529 MEVROUW HEERKENS: Ja. DE WAARNEMEND RAADSVOORZITTER: Ja, dat is genoteerd. Mijnheer Aartsen. DE HEER AARTSEN: Dank u wel voorzitter. Een korte reactie op de motie. We geven geen vrijbrief aan het college. We hebben vertrouwen in het college. We gaan er van uit dat beide wethouders het belang van de volksgezondheid inzien en ook het belang inzien van een goede degelijke begroting. En daarom wil ik er echt voor pleiten om geen belemmeringen op te leggen. Laten we nou dat hele pakket doorlichten. En inderdaad, het zijn maar twee voorbeelden die in de brief genoemd worden. Wellicht zijn er nog meer mogelijkheden waar financiën gezocht zouden kunnen worden. Voorzitter, ik wil nog een ding recht zetten in de discussie. Er wordt net gedaan alsof er bezuinigd wordt. Dat is niet het geval. In het voorstel van het college staat dat het mogelijk zou kunnen zijn om die werkgroep zowel het basistakenpakket als de bedrijfsvoering te laten doorlichten. Dat is toch iets heel anders dan bezuinigen. DE WAARNEMENS RAADSVOORZITTER: Dank u wel. Mijnheer Ugerler. DE HEER ÜgERLER: Even iets over de motie voorzitter. Ik heb hem gisteren pas gekregen, vandaar dat ik niet op tijd heb kunnen reageren. Ik weet niet waar het aan ligt maar al vast mijn excuses. Wij hebben in de commissie met name benadrukt, voorzitter, zoals de wethouder ook heeft gezegd ligt het primaat bij de raad. Maar wij hebben niet voor niks twee collegeleden in het dagelijks bestuur en het algemeen bestuur. Je moet toch een beetje vertrouwen hebben in de bestuurders dat zij ook inderdaad wat wij zelf belangrijk vinden, - wij delen de zorg van de Partij van de Arbeid ook -, ook in het dagelijks bestuur en in het algemeen bestuur naar voren brengen. Bovendien hebben we in de commissie aan het college voorgelegd om de raad tijdig te informeren over de ontwikkelingen, ook de inhoudelijke ontwikkelingen binnen de GGD en de wethouder heeft instemmend geantwoord. Ik neem aan dat u wilt interrumperen? MEVROUW HEERKENS: Ja, zou ik u mogen vragen, via u, voorzitter, natuurlijk. DE WAARNEMEND RAADSVOORZITTER: Mevrouw Heerkens. MEVROUW HEERKENS: U zegt: we moeten vertrouwen hebben in het college. Maar zo meteen gaat u praten over een onschuldig onderwerp, bijvoorbeeld de zondagsopenstelling voor het CDA. Dan kunt u ook daar een vrijbrief op geven en direct niks meer naar voren brengen. Ik bedoel dat iedereen zijn onderwerp toch heeft en richting wil geven en zorg uit en dan doe je toch samen zaken. Dan zeg je toch niet: we hebben vertrouwen in het college en het is wel goed zo en we zien wel wat er van komt. DE HEER ÜgERLER: Nee, maar u doet nou alsof de GGD in de knel zit en de bijzondere taken moeten verminderen of anders moeten worden uitgevoerd. Dat is helemaal niet aan de orde. En als het zover is MEVROUW HEERKENS: Mijnheer Ügerler, noemt u, als u nou zo'n goed overzicht heeft, dan nog eens een ander voorbeeld. Want het uitvoeringsniveau van het basistakenpakket is een wettelijke taak van de GGD, gaat over de gezondheid, zit op een minimaal niveau. Dat zegt zowel het algemeen bestuur als het dagelijks bestuur. Nu heeft de wethouder voorbeelden genoemd - dat kan ik in de praktijk ook nog billijken - met goede zorgvuldige argumenten. Dan zeg ik: oké, daar wil ik in meegaan en daar kun je dan misschien op inverdienen. Daar zijn op dit moment geen andere voorbeelden. Als zij ze nu kan noemen ben ik bereid daar nu naar te luisteren. Maar u kletst over een aantal dingen en u geeft geen concrete voorbeelden. Dan zijn er zo toch geen zaken te doen? DE HEER ÜgERLER:

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2010 | | pagina 14