552
DE VOORZITTER:
Nee.
DE HEER ERNST:
Nee, de andere, de volgorde.
Er werd al gezegd dat de wethouder gelijktijdigheid wenst. Dat wensen wij uiteraard ook. Wij
vinden dat er geen belang is bij mist, maar er is behoefte aan duidelijkheid. Wij maken het
mogelijk met de toeristische bepaling en de invulling ligt bij de ondernemers.
Over de tweede motie. Ik ken de wethouder als iemand die volgens mij met iedereen praat en ik
ga er ook van uit dat hij sowieso ook met bewoners gaat praten. En het betrekken van bewoners
bij een convenant lijkt me niet zinvol.
DE VOORZITTER:
Anderen behoeften tot stemverklaring?
Mevrouw Verkuijlen.
MEVROUW VERKUIJLEN:
Dank u wel voorzitter.
De eerste motie over de volgorde. Ik heb de wethouder inderdaad goed gehoord, gelijktijdig
ontwikkelen en een zekere samenhang daarin. Hij komt bij ons terug bij de verordening als dat
convenant onverhoopt niet tot stand komt. Dus in die zin wel een samenhang erin. Dat betekent
dat wat het CDA betreft deze motie overbodig is.
En de tweede, het betrekken van belanghebbenden daarbij. Wij hebben de wethouder ook horen
zeggen, en inderdaad kennen wij hem ook zo, dat hij met alle belanghebbende partijen daarover
praat. En wij willen hem graag daarmee veel succes wensen. Wij horen graag terug wat daar uit
gekomen is bij de behandeling van de wijziging van de verordening.
DE VOORZITTER;
Andere stemverklaringen nog?
Dan gaan we over tot stemming.
De motie is aan de orde, de volgorde in de besluitvorming, etcetera.
Wie is voor deze motie? De leden van de Partij van de Arbeid, de SP en Leefbaar Breda.
Wie is tegen de motie? De overige fracties.
De motie is geacht te zijn verworpen.
Aan de orde is motie twee, rondom het informeren in de volgende commissievergadering, etcetera.
Wie is voor de motie? De leden van de Partij van de Arbeid, SP, Leefbaar Breda.
Wie is tegen de motie?
De motie is geacht te zijn verworpen.
Aan de orde is het voorstel. Wie voor het voorstel?
DE HEER ERNST:
Voorzitter.
DE VOORZITTER:
Stemverklaring.
DE HEER ERNST:
Voorzitter, even een punt van orde. Volgens mij ligt er ook nog een amendement. En ik hoorde van
wethouder Boelema dat zij heel graag wil dat wij het college sturen. Dus ik denk dat we dat nog
even in stemming moeten brengen,
DE VOORZITTER:
Dat is een opvatting van mevrouw Boelema. De wethouder was duidelijk: ik neem dat
amendement over en dat is door niemand weersproken. Maar als u dat nadrukkelijk wilt.
DE HEER AKINCI:
Volgens mij dienen amendementen altijd in stemming gebracht te worden omdat het gaat over
tekstuele wijziging in de besluitvorming.
DE VOORZITTER:
Aan de orde is het amendement.
