624 hebben. Dan rijst natuurlijk wel de vraag, voordat ik kan beginnen met bedenken of dat interessant is om in overweging te nemen, hoe u dat dan wel dekt en betaalt. DE HEER VAN LUNTEREN: Het is allemaal een kwestie van keuze. Waar haal je het geld vandaan? Haal je het bij de groepen die het al slecht hebben of haal je het waar het geld zit? Ik noem de parkeertarieven niet voor niks. Een dubbeltje er bij op zal de kop niet kosten. DE HEER DIJKHOFF: En hoeveel halen we daar mee binnen? DE HEER VAN LUNTEREN: Het gaat onder andere om de parkeertarieven. De OZB, daar zit nog ruim 5 miljoen zoveel in en daar kunnen we ook bij halen. Het is allemaal niet zo moeilijk om de keuzes niet te leggen bij de weerlozen en de zwakkeren van de samenleving maar een beetje meer te verdelen over de rijken, over de mensen die het wel kunnen missen. DE HEER DIJKHOFF: Voordat ik doorvraag voorzitter, want dit is voor mij nog een beetje vaag, komen er straks nog moties en amendementen met die voorstellen uitgewerkt voor die alternatieven, zodat ik me daarin kan verdiepen? DE HEER VAN LUNTEREN: Vast. We hebben daar uiteraard als oppositie goed over nagedacht. Die komen uw kant nog wel op. DE HEER DIJKHOFF: Dan wacht ik met vragen tot ik die gelezen heb. DE VOORZITTER: Akkoord. Anderen nog? De heer De Beer, D66. DE HEER DE BEER: Dank u wel voorzitter. Op enig moment hoor ik de heer Van Lunteren zeggen in zijn betoog dat hij de investeringsideeën van de coalitie voorbij ziet komen in kranten en nieuwsberichten en dan denkt: daar kan ik me wel bij vinden, daar kan ik misschien nog iets mee doen de komende periode. De eerste vraag aan de heer Van Lunteren is: komen er ook ideeën van bezuinigingen die wij produceren als coalitie, waarvan u zegt: prima, daar kan ik me ook in vinden, dat ga ik ook in de gaten houden. Dat is vraag een. En de tweede vraag is de volgende. Ik hoor u eigenlijk een hoop nee verkopen, blokkeren, terwijl er toch een hoop onderwerpen in staan die ook uw achterban moeten interesseren. Het investeren in wijken, het open houden van bibliotheken in wijken. Ik hoor u daar helemaal niet over. Wat is uw alternatief op de totale begroting, vraag ik me dan af. DE HEER VAN LUNTEREN: Ik krijg 7 minuten spreektijd. Als ik dan eerst moet gaan praten over driekwart van de begroting die wel redelijk is, dan is dat zonde van mijn tijd. Ik wil me juist inzetten voor de mensen die het al slecht hebben. Dus als u dat wilt horen: er staan zeker goede dingen in. Uiteraard de Brede Scholen. Natuurlijk, daar ben ik helemaal voor, hulde. Investeren in breedtesport, hulde. DE HEER DE BEER: En als ik nou zou zeggen voorzitter, go Van Lunteren, go, dan weet ik eigenlijk niet wat ik dan zeg. Waar staat u dan voor? U noemt nu de Brede Scholen maar ik mis een beetje het totaalverhaal op de stad. Want we hebben hier natuurlijk wel een hele stad te besturen. DE HEER VAN LUNTEREN: Ik beperk me bij mijn inbreng tot de zaken die mij zorgen baren en die beter zouden kunnen in de begroting. Daarvoor staan we hier, denk ik. Dat jubelen en hartstikke goed roepen, doen we dan wel weer een andere keer. Er zijn een aantal dingen die ik in die korte tijd graag wil inbrengen. En zoals ik al zei, ben ik heel blij met de investering in onderwijs, in sport, hartstikke goed. Bij cultuur heb ik nog wel een aantal vraagtekens want ik heb zelfs de directeur van het Chassé theater horen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2010 | | pagina 21