562 DE WAARNEMEND RAADSVOORZITTER: tijdens de overname heel hard voor heeft gemaakt. En om die te monitoren en te kijken wat wij daar als aandeelhouders mee kunnen proberen wij ook met de provincie af te stemmen. Dank u wel. Ik geef het woord aan de heer Vuijk van Breda'97 die een vraag gaat stellen over de buurtmeester van Tuinzigt. DE HEER VUIJK: Dank u wel voorzitter. Geacht college, gisteren waren we met nagenoeg alle fracties aanwezig bij een werkbezoek in Tuinzigt en Westerpark. Nagenoeg alle fracties, en dat is mooi. Daarbij ontvingen wij een noodkreet tot behoud van de buurtmeester in Tuinzigt. En namens de daar aanwezige fracties heb ik de volgende vragen geformuleerd. Hebben wij goed begrepen dat wethouder Bergkamp over het verder functioneren van deze buurtmeester in gesprek is of gaat met de woningbouwcorporaties en Surplus/Welzijn? Zo ja, op welke termijn kunt u ons over de uitkomsten daarvan informeren? Aansluitend wil ik nog even zeggen dat wij tijdens het werkbezoek 700 handtekeningen van de wijkraad hebben mee gekregen ter ondersteuning van hun grief, laten we het zo maar zeggen. Wij hebben deze als delegatie in ontvangst genomen. Dit is een belangrijk aantal handtekeningen en voorzitter, als u het mij toestaat, wil ik deze graag aan de portefeuillehouder overhandigen. DE WAARNEMEND RAADSVOORZITTER: Dat mag. Ik denk aan wethouder Bergkamp. DE HEER VUIJK: Ja. DE WAARNEMEND RAADSVOORZITTER: En ik denk dat wethouder Bergkamp hierop wil reageren. Dus ik geef hem het woord. WETHOUDER BERGKAMP: Voorzitter, laat ik beginnen met namens het college te zeggen dat wij al heel veel signalen ontvangen hebben gedurende de afgelopen maanden uit de wijk en dat, - als ik het zo even mag doen -, uw aanwezigheid op de tribune met spandoek en andere uitingsvormen van steun dat nog eens onderschrijft. Dus ik zou zeggen: complimenten daarvoor. Fijn dat u er bent want u geeft daarmee aan hoe belangrijk voor u het behoud van die functie is. Daarom is het ook goed dat u er bent. Laat ik dat even zeggen. Even om het onderwerp te plaatsen, het volgende. We hebben er een tijdje geleden ook al over gesproken. U weet en de raad weet dat voor deze functie een paar jaar geleden tijdelijke financiering gevonden is. Die financiering loopt af. De corporatie WonenBreburg is medefinancier voor deze functie en WonenBreburg heeft aan de ene kant wel een hele uitgebreide brief aan het college geschreven maar heeft inmiddels ook aangegeven dat zij haar aandeel in de financiering stopt. Dat is op zichzelf ook wel een aardig punt om even over na te denken. Dat is de feitelijke situatie. U weet ook dat het college heeft aangegeven dat bij de invulling van de stadsmarinier we stadsbreed kijken naar de invulling van, zeg maar even, alle toezichtfuncties en dat we in een visie bij u willen terug komen met hoe wij dat stadsbreed zien met de mogelijkheid voor maatwerk. We zullen dat in de ene wijk iets anders gaan doen dan in de andere wijk. Zoals het er nu naar uit ziet, zal het zo zijn dat wij, - en daar gaan we ook een uiterste poging voor doen -, voor het einde van het jaar bij u met ons voorstel komen. En dan geef ik eigenlijk antwoord op vraag 2, om maar eens met een andere volgorde te beginnen. En naar aanleiding van vraag 1 wil ik het volgende zeggen. We zijn inderdaad in gesprek, ook met Surplus/Welzijn omdat wij met Surplus/Welzijn, net als met heel veel andere organisaties na oktober, wanneer zij hun subsidie aanvraag hebben ingediend, in gesprek gaan over de invulling van hun activiteiten voor volgend jaar. En het signaal wat vanuit de buurt is afgegeven en wat u ook als raad heeft afgegeven, is heel nadrukkelijk bij ons over gekomen en wij zullen dat signaal ook vertalen als het gaat om onze voorstellen. Hoe we dat doen? Ik neem aan dat u ons de ruimte geeft om dat in te passen in dat voorstel. We weten met elkaar dat we dat moeten doen in een krimpende financiële situatie. Dus als we er voor kiezen om op de ene plek iets te doen, dan zal dat nadrukkelijk ten koste gaan van iets anders op een andere plek. Die afweging wil het college de komende tijd graag maken en voor het einde van het jaar bij u voorleggen. DE WAARNEMEND RAADSVOORZITTER: Dat lijkt me een heel duidelijk antwoord. Mijnheer Vuijk, wilt u nog reageren?

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2010 | | pagina 8