527
zijn, die nu expliciet aan de orde gesteld gaan worden. Als u met goede argumenten nog een paar
meer dingen naar voren kunt brengen, dan kunnen wij u hier inderdaad een richting mee geven. Ik
denk....
DE WAARNEMEND RAADSVOORZITTER:
Korte interruptie graag.
MEVROUW HEERKENS:
Ik kom er in de tweede termijn in die zin op terug, maar ik denk als u nog een voorbeeld kunt
noemen, dan ben ik bereid daar naar te luisteren. Maar ik denk dat dit met name de twee punten
zijn.
WETHOUDER BOELEMA:
Dus u zegt hiermee dat u mij wel de ruimte geeft, meer ruimte dan u eigenlijk in die motie aan mij
oproept?
MEVROUW HEERKENS:
Nee als ik in die motie zou zeggen...
Ik ben zelfs nog bereid te zeggen om met name op deze twee punten te richten omdat ik denk dat
het uitvoeringspakket uitvoerig bediscussieerd is kort geleden, en zowel het algemeen bestuur als
het dagelijks bestuur beide gezegd hebben dat het een zeer minimalistische uitvoering is. U heeft
allemaal hier gezegd: het primaat is aan de raad. Ik wil u wel handelingsvrijheid geven maar geen
vrijbrief. Dus ik heb gezegd: richt u zich hier vooral op en ga nu niet die hele basistaken discussie
weer opnieuw doen. Dat is eigenlijk wat deze motie zegt.
WETHOUDER BOELEMA:
Als het om die opdracht gaat, dan heb ik u gehoord en dat neem ik mee en tegelijkertijd weet ik
ook heel nadrukkelijk wat dat primaat in de raad betekent. Vandaar dat ik uw motie ook maar even
als kaderstellend heb opgevat en ik u ook, voor wat uw zorgen betreft voor die andere twee
punten, een uitleg heb gegeven waarom u daar zorgen over mag hebben maar dat daar wel
voldoende oog voor is, ook waar het gaat om die infectieziektebestrijding. Ik zit dus een beetje te
twijfelen wat ik hier nou mee moet doen en wat uw oproep nu eigenlijk behelst. Is het voldoende
als ik gewoon zeg wat ik heb uitgelegd, namelijk dat die OGGZ prioriteit nummer 1 is geweest in de
discussie van 2007 - 2008 en dat we niet misschien dat lijstje meteen op z'n kop gooien en tot de
laagste prioriteit bestempelen en dat voor wat betreft die infectieziekten, dat we daar een
voorziening voor getroffen hebben?
MEVROUW HEERKENS:
Dan zeg ik op mijn beurt: als u nou nog even kijkt naar het besluit en we voegen het woordje "met
name" toe, dus dat u zich met name richt op deze twee punten, jeugdgezondheidszorg en
technische hygiëne zorg. Mocht het nou zo zijn, dat u, eureka, nog iets vindt, - ik kan het me niet
voorstellen als iedereen zegt dat het al vrij minimalistisch is en ik hoor u ook uw zorgen uiten en
daar prijs ik u voor, zeker wat betreft die onderwerpen dan vinden we elkaar en dan is het ook
een ondersteuning voor u om als wethouder vanuit Breda te zeggen: deze punten moeten kritisch
zijn, daar valt in te verdienen. En ik geef u ook de vrijheid om te kijken om andere taken te
versterken of de financiën terug te voeren naar de gemeenten. Dat zou dus een compromis kunnen
zijn om bij het besluit nog "met name" toe te voegen. Dan heeft u meer vrijheid en wij geven
richting mee.
DE HEER AKINCI:
Voorzitter, per interruptie als dat mag. Ik vind het toch een beetje een rare discussie.
DE WAARNEMEND RAADSVOORZITTER:
Mijnheer Akinci.
DE HEER AKINCI:
Er wordt een werkgroep van wethouders en eventueel ambtenaren ingesteld. Dat doet er niet toe.
Wij zitten daar in ieder geval als Breda ook in. Die krijgt de opdracht om te kijken naar de
verschillende thema's en de verschillende taakvelden en te kijken in hoeverre daar op een reële
manier te kijken is naar een uitvoeringsniveau van die basistaken. Die discussie moet nog gevoerd
worden, terwijl mijn collega hiernaast zegt: geef nu al aan waarop dat kan. Als we dat nu zouden
weten, op welke wijze we dat vorm zouden gaan geven, dan zouden wij dat voorstel al hebben.
Maar dat voorstel moet nog naar ons toekomen. Op voorhand volgens mij, voor dat de discussie
überhaupt is gevoerd, zegt u al: het mag alleen op dat, dat en dat thema. Ik denk dat we, zeker