650 het trekken zijn omdat de stap om de uiteindelijke gunningsfase van de aanbesteding nu in te gaan. Dat is van groot belang voor deze ontwikkeling. En zoals ik het nu kan overzien, zullen we die laatste stap op zeer korte termijn ook nemen. Dan voorzitter, de motie 2 van de SP. Naast het feit dat hij het natuurlijk over de veiligheidsregisseur heeft en in de commissie nog steeds praat over de stadsmarinier, gaat het uiteindelijk om zijn vraag om op 2 december in de commissie Bestuur het werkbudget te bespreken. Ik wil het volgende zeggen. Mijnheer Van Lunteren, dan heeft u niet helemaal begrepen wat ik in de commissie ook uitgelegd heb en waar dat werkbudget voor bedoeld is. Ik heb daarin aangegeven dat met name de grootte van het werkbudget voor het totaal aan stadsmariniers zeer belangrijk is om die stadsmarinier in staat te stellen in te spelen op leefbaarheids- en veiligheidsvraagstukken die op dat moment aan de orde zijn en die door het normale optreden van verschillende partijen of de gemeente, niet snel opgelost kunnen worden. Daar heeft hij kapitaal voor om dat ook snel en adequaat en slagvaardig aan te pakken. Dat weet ik dus niet van te voren. Sterker nog, we leggen dat juist bewust laag in de organisatie bij een belangrijke functionaris die kan overzien wat er op dat moment nodig is. En hij zal daar achteraf uiteraard ook richting bestuur en college verantwoording over moeten afleggen. En ik heb u in de commissie ook toegezegd dat we ook halfjaarlijks met elkaar zullen zien hoe er gebruik gemaakt wordt van dat werkkapitaal. Ik heb ook aangegeven dat we dat budget niet opknippen in kleine stukjes en dan verdelen over de stadsmariniers maar dat we met name vanuit het totaal van het werkbudget voor de pool van mensen daar willen inzetten waar het het hardste nodig is. En dat kan dus in het ene deel van de stad anders liggen dan in het andere deel van de stad. Dan voorzitter, vroeg de heer Stubenitsky nogmaals om met name ook om de kennis en deskundigheid van de huidige veiligheidsregisseurs en verbindingsregisseurs te benutten. Ik heb ook al in de commissie toegezegd dat we dat zeker zullen doen en dat zal ik bij deze opnieuw bevestigen. Ik hoop u vrij spoedig de verdere uitwerking van het concept stadsmarinier te kunnen presenteren, zodat we inderdaad ook op 1 januari met de vijf stadsmariniers kunnen beginnen. Dank u wel. DE VOORZITTER: Het woord is aan wethouder Meeuwis. WETHOUDER MEEUWIS: Dank u wel voorzitter. Aan mijn adres zijn ook een aantal vragen gericht. Als ik zo naar de bijdragen luister, dan beluister ik door u geventileerd, wat onrust over zaken die niet helemaal duidelijk zijn, als het gaat over de begroting van Sociale Zaken en deels ook over het welzijnswerk wat onderwerp van discussie is. Ik wil u echter aangeven dat, hoewel we al een half jaar bezig zijn als college, het helaas nog niet mogelijk is gebleken om het hele programma, zoals afgesproken in april, ter beoordeling al op zijn uitwerking aan u voor te leggen. Er wordt echter, dat kan ik u verzekeren, wel met man en macht aan gewerkt om dat zo snel mogelijk allemaal wel voor elkaar te krijgen. Maar goed, de systematiek vraagt er om dat wij op een gegeven moment met u overleggen en we doen dat dus ook graag. Laat ik eens even beginnen met de langdurigheidstoeslag. Daar tendeert een bepaalde richting. De bijdragen van uw raad geven het antwoord op de vragen die door u zelf gesteld worden. Deze coalitie heeft dit college de opdracht gegeven om een verandering in de systematiek van inkomensondersteuning toe te passen. Dat betekent dat we van een meer collectieve, generieke vorm van maatregelen naar een wat meer individualistische, op de eigen verantwoordelijkheid geënte aanpak willen. Wat we ook willen, en wat ook is afgesproken, is dat alle beleid, linksom, rechtsom, gericht is op participatie. Niet omdat dat een rechtse hobby is maar omdat we al die mensen hard nodig hebben, ook als ze nu nog niet in staat zijn om volledig mee te doen in dat arbeidsproces. Op de laatste verantwoordelijkheidstrap hanteren we binnen Sociale Zaken ook de participatieladder om te beoordelen hoe ver mensen van de arbeidsmarktkans af staan. En daar zijn een aantal gradaties in te onderkennen. En wat wij hebben aangegeven, is dat wanneer je daar heel dicht bij zit, dan een extra stimulans in de vorm van een financiële prikkel een heel goed instrument kan zijn om aan de slag te komen. De zorg die ik beluister, spitst zich toe op de meest kwetsbaren. En daar heeft dit college gevoel bij en zicht op. En met alle respect, maar ik heb natuurlijk de bijdrage van de heer Akinci niet nodig om dat gevoel in het college ook merkbaar te houden. En als ik dan nu vraag: kunt u binnen de spelruimte van het armoedebeleid van deze stad ruimte vinden om specifieke kwetsbare groepen te ontzien, om daar andersoortige maatregelen voor te nemen die er nu misschien niet zijn, dan is het antwoord daarop dat ik dat en dat wij dat eigenlijk best willen. In het coalitieakkoord staat ook dat we kinderen in achterstandsituaties zoveel mogelijk willen ontzien en zelfs additioneel zouden willen ondersteunen. En die ruimte zie ik ook in deze mogelijkheden. En als ik u beluister, hoor ik ook een wens om daar zo goed mogelijk gebruik

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2010 | | pagina 47