651
van te maken. Wat ik u dus wil vragen, - want wij gaan deze voorstellen op 30 november met
elkaar bespreken en dan staat ook het hele pakket aan maatregelen dat wij voorstaan binnen het
armoedebeleid, het participatiebeleid ook op de agenda -, om er dan ook eens rustig met elkaar
over van gedachten te wisselen. Ik zeg u dus toe, op basis van de vragen die zowel van de heer
Dijkhoff als van de heer Akinci en die ik ook een beetje bij mevrouw Haagh heb beluisterd, om te
kijken naar die specifieke doelgroepen of we daar iets mee zouden kunnen doen, dat we daar dan
ook mee een de slag moeten gaan.
Voor wat betreft de WMO, komen er ook wat bijzondere vragen naar boven, die zich vooral
toespitsen op het overleg wat er niet zou zijn. En ik ben toch enigszins verbaasd over de normaal
gesproken toch zo goed geïnformeerde raadsleden die hierover spreken omdat de lijst met
voorstellen en maatregelen die wij in het kader van met name het voorzieningenbeleid van de
WMO, - want de WMO is heel breed -, dat een deel van die maatregelen zelfs is aangedragen door
degenen die het betreft. Wij hebben uitgebreid overleg gehad als gemeentelijke organisatie met de
begeleidingscommissie. En daar zitten vertegenwoordigers in van alle partijen die van die
voorzieningen gebruik moeten maken, onder andere gehandicapten, ook mensen die geestelijke
zorg nodig hebben, en met hen is dit doorgesproken. En als ik naar de interruptie van de heer
Hardorff luister naar mevrouw Boelema, inzake hoe het nou mogelijk is dat er zaken besproken
worden met partijen buiten deze raad om, ja, dan is dat natuurlijk een beetje een moeizaam
dilemma aan het worden op deze manier want als u wenst dat wij met een onderbouwd en
gedragen verhaal, - en natuurlijk kan niet iedereen blij en gelukkig gemaakt worden met het soort
maatregelen wat wij nu voorstaan, - maar als wij met dat soort onderbouwde verhalen willen
komen, moeten wij dus wel dat overleg hebben.
MEVROUW HAAGH:
Voorzitter, zou ik over dit onderwerp toch een specifieke vraag mogen stellen.
DE VOORZITTER:
Heel kort, want nogmaals, we hebben zekere afspraken gemaakt.
MEVROUW HAAGH:
Dat begrijp ik maar ik wil ook niet dat dingen een ander leven gaan leiden.
DE VOORZITTER:
U krijgt ook nog een tweede termijn. Korte vraag.
MEVROUW HAAGH:
Dat begrijp ik ook. Kijk, we hebben gesproken met die begeleidingscommissie mijnheer Meeuwis,
en we hebben inderdaad gehoord dat u een gesprek heeft gehad en daar heeft gevraagd: welke
maatregelen zou u aandragen? Die hebben zij aangedragen maar daarna is er geen overleg
geweest. Zij zijn geconfronteerd met bepaalde maatregelen terwijl ze u te kennen hebben gegeven
juist samen, gemeente, begeleidingscommissie en klankbordgroep, samen visie te willen
formuleren waarmee men die kanteling van de WMO ook daadwerkelijk samen gaat
bewerkstelligen. En dat is het grote verzoek. Doe dat samen en kijk dan welke maatregelen daarin
passen. En daar is het echt nog niet van gekomen. Vandaar ook onze motie om dat een beetje
kracht bij te zetten, om die stap verder samen te maken.
WETHOUDER MEEUWIS:
Wat er gebeurd is, is dat er overleg is geweest. Er zijn natuurlijk meer zaken die als input dienen
voor een dergelijk besluit wat heeft geleid tot het besluit om het voorzieningenniveau te herzien. Er
is ook gekeken naar wat andere gemeenten doen op dit vlak. Wat is gebruikelijk in andere
gemeenten? Wat mag men algemeen als gebruikelijk veronderstellen en wat moet wel en niet. En
daar moet u zich wel van bewust zijn. Wij lopen natuurlijk tegen een structureel tekort aan in die
WMO. Dat geld moet dus ergens verdiend worden. Wij zoeken dus naar mogelijkheden. Wij
hebben degenen om wie het gaat ook als een van de eersten om die input gevraagd. Vervolgens
hebben wij gekeken wat financierbaar en haalbaar is, mede rekening houdend met de input die
door de betrokkenen zelf is ingebracht. En met dat verhaal komen wij ter informatie naar u toe.
MEVROUW HAAGH:
Maar bent u nu bereid om eerst te werken aan een stuk visie en te kijken of die maatregelen
daarbinnen passen? Ik vind het hartstikke goed dat u in Tilburg gaat kijken.
WETHOUDER MEEUWIS:
Maar die visie zit