uiteraard wel.
Voorzitter, dan het amendement van D66, waarin brede steun is om met nadruk vast te leggen
wanneer het voorbereidingsbesluit in werking treedt, namelijk de datum van morgen: 6 juli. Dat is
een versterking van het voorbereidingsbesluit als de raad dat wil om dat met onmiddellijke ingang,
zijnde morgen te laten ingaan. Anders zou het volgens de wet zijn na de publicatie in een dagblad
of in een Staatscourant, als het gepubliceerd is. Volgens mij heb ik het overgrote deel van de
vragen hiermee behandeld, voorzitter.
DE VOORZITTER:
Dank u.
Wie heeft behoefte aan een tweede termijn?
Mijnheer Hendrickx, mijnheer Hardorff, mevrouw Schokker en mijnheer Stubenitsky.
Het woord is aan mevrouw Schokker.
MEVROUW SCHOKKER:
Voorzitter, ik heb nog een korte vraag aan de wethouder, namelijk of morgen eventueel als er
nieuwe aanvragen komen, dat in de dagmail opgenomen zou kunnen worden, zodat we meteen
geïnformeerd zijn.
DE VOORZITTER:
Dan mijnheer Hendrickx.
DE HEER HENDRICKX:
Voorzitter, ik ben eigenlijk niet tevreden over de beantwoording van de wethouder. Hij heeft een
aantal vragen goed beantwoord, maar een aantal ook niet. Mij valt het dus tegen dat hij niet kan
zeggen hoeveel aanvragen er de laatste dagen zijn binnen gevallen. Ik zou dat graag hebben
geweten.
Ook hebben wij hier nog gesproken over wat het risico is van de planschade. Daar heb ik ook geen
antwoord op gekregen. Ik hoor mevrouw Van Hasselt van de VVD ook nog zeggen: wij willen geen
nieuwe vestiging en er lagen al aanvragen en wij zijn niet tegen glastuinbouw. Maar dit voorstel is
wel tegen de glastuinbouw.
MEVROUW VAN HASSELT:
U kijkt mij aan, ik wil best reageren.
DE HEER HENDRICKX:
U kijkt mij aan, dus ik kijk u aan.
MEVROUW VAN HASSELT:
Wij hebben al vaker gezegd dat wij niet tegen glastuinbouw zijn. Het is namelijk ook zo dat
bestaande glastuinbouwgebieden op een gegeven moment de mogelijkheid krijgen om uit te
breiden, tot 4 hectaren. De provincie wil 3 hectaren maar wij hebben 4 hectaren in het
bestemmingsplan vastgelegd. Daar zullen we bij het nieuwe bestemmingsplan verder over gaan
spreken. De provincie wil het buitengebied van Noord Brabant ook zo goed mogelijk invullen en
bepaalde locaties zijn dan aangewezen voor glastuinbouw en dat is prima. En laten wij ons
buitengebied van Breda gewoon zo goed mogelijk beschermen. Wij zijn dus niet voor glastuinbouw,
tenminste grootschalige glastuinbouw, op die locatie omdat wij vinden dat dat beter op een
bedrijventerrein thuis hoort.
DE HEER HENDRICKX:
Grootschalige glastuinbouw begint boven de 4 hectaren. Dat is een verschil wat wij hebben in de
discussie want u weet niet hoe groot de glastuinbouw is. U mag trouwens wel een keer komen
kijken dan kunt u er misschien kennis van nemen.
Voorzitter, het amendement wat er ligt kunnen wij dus niet steunen. Hier wil ik het bij laten.
DE VOORZITTER:
Dank u wel mijnheer Hendrickx.
Mijnheer Stubenitsky.