626
DE HEER AKINCI:
Daar hoor ik het u niet over hebben.
DE HEER VAN LUNTEREN:
Maar dat zijn wel twee kanten van een verhaal. Je hebt levensonderhoud en je hebt een
toekomstperspectief. En als je geen toekomstperspectief kan bieden, moet je toch op zijn minst
zorgen voor levensonderhoud. En die stap vergeet uw coalitie nogal eens. Als mensen geen snel
uitzicht hebben op een baan, dan moetje ze wel in leven houden om maar even te chargeren.
DE HEER AKINCI:
Maar dan toch, - want daar legt u dan misschien een essentieel verschil van visie bloot -, zou het
dan niet zo moeten zijn, en dat leg ik dan maar bij u neer als vraag, dat je eerst gaat kijken wat je
kan doen om het perspectief van mensen te verbeteren, om mensen zo snel mogelijk een trap op
die ladder krijgen, om mensen te helpen aan een baan en aan economische zelfstandigheid. En pas
als dat niet lukt, ga je kijken naar het verbeteren van de inkomenspositie. En u draait het om. U
zegt: iedereen heeft recht op een uitkering en als je toevallig werk hebt, hoeft dat niet. Dat vind ik
een essentieel verschil van visie, wat me enigszins van u teleurstelt, moet ik zeggen.
DE VOORZITTER:
Een slotreactie van de heer Van Lunteren. En dan is de termijn voorbij. Mijnheer Van Lunteren.
DE HEER VAN LUNTEREN:
Ik zou de piramide van Maslow nog eens moeten bestuderen maar het gaat er ook om wanneer je
geen perspectief hebt op de toekomst. Natuurlijk moeten we die mensen alle hulp bieden. Ik ben
ook bij de BSW geweest. Ik ben ook bij Kapabel geweest. Het perspectief is niet zo groot voor die
groep. Die kan misschien drie maanden ergens werken voor een hongerloontje met subsidie van de
overheid en dan staat die groep weer helemaal terug bij af vooraan. Ik weet niet of u die geluiden
ook wel eens hoort maar die hoor ik wel.
DE HEER AKINCI:
Ik constateer voorzitter,...
DE VOORZITTER:
Nee, de termijn is afgerond. Ik dank de heer Van Lunteren.
Het woord is aan de heer Van Yperen, fractievoorzitter Breda'97.
DE HEER VAN YPEREN:
Mijnheer de voorzitter, bij deze begroting is beheersing van de financiën een van de hoofddoelen
van het totaal. Bezuinigen klinkt als leidraad door alles heen. We moeten ook bezuinigen; daar is
geen twijfel over. Zo staan de zaken er vandaag voor. En we weten nog lang niet wat ons te
wachten staat. Welke bezuinigingen komen daar nog eens boven op; wat krijgen we nog over ons
heen? Maar in wezen moeten we aan de slag. Het is net als bij de rijksoverheid: hoe kiezen we de
manier om de miljoenenbezuiniging aan te gaan pakken? De keuze is om er of meteen de tanden
scherp in te zetten of meer tijd te gebruiken met de hoop dat de economie er morgen beter voor
staat dan vandaag.
Breda'97 kiest voor het aanpakken op basis van de korte termijn en niet voor het rekenen op een
betere toekomst. Dat vinden we inderdaad wat gevaarlijker dan de andere methode. Maar voor
Breda'97 geldt wel als strikte voorwaarde dat die groepen die het in de samenleving van vandaag
al moeilijk genoeg hebben om de touwtjes aan elkaar te knopen, er zo min mogelijk van mogen
werken.
Als we gaan kijken naar het beeld van deze groepen in de maatschappij, dan weten we precies wie
vandaag die kwetsbare groepen zijn en wie er toe behoren. We weten ook precies wat nodig is om
een normaal leven te kunnen leiden. Daarbij hoort ook het zoeken naar een baan. We weten
precies wat dat oplevert vandaag de dag. Breda'97 ondersteunt het besluit van het continueren
van de uitkeringen op 110%. Prima. Dat uit de bezuinigingsronde houden, daarmee precies houden
zoals het was, is een goede zaak. Daar staat scherp tegenover dat nu op vele andere fronten wel
wordt ingegrepen. Kwetsbare groepen worden niet ontzien onder het mom van efficiency, onder
het mom van menselijke aanpak en onder het mom van we zorgen wel voor een baan voor u. En
dan heb ik het over een aantal zaken die vanavond al vaak naar voren zijn gekomen. Dan praten
we over de langdurigheidstoeslag, over de veranderingen in de Breda Pas, over de collectieve
ziektekostenverzekering. Maar we moeten keuzes maken op dit gebied. Breda'97 kiest primair voor
de steun aan deze groepen. We moeten primair stellen wat we daaraan kunnen doen. Dat is alleen