594 Mijnheer Akinci. DE HEER AKINCI: Gewoon kijkend naar de regels die wij onderling hebben afgesproken onlangs nog in de heisessie voorafgaande aan de zomer, over hoe wij omgaan met technische vragen, zeg ik. u heeft gelijk, de businesscase lag er niet voorafgaand aan de commissievergadering. Maakt niet zo heel veel uit in dit geval omdat wij met elkaar hebben afgesproken technische vragen, - en uw waslijst van vragen was met name technisch -, dienen vooraf schriftelijk overlegd te worden. Deze worden schriftelijk beantwoord en indien dat niet volledig is of niet naar wens, kan naar aanleiding daarvan nog een gesprek plaatsvinden. U heeft uiteindelijk na de commissievergadering de businesscase alsnog kunnen inzien, u heeft op basis daarvan technische vragen opgeworpen gekregen in uw hoofd. Dat is prima maar daarvoor geldt exact dezelfde procedure. Dat hebben wij als fractievoorzitters onderling met elkaar afgesproken. Dat geldt ook voor u. U was daarbij. U heeft daarmee ingestemd. Dus dit verwijt klopt even niet. DE WAARNEMEND RAADSVOORZITTER: Mevrouw Haagh. MEVROUW HAAGH: Ik maak hier helemaal geen verwijt. Ik zet hier even het proces recht zoals dat staat en ik ben van mening dat alle raadsleden dezelfde informatie moeten krijgen en als er een informatiesessie is, dat die voor iedereen moet zijn. Dat is even... DE HEER DIJKHOFF: Mevrouw Haagh, u zet een beeld neer, dat ben ik met u eens. Maar dat wekt wel andere beelden op en die wil ik ook even bestrijden. Kijk, soms stel je je vraag schriftelijk en krijg je schriftelijk antwoord, soms stel je een vraag waarop mensen zeggen, nou dit is voor ons allemaal nieuw, kom maar even langs want een antwoord kan weer een nieuwe vraag oproepen. Informatiesessies, u maakt dingen nu groter dan ze zijn. Vanuit mijn partij heeft u in ieder geval nooit het verwijt gehad dat u ergens niet was. Dat kunt u dus ook niet breed terugwerpen. Maar laten we nou niet net doen alsof hier rare dingen zouden zijn gebeurd. MEVROUW HAAGH: Ik heb het niet gesuggereerd. Ik heb alleen geconstateerd dat het heel gevoelig lag dat ik blijkbaar niet op een uitnodiging was ingegaan. Dat wilde ik alleen maar uitleggen. DE HEER DE BEER: Voorzitter, DE WAARNEMEND RAADSVOORZITTER: Dit onderwerp is voldoende aan de orde geweest Mevrouw Haagh, gaat u gewoon door met de tweede termijn. MEVROUW HAAGH: Prima. Ook lastig en gevoelig is blijkbaar toch het punt over de verhoging van tarieven, mogelijke tarieven voor fysieke producten. Ik heb er een hoop partijen wel over horen spreken, anderen nog niet. Die schuiven dat nog even voor zich uit omdat het inderdaad vandaag niet expliciet als beslispunt aan de orde is. Wij als Partij van de Arbeid willen toch graag, - en ik heb even geknikt naar de andere collega's die de motie met mij in zouden dienen -, de motie indienen om daar nu een uitspraak van de raad over te vragen en om helder te hebben hoe we daar in staan in het traject van de dienstverlening. Als het aan de Partij van de Arbeid ligt, zullen we geen hogere prijzen gaan rekenen voor mensen die niet in staat zijn om digitaal bepaalde diensten aan te vragen. DE HEER DIJKHOFF: Voorzitter, dan zou ik graag hierover een vraag willen stellen. DE WAARNEMEND RAADSVOORZITTER: Zal ik eerst het dictum voorlezen? Is dat niet handiger? DE HEER DIJKHOFF: Dat is prima. DE WAARNEMEND RAADSVOORZITTER:

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2010 | | pagina 40