Wie mag ik hierover het woord geven? Mijnheer Ernst. DE HEER ERNST: Dank u voorzitter. Unaniem vonden de partijen in het verleden dat de dienstverlening naar de inwoners, ondernemers en bezoekers van Breda moest verbeteren. En dit voorstel is een eerste stap naar een meer digitale en daarmee ook kostenbesparende richting. Het oprichten van een klantencontactcentrum waarbij de eenduidigheid van antwoorden centraal staat, is een goede zaak. Ook het digitaliseren van allerlei producten en het ontwikkelen van een nieuwe website is goed. Vooral dat breda.nl een portal wordt waarop niet alleen informatie van de gemeente komt te staan, is voor de VVD een stap voorwaarts. En zoals in het voorstel al beschreven staat, gaat de kost voor de baat uit. Het is inderdaad veel geld maar uiteindelijk verdient de investering zichzelf terug. Tenslotte prijst de VVD het werken met een businesscase. Allereerst maakt dit inzichtelijk wat de kosten zijn en in dit geval ook de baten en ten tweede kan men dan ook gericht hierop gaan sturen. De VVD hoopt dan ook dat deze methodiek voor veel voorstellen vanuit het college gebruikt gaat worden. DE WAARNEMEND RAADSVOORZITTER: Dank u wel. Mevrouw Haagh. MEVROUW HAAGH: Dank u wel voorzitter, collega's. Ik wil in de bijdrage van de Partij van de Arbeid inzoomen op twee verschillende onderdelen. Allereerst op de inhoud en de ambities van de businesscase dienstverlening en daarna op het financiële plaatje of beter gezegd de businesscase. De inhoud. De Partij van de Arbeid deelt de ambities van het college om de dienstverlening verder te verbeteren. Het is zoals de heer Ernst zojuist zei, dienstverlening is altijd breed gesteund geweest in de raad en wij vinden het ook nog steeds heel erg belangrijk dat we richting bewoners, organisaties en bedrijven eenduidig zijn en de kwaliteit nog verder verbeteren. Dus goede doelstellingen, ook het efficiëntere werken, daar vindt u ons helemaal aan uw zijde. Kritisch zijn we wel over het punt in het voorstel waar de afweging gemaakt wordt om in de toekomst mensen die gemeentelijke producten fysiek komen bestellen en afhalen op het stadskantoor, een hoger tarief te laten betalen dan mensen die digitaal een bestelling doen. Dan stel ik me bijvoorbeeld het volgende voor. Je hebt een uittreksel uit het geboorteregister nodig. Degene die digitaal die bestelling doet, is straks goedkoper uit dan degene die naar het stadskantoor gaat, in de rij gaat staan en vervolgens aan een medewerker om hetzelfde papiertje vraagt. Want uiteindelijk is het hetzelfde papiertje met een stempel van de gemeente erop. Als het om dienstverlening gaat, vindt de Partij van de Arbeid het van belang dat alle bewoners een gelijke behandeling krijgen. En er is in het begin van de vergadering al over gesproken dat er ook in Breda genoeg mensen zijn die geen internet hebben. Er zijn mensen die niet computervaardig zijn. Er zijn mensen die laaggeletterd zijn. DE HEER DE BEER: Voorzitter, ter interruptie. DE WAARNEMEND RAADSVOORZITTER: Zijn de twee minuten al voorbij? Nog niet helemaal. MEVROUW HAAGH: Misschien mag ik mijn zin afmaken? DE WAARNEMEND RAADSVOORZITTER: Mevrouw Haagh moeten even een punt kunnen maken. U komt zo aan bod. MEVROUW HAAGH: Ik noemde net een groep die wellicht niet zo makkelijk die digitale weg kan kiezen. En het mag niet zo zijn dat wij als gemeente juist die groep hogere tarieven gaan rekenen om daarmee, - want zo staat het in het voorstel -, onze eigen gemaakte kosten voor die digitale dienstverlening sneller terug te verdienen. Daarom wil de Partij van de Arbeid het college dus heel helder vragen om in de toekomst het voorgestelde onderscheid in die beprijzing dus een hoger tarief voor de mensen die niet digitaal bestellen, niet waar te gaan maken. Mocht ik daar geen toezegging op krijgen, dan hebben we nog een motie achter de hand voor de tweede termijn, die we met meerdere partijen, die zich in de commissie daar ook druk over maakten, samen indienen. DE WAARNEMEND RAADSVOORZITTER:

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2010 | | pagina 26