549
MEVROUW VAN DER SANDEN:
WETHOUDER MEEUWIS:
Voorzitter, dank u wel. En de leden ook bedankt voor hun constructief meedenken in dit toch wel
belangrijke dossier.
Toch nog even ter verduidelijking hoe het proces zit. De koopzondagen worden ten principale
mogelijk gemaakt doordat wij in de winkeltijdenverordening een toerismebepaling opnemen. Ik
heb u net nog even de criteria opgesomd waaraan dat moet voldoen. Deze verordening wordt aan
u voorgelegd. U bent de raad en u beslist dat u dat een goede winkeltijdenverordening vindt en ik
denk dat u dat vindt want u heeft in meerderheid het coalitieakkoord ondertekend waarin dat aan
dit college is opgedragen.
Daarnaast hebben wij afgesproken voor de invulling van de feitelijke openstelling dat wij dat graag
aan de stad over laten. En dat betekent dus ook dat wij daar dus verder niet over gaan. Dat
betekent het. Dus de heer Bos geeft in zijn vraag ook heel compact het antwoord op zijn eigen
vraag. De raad gaat over de verordening en die verordening zegt: u mag altijd open zijn, 52
zondagen per jaar, toerismebepaling. De invulling gebeurt door de partners in de stad, de
ondernemers met wie wij hebben afgesproken dat zij een convenant maken. De weging van
belangen van de bewoners die neem ik ook mee in de opstelling van die verordening, zoals ik ook
vorige keer heb gezegd. Dat gaan we dus niet vermengen met het convenant. Dan wordt het een
extreem onoverzichtelijk convenant omdat iedereen vindt dat hij in dat convenant mee moet gaan
praten. Ik heb gezegd: de ondernemers, met het Retail Platform als gesprekspartner gaan het
convenant maken. En theoretisch, - mijn collega Boelema gaf net het voorbeeld -, zou daar dus
ook uit kunnen komen dat het is zoals het nu is. Dat werd zojuist ook nog even in de vraag
geformuleerd. Ik ga daar niet van uit maar het zou theoretisch kunnen. Het zou zeer teleurstellend
zijn maar het zou kunnen. De verordening is dus aan u en het convenant is niet aan u. Dat is
ongeveer hoe het gaat. En in die zin kunnen we die dus ook niet aan elkaar koppelen. We kunnen
het wel zo doen, en dat is de ambitie die ik aan u heb uitgesproken, dat als wij die verordening hier
behandelen, dat het dan wel handig is, dat het convenant er is of dat er in ieder geval zicht op is.
En dat heb ik u ook in de commissie toegezegd. Het is mijn streven om hier met een verordening
te komen met een redelijk definitief beeld van hoe dat convenant er uit gaat zien. En dan zijn alle
belangen naar mijn oordeel en naar het oordeel van dit college op een goede manier gewogen.
Mag ik nog een vraag stellen ter verduidelijking voorzitter.
DE VOORZITTER:
Mevrouw Van der Sanden.
MEVROUW VAN DER SANDEN:
Dank u wel. Dat Retail Platform gaat straks misschien zeggen: weetje wat, we gaan alle zeven
zondagen open. In de verordening staat: 52 zondagen mag, het convenant zegt straks nee, we
doen het om de week. En dan zijn er 4 grote winkelketens die eigenwijs zijn en die zeggen dat in
de verordening staat dat we elke zondag open mogen zijn en die doen dat lekker toch. Kan dat
dan?
WETHOUDER MEEUWIS:
Ja.
MEVROUW VAN DER SANDEN:
Dan is het convenant eigenlijk niks waard. Want iedereen kan toch gewoon doen wat hij wil.
WETHOUDER MEEUWIS:
Dat klopt en dat is een risico als je mensen verantwoordelijkheid geeft.
DE HEER AKINCI:
Voorzitter, een aanvullende vraag aan de wethouder als dat mag.
Een zondag waarbij alleen een groot winkelbedrijf in de binnenstad open is, is dat aantrekkelijk
voor de consument?
WETHOUDER MEEUWIS:
Nee.
DE HEER AKINCI:
En denkt u dat een groot winkelbedrijf er dan voor zal kiezen om als enige open te zijn op een
zondag als de rest in het convenant heeft afgesproken het niet te zijn?