541 MEVROUW VAN DER BRUGGEN: Dat klopt. DE HEER AKINCI: Maar daarnaast voorzitter, als het mag, wil ik nog even de heer Ernst bijvallen. In het rapport staat vrij duidelijk over dit winkelcentrum dat de autonome ontwikkeling, - en dat is volgens mij ook wat de heer Ernst probeert te benadrukken -, naar de toekomst al zegt dat het centrum binnen 10 of 20 jaar niet meer levensvatbaar is. Dat daarnaast nog andere ontwikkelingen zijn, soit, maar de autonome ontwikkeling zorgt er al voor dat het niet levensvatbaar is. Dus in die zin heeft de heer Ernst volgens mij gelijk dat het niet door de komst van de Jumbo is. MEVROUW VAN DER SANDEN: Volgens mij is dat precies wat er aan de hand is en ik noem dat de doodsteek. Iemand ligt al ziek zwak en misselijk op de grond en wij geven nog een keer de doodsteek. Voorzitter, ik ga toch nog een keer interrumperen maar het is meer een reactie op de heer Akinci. In het rapport staat dat zonder aanvullende maatregelen de ontgroening en vergrijzing inderdaad de doodslag kunnen betekenen en ik wil mevrouw Van der Sanden daarin ondersteunen. De Partij van de Arbeid maakt zich daar ook hard voor de Berg en de Donk, dat wanneer je er nog een Jumbo boven op gooit, het er dan echt mee gedaan is. DE VOORZITTER: Goed. Ik stel voor dat mevrouw Van der Sanden verder gaat. MEVROUW VAN DER SANDEN: Inmiddels zijn gelukkig dus meer partijen overtuigd van het feit dat er iets gedaan moet worden aan de Berg en de Donk, maar de termijn waarop er iets gedaan gaat worden, vinden wij veel te ver weg liggen. De toezegging dat de winkelcentra worden opgeknapt, vinden we ook niet hard genoeg. We beloven de bewoners rondom de Haagweg al meer dan 10 jaar dat de straat en het Jan Ingenhouszplein worden opgeknapt, maar dat gaat nu ook opeens niet door omdat er geen geld voor is. Wie garandeert mij dat er over een of twee jaar wel geld is om die winkelcentra op te knappen? Dan nog een laatste opmerking over deze nota. Nog steeds worden de Bavelse Berg en Achter de Lange Stallen meegenomen. De vraag is of er de komende jaren iets gaat gebeuren op deze locaties. Wanneer komt hier duidelijkheid over? Graag horen we hier wat meer over van de wethouder. DE VOORZITTER: Ik dank u zeer. Het woord is aan de heer Stubenitsky. DE HEER STUBENITSKY: Dank u wel voorzitter. Allereerst complimenten voor deze detailhandelsnota. Het is niet de eerste die ik onder ogen krijg, het is een actualisatie en het wordt eigenlijk steeds beter. Om tijd te sparen: ik kan me volledig aansluiten bij de bijdrage van mevrouw Verkuijlen van het CDA. Alleen is mijn bezwaar tegen meer koopzondagen niet de zondagsrust maar heeft dat meer te maken met de overlast voor de bewoners en de inbreuk op vrije tijd voor de kleinere ondernemers. Het Maastrichts model betekent slechts een paar extra koopzondagen in de binnenstad, zodat die overlast en die druk in de praktijk wel mee zal vallen. Je hoeft immers als winkelier niet open te gaan. Toch een vraagje aan mevrouw Verkuijlen. In de kerntakendiscussie van afgelopen maandagavond zei u: ik wil absoluut niet praten over de eventuele aanpassingen van het coalitieakkoord en u wilt eigenlijk ook zo min mogelijk koopzondagen.Maar op pagina 27 van punt 17 van het coalitieakkoord staat: zo snel mogelijk de winkelopenstelling op zondag mogelijk maken. MEVROUW VERKUIJLEN: Mag ik daar even op reageren, voorzitter? DE HEER STUBENITSKY: Ja, dan wacht ik even. MEVROUW VERKUIJLEN:

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2010 | | pagina 26