615 MEVROUW VAN DER SANDEN: MEVROUW VAN DER SANDEN: DE HEER DE BEER: Absoluut. E dan begin ik ook even met uw opmerking: daar komt het landelijke overheen. Dat is sowieso iets waar we ons zorgen over maken. Dan is de impact van de maatregelen namelijk ook veel groter. As je het hebt over meervoudig gehandicapte kinderen die bijvoorbeeld met die korting van de AWBZ te maken hebben. Wat daar gebeurt, is triest. En laat ik dus sowieso zeggen dat wij lokaal maar een beperkte speelruimte hebben. Laten we het daar dan even over eens zijn. Maar goed, dan discussiëren we dus over de speelruimte... DE HEER HARDORFF: Daar wil ik even op reageren want daar ben ik het namelijk helemaal niet mee eens. U maakt namelijk heel expliciet in deze begroting de keuze om in een maatschappelijk domein cultuur onaangeroerd te laten en maakt de bewuste keuze om maatregelen tot armoede gestapeld terecht te laten komen bij dezelfde mensen. Dat is een keuze van u en dat heeft niks met bewegingsruimte te maken. DE VOORZITTER: Mijnheer De Beer. DE HEER DE BEER: Ik kwam nu bij de speelruimte en bij de rest van uw vraag. Maar u voegt er nu weer een aspect aan toe. Als we het over cultuur hebben, dan is dat in deze begroting misschien wel onaangetast. Maar cultuur heeft wel degelijk een aantal incidentele geldstromen moeten laten lopen. Daar is dus ook gewoon een veer gelaten om het zo maar te zeggen. Tegelijkertijd is cultuur wel heel erg belangrijk. Dat heeft u ook in mijn betoog gehoord, dat vinden wij het DNA van de stad. Voorzitter, het armoedebeleid, ja daar zijn natuurlijk een aantal keuzes te maken. En als je kijkt naar waar andere steden keuzes maken om het op 100% te houden en het niet te verhogen naar 110%, - het niveau wat we in Breda kennen -, waren wij er geen voorstander van om dat te laten dalen 'naar 100%. Dat is een hele belangrijke keuze en ik denk ook de allerbelangrijkste want dat is ook de norm voor de kwijtschelding van de belastingen en dat heeft ook heel erg veel impact, ook voor die gezinnen. DE HEER HARDORFF: Voorzitter, ik zou daar toch even op willen reageren want wat volgens mij de kern is en waar mensen een beetje een rad voor de ogen wordt gedraaid, is namelijk dat u zegt dat het blijft op 110%, - overigens zijn er gemeenten waar het hoger is -, maar wat u doet voor die groep die binnen die 110% valt, wordt wel degelijk uitgekleed en niet zo'n klein beetje ook. DE HEER DE BEER: Ja, u heeft vast in de ongeveer 450 gemeenten die we hebben een paar gemeenten gevonden waar het misschien iets hoger zal zijn, maar ik weet in ieder geval in andere vergelijkbare stedelijke omgevingen als Tilburg, waar de PvdA bijvoorbeeld de grootste is, of Amsterdam.... MEVROUW VAN DER SANDEN: Pardon, Tilburg... DE HEER DE BEER: dan is Breda een hele sociale stad. In Tilburg is het 120%. DE HEER AKINCI: Ja, en 5 jaar. DE HEER DE BEER: Met een vijfjarennorm? Ja, maar na die 5 jaar is het gewoon nog steeds 120%. En al die andere mensen die toeslagen hebben in het kader van het armoedebeleid, komen niet na 5 jaar in aanmerking maar hebben gewoon allerlei andere rechten. U zegt dat het in Tilburg minder is, namelijk 100%. Dat is dus niet. het is 120%.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2010 | | pagina 12