520 I. OPENING. DE WAARNEMEND RAADSVOORZITTER mevrouw Van Hasselt (hierna de waarnemend raadsvoorzitter): Dames en heren goedenavond. Ik open de vergadering. U mist de burgemeester natuurlijk. Ik vervang hem gedurende een deel van de vergadering. Vanwege het drama in de IJpelaar moest de heer Van der Velden in het kader van zijn functie als burgemeester daar op dit moment aanwezig zijn. Zodra het mogelijk is, zal hij naar hier komen en mijn plaats weer innemen. Dames en heren, we zijn begonnen. Speciaal wil ik de heer Piket welkom heten op de tribune. Zoals de concept agenda vermeldt, wordt hij vanavond voorgedragen voor benoeming tot raadsg riffier. II. MEDEDELINGEN. DE WAARNEMEND RAADSVOORZITTER: Vanavond zijn verhinderd de heer Van Lunteren, mevrouw Van Beek en de heer Vuijk. Mevrouw Verkuijlen staat in de file; zij komt wat later. En ik heb begrepen dat wethouder Meeuwis ook wat later komt. Misschien staat hij in dezelfde file. Ik wil u melden dat na afloop van de vergadering er voor u een gedrukt exemplaar ligt van de nota over de stedelijke programmering. U heeft die allemaal per mail gehad maar een gedrukt exemplaar is ook wel makkelijk. Het collegebesluit ligt daar ook bij. III. VASTSTELLEN VAN DE AGENDA. DE WAARNEMEND RAADSVOORZITTER: Het voorstel voor het benoemen van de raadsgriffier is u toegezonden. Op de tafels heeft u het voorstel werkgroep takendiscussie aangetroffen. Ik stel voor dit onderwerp als agendanummer toe te voegen onder Romeinse cijfer VI, nummer 8, aan het einde van de agenda. Kunt u instemmen met deze agenda? IV. VRAGENUUR. DE WAARNEMEND RAADSVOORZITTER: Er zijn vragen binnen gekomen van GroenLinks over de muurschildering Vlaszak 2. Wie wil hierover het woord voeren? De heer Akinci. DE HEER AKINCI: Voorzitter, collegae, sinds enkele weken is de voorheen ongure en tamelijk naargeestige doorgang ter hoogte van Vlaszak 2 opgevrolijkt met een muurschildering, gemaakt door het BAR collectief. De muur die vroeger vrijwel wekelijks werd gebruikt om tegen te urineren, of om er een lelijke tag op te zetten, is nu opgefleurd door een hele aardige prent. Deze muur, die aanvankelijk wekelijks door de BSW schoon gemaakt moest worden, is nu zelf een kunstobject geworden. Iedereen blijft er van af, het heeft de steeg daar een stuk lichter gemaakt, buurtbewoners reageren er positief op en zo ook de ondernemers. Er is zelfs een heuse handtekeningenlijst rond gegaan waarbij de betreffende ondernemers over het betreffende kunstwerk gezegd hebben dat zij het prachtig vonden. De muur is geen object van vandalisme meer en de kosten van de rituele wekelijkse reinigingsbeurt worden uitgespaard. Het is voor ons dan ook niet zo heel goed te begrijpen dat enkele weken later, nadat die muurschildering gezet werd, een mailwisseling tussen diverse afdelingen in het stadskantoor plaats vond en bleek dat deze graffity, zoals deze door een afdeling werd genoemd, alsnog verwijderd moest worden. Dat is onbegrijpelijk en eigenlijk ook onbestaanbaar. De buurt heeft de zegen gegeven en er is vanuit het stadskantoor nota bene zelfs een kleine bijdrage geleverd aan de realisatie van dit schilderij. Laat ik er geen al te zware woorden aan vuil maken. Maar een ambtelijke dwaling mogen we dit volgens mij toch wel een beetje noemen op het stadskantoor, waar de ene arm niet zo heel erg goed weet waar de andere arm mee bezig is. Een hele simpele vraag aan dit college: is het college het met mij eens dat het voornoemde kunstwerk behouden dient te blijven, in ieder geval zo lang als het pand Vlaszak er nog blijft staan? En is het college eveneens bereid dit duidelijk te communiceren naar alle ambtelijke

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2010 | | pagina 5