652 MEVROUW HAAGH: Nee, die DE VOORZITTER: Mevrouw Haagh, WETHOUDER MEEUWIS: Voorzitter, DE VOORZITTER: Ik stel voor dat wethouder Meeuwis toch de ruimte krijgt om zijn totaalverhaal af te maken U krijgt een 2e termijn. Dan heeft u de ruimte om te reageren. Dus een korte reactie en dan stel ik voor dat de wethouder verder gaat. WETHOUDER MEEUWIS: Die visie zit natuurlijk in de keuzes besloten die wij rondom dat voorzieningenniveau hebben genomen En daar zit een rationalisatieslag in, daar zitten elementen in van wij zijn de enigen die een dergelijk voorzieningenniveau hebben. En vergist u zich niet, zelfs als u op dit moment naar andere steden zou verwijzen, dan wil ik u er op wijzen dat wij in deze discussie die wij ler nu voeren, zeker niet uniek zijn, want iedereen zit met tekorten. En iedereen en ook andere gemeenten en andere bestuurders moeten ook zien hoe zij het voorzieningenniveau, wat echt noodzakelijk is en wat echt gewenst is, en waarvan ik ook wil dat het overeind blijft, gestalte geven. En dat betekent dat er keuzes gemaakt worden. En dan is het natuurlijk zo dat in een individueel geval er altijd een terugval in voorzieningen kan zijn, wat ongewenst is. Dat is een effect van een dergelijke operatie. De vraag is, hoe ernstig dat is als algemene maatregel. Ik heb u in een eerdere discussie, als het gaat over het voorzieningenniveau en mensen die daar in de problemen komen, die dus zaken niet meer voor elkaar krijgen, bijvoorbeeld in de sfeer van eigen bijdragen, en daardoor inkomenstechnisch in een probleemsituatie komen, daarvan hebben wg gezegd en u gemeld, dat wij dus mogelijkheden zien. En dan gaan wij dus weer uit van die individuele situatie en dat persoonlijke gesprek, om daar in de bijzondere bijstandsverstrekking het een en ander aan te doen. Mooier kan ik het in die zin dus ook niet maken. En ik hecht er waarde aan om met name dat laatste misschien nog eens extra te benadrukken. We stappen gewoon af van dat collectieve denken. En dat is ingebed in dat coalitieakkoord wat er ligt, die eigen verantwoordelijkheid die ook vraagt om een individuele benadering. We zeggen niet: voor deze groep is dat een mooie voorziening, terwijl een deel het misschien ook zonder prima zou kunnen doen maar wel het budget opsoupeert wat voor een ander deel mogelijkerwijs heel hard nodig is. En ik kan daar dus ook voor de volle 100% achter staan. DE HEER VAN LUNTEREN: Voorzitter, mag ik een verhelderende vraag stellen? DE VOORZITTER: Nee, dat gaan we straks doen. Ik stel voor dat de wethouder nu verder gaat met de beantwoording. WETHOUDER MEEUWIS: Dan nog even terug naar het niveau van die langdurigheidstoeslag. Dat had ik zojuist nog even willen doen. Wat u zich moet realiseren, is dat er wordt gekort. Dat klopt. Dat is geen bezuiniging. Dat is een instrument wat wij op deze manier inrichten om participatie te stimuleren. Ik heb u aangegeven hoe belangrijk dat dat is. Ik heb u aangegeven in de eerdere discussie hierover hoe wij het vangnet eronder zien. Ik heb u net aangegeven dat wij in de discussie over deze maatregel die in een verordening moet worden vastgelegd met u, hoe wij naar specifieke groepen apart willen kijken. Dat heb ik u nu toegezegd. d=h-h Ik wil u er ook even aan herinneren, - en met name voorzitter, in de richting van de fractie Partij van de Arbeid, - dat er 20 jaar gelobbyd is om die grens boven die 100% uit te tillen. Dat is na de vorige verkiezingen gelukt, eindelijk. Het is naar 110% gegaan, het is van 5 jaar naar 3 jaar gegaan. Dat is, even voor de duidelijkheid, nog maar een situatie van 22 maanden. En wat heeft deze coalitie gedaan? Die heeft dat gewoon omarmd. Die heeft gezegd: wij houden dat vast. Wij qaan daar gewoon mee door. Wij vinden dat een goede verworvenheid en wij vinden dat belanqrijk. Zo is het en niet anders. Dus als u mij of dit college kilheid en hardheid verwijt, dan moet u toch eens even in uw eigen notulen van 4 jaar en 8 jaar en 12 jaar geleden kijken naar hoeveel moeite u toen heeft moeten doen en het niet voor elkaar heeft gekregen. En nu krijgt u het zo in de schoot geworpen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2010 | | pagina 49