530 U heeft dit in de commissie ook uitgebreid besproken met mijn collega. Daar is ook uitdrukkelijk vanuit verschillende fracties de vraag aan het college voorgelegd: houdt ons alstublieft op de hoogte. En die vraag is aan het college voorgelegd. Het college gaat dat dus ook uitvoeren. We worden inderdaad tijdig geïnformeerd, niet alleen over financiële zaken wat wij elk jaar gaan doen maar ook als er inhoudelijke zaken aan de orde zijn. Op deze wijze krijgt u antwoord en dat moet in mijn ogen voldoende zijn. En om hierop terug te komen, nogmaals, mijn fractie deelt uw zorg ook, inzake dat wat u naar voren heeft gebracht. Maar laten we alstublieft afwachten tot het aan de orde is en het college ook daarmee naar de raad terug komt. Dat was het voorzitter. DE WAARNEMEND RAADSVOORZITTER: Dank u wel. Mijnheer Spapens. DE HEER SPAPENS: Ik haak even aan bij het CDA tot het college terug komt naar de raad. Wat ik u net heel fijn hoorde zeggen is dat we vaker dan een keer per jaar bij de ontwerp begroting informatie gaan krijgen. Als u daarmee de toezegging doet dat we daarmee inderdaad eerder dan die begroting die discussie aangaan, dan ook zeer goed kijken naar wat we gaan bediscussiëren, een aantal mogelijkheden bekijken, wat dan de opties zijn. Het is heel fijn om te horen vanuit de VVD dat er niet bezuinigd gaat worden. Dat is ook een goed teken natuurlijk... DE HEER AARTSEN: Voorzitter, ter interruptie. U verdraait mijn woorden. U moet het voorstel goed lezen. Daar staat in dat er niet bezuinigd wordt, daar staat in dat er mogelijkheden zijn, ik zal het letterlijk voorlezen. Citaat: "binnen dit plan dient ruimte te zijn voor zowel de omvang van het huidige basistakenpakket als bedrijfsvoering ter discussie te stellen". Einde citaat. DE HEER SPAPENS: Dat is volgens mij net hetzelfde, maar dank ervoor dat we naar de bedrijfsvoering kijken. De wethouder zou ook antwoord geven hoe vaak wij dan wellicht toch eerder bij elkaar kunnen komen om er toch kritisch naar te kijken want we hebben hier volgens mij met z'n allen een gemeenschappelijke zorg. DE WAARNEMEND RAADSVOORZITTER: Dank u wel. Mijnheer Van Yperen. DE HEER VAN YPEREN: Natuurlijk spreekt het vanzelf dat de basistaken kunnen wijzigen en worden toegevoegd. Daar kan het algemeen bestuur zonder enig probleem altijd op ingaan, samen uiteraard met 18 gemeenten want er moet ook een meerderheid gezocht worden. Dat betekent dat deze motie alleen maar aangeeft dat er echt twee taken zijn waar je op kunt verdienen en waar je op een gegeven moment wat kunt waarmaken, zowel voor de GGD als voor de aangesloten gemeenten. Ook de duidelijkheid van die twee onderwerpen vragen nog uitkristallisering. Dat zegt de motie. De motie zegt niet dat je niets meer mag. De motie zegt alleen: jongens let op, daar zit de winst, ga daar in ieder geval naar kijken. Dat is punt nummer een. Dat wilde ik even toevoegen aan de woorden van mevrouw Heerkens. Dan over de vraag van EKD. Ik heb de brief van het college naar de commissie Maatschappij, - een uitstekende brief overigens over de GGD. Ik heb het nog even nageslagen maar het EKD komt daar niet in voor. Ik wil het u wat dit betreft makkelijk maken. Ik heb heel graag schriftelijk antwoord op het feit hoe de stand van zaken momenteel is met het EKD, dat in handen is gegeven van de GGD. Dank u wel. DE WAARNEMEND RAADSVOORZITTER: Dat was het mijnheer Van Yperen? Dank u wel. Nog iemand anders van uw raad? Mijnheer Akinci? DE HEER AKINCI: Voorzitter, ik vind toch dat de heer Van Yperen een wat wonderbaarlijke interpretatie van de motie heeft. In de motie staat dat de winst zit in het kijken naar het uitvoeringsniveau van de jeugdgezondheidszorg en de technische hygiënezorg, terwijl er volgens mij in de motie staat datje alleen daarover mag discussiëren en over de rest niet. En dan moet er met name nog bij. U moet dat nog amenderen, meen ik. Ja, daar zit uiteindelijk het verschil van mening. Kennelijk wilt u de discussie toch een beetje verengen tot die twee taken die nota bene uit de brief komen die de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2010 | | pagina 15