631 Ik stel voor tot een afronding te komen. Dank aan de heer Van Yperen. Het woord is aan de fractievoorzitter van Trots op Nederland, de heer De Jong. DE HEER DE JONG: Dank u voorzitter. We zitten al een tijdje in economisch zwaar weer. Daar zegt ik niks nieuws mee en het deed me ook denken aan een gebeurtenis vlak na de gemeenteraadsverkiezingen, toen ik werd uitgenodigd door mevrouw Huijbregts. Ik heb haar toen gezegd: er moet misschien wel zoveel bezuinigd worden dat het over twee raadsperioden uitgesmeerd moet worden. In het afgelopen halfjaar werden we als raad en commissieleden meerdere malen onaangenaam verrast door forse financiële tegenvallers. Met de financiële tegenvallers nog vers in het geheugen, dacht ik bij het lezen van de begroting weer terug aan mijn advies van destijds. Is de bezuinigingsopdracht niet groter dan een raadsperiode lang is? Het moge duidelijk zijn dat het college en de coalitiepartijen een andere koers varen en er naar streven het gemeentelijke huishoudboekje weer zo snel mogelijk op orde te hebben. Inmiddels zijn we verder bijgepraat door wethouder Arbouw, het Grondbedrijf en de accountant over de financiële risico's die we nog lopen. En eerlijk gezegd dacht ik wel eens: waar gaat dit eindigen. Hoe dan ook, het bracht mij wel tot het voortschrijdend inzicht dat het uitsmeren van de bezuinigingen over twee raadsperioden eigenlijk geen reële optie is. Hoewel wij deze begroting dan ook voor het grootste gedeelte onderschrijven en tevreden zijn over het feit dat er geen verhoging van de lastendruk zal plaats vinden, hebben we ook een aantal punten van zorg en bedenkingen. Op een aantal gebieden hebben we tevens een aantal gemiste kansen gesignaleerd. Ik zal beginnen met de bedenkingen en de punten die onze zorg hebben. Dat betreft het project Via Breda, de staat van ons rioolstelsel, het onderhoud van onze wegen, de bezuiniging op de arbeidsparticipatie en het niet vervangen van vernield straatmeubilair. Om bij het eerste punt te beginnen, het project Via Breda, dat een van de visitekaartjes van Breda moet worden. Dit is een groot project met tal van risico's en problemen, waarbij we ook nog eens mede afhankelijk zijn van partners die van mening kunnen veranderen en ons met vertragingen en verliezen kunnen opzadelen. Van ons Grondbedrijf hebben we vernomen dat iedere maand vertraging de gemeente 200.000,-- kost. Hier en bij andere grote projecten liggen dus grote financiële risico's op de loer en moet er naar ons idee zwaarder ingezet worden op risicomanagement. Een ander punt van zorg is de staat van ons rioolstelsel. Ook hier lopen we grote financiële risico s. Hoe is het eigenlijk gesteld met ons riool? Wie het weet, mag het zeggen. De eerste tegenvaller hebben we ook hier al weer te pakken. Het historisch riool aan de Vlaszak is er door het verkeer dat er over heen rijdt, slechter aan toe dan werd verwacht. Wij vrezen dat er, net als in de rest van Nederland, nog meer tegenvallers zullen volgen, die niet gedekt kunnen worden door een paar bezuinigingen op de afvalservice. Het kiezen van een ambitieniveau aan de onderkant van het midden, zoals de wethouder het verwoordde, dat neer komt op reactief handelen naar aanleiding van calamiteiten, vinden wij onverstandig en zou wel eens tot veel meer kosten kunnen leiden. Wij pleiten dan ook voor een grotere financiële reserve ten laste van het vrije investeringsvermogen dan wel door het trager opbouwen van het weerstandsvermogen van het Grondbedrijf naar 55 miljoen in 2015. Wethouder Bergkamp heeft in de vergadering van de commissie Bestuur van 14 oktober 2010 gezegd dat hij liever een bedrag van 30 miljoen zou hebben genoemd in plaats van 55 miljoen met de toevoeging dat het eventueel meer zou kunnen worden. Hier zit nogal wat licht tussen volgens mij. Zit hier geen extra financiële ruimte? Het onderhoud van onze wegen. In verband met de kosten van strooizout en de staat van de wegen heeft de wethouder de hoop uitgesproken dat we niet zo'n strenge winter krijgen als de afgelopen winter. Die hoop vinden wij een te wankele basis, temeer daar je het klimaat niet in de hand hebt maar als gemeente wel aansprakelijk gesteld kunt worden voor schade die ontstaan is als gevolg van achterstallig onderhoud. Wij hadden dan ook liever gezien dat er meer geld voor het onderhoud van de wegen was uitgetrokken of dat er een alternatieve vorm van financiering, bijvoorbeeld in de vorm van sponsoring door het bedrijfsleven voor gevonden zou zijn. De bezuinigingen op de arbeidsparticipatie. De re-integratie van de uitkeringsgerechtigden kan juist veel kansen kan bieden, indien de re-integratie zoveel mogelijk door de eigen ambtenaren wordt uitgevoerd en vraag en aanbod beter op elkaar wordt afgestemd. Wij verwachten dan ook dat de beoogde bezuiniging niet ten koste van de re-integratie zelf gaat maar opgevangen kan worden door efficiëntere bedrijfsvoering. Tot op heden missen wij echter concrete plannen van het college. t Het niet vervangen van vernield straatmeubilair. Wij vrezen dat dat gaat leiden tot verloedering van de stad en juist meer vandalisme uitlokt, temeer daar er 600.000,- bezuinigd gaat worden op het stadstoezicht.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2010 | | pagina 28