600 DE WAARNEMEND RAADSVOORZITTER: Daar wordt op dit moment niet... Over iets wat niet besloten wordt, kun je geen amendement indienen. Dat zegt u, nietwaar? DE HEER STUBENITSKY Er ligt een raadsvoorstel voor, waar dit onderdeel van uit maakt en ik zeg op mijn beurt, als dat er uit gehaald wordt, kan ik het raadsvoorstel steunen en als het er niet uit gehaald wordt, ben ik tegen het raadsvoorstel. DE WAARNEMEND RAADSVOORZITTER: Het maakt volgens mij geen onderdeel uit van het echte besluit, waar u vandaag een besluit over neemt en als u hier niet over besluit, kunt u er ook geen amendement op... DE HEER VAN LUNTEREN: Kijk, de heer Stubenitsky is heel helder en hij heeft een goed punt. DE WAARNEMEND RAADSVOORZITTER: Nou, mijnheer Van Lunteren. DE HEER VAN LUNTEREN: dat we dan aan de wethouder vragen of zij bereid is om dat te schrappen, zodat mijnheer Stubenitsky kan instemmen met. Als de wethouder zegt: dat schrap ik uit mijn voorstel, dan zijn we er toch. DE HEER DIJKHOFF: Ik wil mijnheer Stubenitsky ook niet blij maken met een dooie mus voorzitter. Het feit datje uit een tekst haalt datje iets overweegt, betekent natuurlijk niet datje niet nog steeds kunt overwegen. Dus volgens mij is het zo dat u of wel of niet iets overweegt, voordat het gebeurt, en dat is denk ik waar u zich zorgen over maakt, in uw geval, het altijd nog langs dit huis komt en u altijd nog tegen kunt stemmen tegen dat waar u nu problemen mee heeft. Want waar we hier vanavond over stemmen, heeft daar helemaal niks mee van doen. DE HEER STUBENITSKY: Dan kan het er toch gewoon uitgehaald worden? Dat heeft dan toch geen consequenties? DE HEER VAN LUNTEREN: Als het volstrekt niet relevant is, dan.... DE HEER LIPS: Misschien mevrouw de voorzitter is het interessant om de wethouder eerst te laten antwoorden. Misschien wordt er dan wel heel veel duidelijk. DE HEER VAN LUNTEREN: Precies. DE WAARNEMEND RAADSVOORZITTER: U heeft wel heel veel vertrouwen in de wethouder. Dat heb ik ook hoor. Ik geef het woord aan de heer Van Lunteren. DE HEER VAN LUNTEREN: Ik heb in ieder geval al bijval van het CDA. Dat is heel fijn. Met enige verbazing heb ik gehoord dat de wethouder wel enorm veel vertrouwen stelt in een fiscaal accountant en zich niet zo veel aantrekt van gezaghebbende instanties TU Delft, ACTAL en deskundige tijdschriften op het gebied van ICT, als het gaat om beoordeling van ICT projecten. Ik wil er wel twee aan toevoegen. Ik had die omwille van de tijd niet genoemd maar ik zal dat dan toch noemen. In de Tweede Kamer heeft staatssecretaris Ank Bijleveld gezegd dat ze de harde conclusies en adviezen wel deelt, maar dat ze nog niet ingrijpt. Dat mag een volgend kabinet doen. Ze deelt dus die conclusie wel. Ze zijn er bijna uit, lijkt het wel. U gaat voor stemmen, neem ik aan, aankomende zondag of zaterdag? DE HEER LIPS: Daar laat ik me niet over uit.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2010 | | pagina 46